Disco les 5

Ga naar: lessonup.app
Voer de code in
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ga naar: lessonup.app
Voer de code in

Slide 1 - Tekstslide

Sleep de woorden naar de goede naamval!
ev
mv
nom
gen
dat
acc
abl
nom
gen
dat
acc
abl
rosarum
rosas
rosae
rosae
rosa
rosam
rosae
rosis
rosa
rosis

Slide 2 - Sleepvraag

rosa
rosae
rosas
rosarum
rosam
rosis
rosum
rosorum
nom ev
gen ev
dat ev
acc ev
abl ev
nom mv
gen mv
dat mv
acc mv
abl mv

Slide 3 - Sleepvraag

nom
gen
dat
acc
abl
rex
rege
regi
regis
reges
regibus
reges
regibus
regum
regem

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

Waar worden de naamvallen voor gebruikt?
Nominativus
Accusativus
Vocativus
Lijdend voorwerp
Komt na een voorzetsel
Onderwerp
Naamwoordelijk
deel v/h gezegde
Aangesproken persoon

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Hoe kun je de dativus het best vertalen?

Proserpina amicae flores legit
Proserpina verzamelt bloemen...
A
aan haar vriendin
B
voor haar vriendin
C
tegen haar vriendin

Slide 15 - Quizvraag

Hoe kun je de dativus het best vertalen?

Proserpina amicae flores dat
Proserpina geeft bloemen...
A
aan haar vriendin
B
voor haar vriendin
C
tegen haar vriendin

Slide 16 - Quizvraag

Hoe kun je de dativus het best vertalen?

Proserpina amicae dicit
Proserpina zegt...
A
aan haar vriendin
B
voor haar vriendin
C
tegen haar vriendin

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Groep 3:
Mannelijk
Groep 3:
Vrouwelijk
Groep 3:
Onzijdig
scelus, 
scelera
corpus, 
corpora
mater, 
matres
frater,
fratres
senex, 
senes
pater, 
patres
soror, 
sorores
coniunx, 
coniuges
parentes

Slide 21 - Sleepvraag

nom
gen
dat
acc
abl
rex
rege
regi
regis
reges
regibus
reges
regibus
regum
regem

Slide 22 - Sleepvraag

Groep 3 O: meervoud
nom
gen
dat
acc
abl
nomina
nomina
nominibus
nominibus
nominum

Slide 23 - Sleepvraag

Analyseer de volgende zin: Amica puellae rosas dat.
Persoonsvorm is:
A
amica
B
puellae
C
rosas
D
dat

Slide 24 - Quizvraag

Analyseer de volgende zin: Amica puellae rosas dat.
Onderwerp is:
A
amica
B
puellae
C
rosas
D
dat

Slide 25 - Quizvraag

Analyseer de volgende zin: Amica puellae rosas dat.
Lijdend voorwerp is:
A
amica
B
puellae
C
rosas
D
dat

Slide 26 - Quizvraag

De vertaling van de zin
Amica puellae rosas dat.
is:

A
Meisjes geven rozen aan de vriendin.
B
Vriendinnen geven rozen aan de meisjes.
C
De vriendin geeft het meisje rozen.
D
De vriendin geeft aan het meisje rozen.

Slide 27 - Quizvraag

Vertaal de zin:
Puer cenam reginae parat.




A
De jongen maakt voor de koning een maaltijd klaar.
B
De maaltijd wordt voor de koningin klaar gemaakt.
C
De koningin maakt een maaltijd voor de jongen.
D
De jongen maakt voor de koningin een maaltijd klaar.

Slide 28 - Quizvraag

Hoe vertaal je dus een dativus?
A
aan
B
voor
C
met
D
door

Slide 29 - Quizvraag

Welke functie in de zin is puellae / reginae ?
(geef antwoord in kleine letters, helemaal uitgeschreven)

Slide 30 - Open vraag

volgende keer in les 5:
andere functies van de dativus

Slide 31 - Tekstslide

Bij sommige werkwoorden, waar in het Nederlands een lijdend voorwerp bij hoort, hoort in het Latijn een dativus.
bv. parcere + dat. =sparen
nocere + dat.
Puellae parcunt. 

Slide 32 - Tekstslide

Vertaal :Puellae parcunt.
A
De meisjes sparen.
B
Zij sparen de meisjes.
C
Zij sparen het meisje.
D
Aan het meisje sparen zij.

Slide 33 - Quizvraag

Een bijzonder geval is esse + dat.
Mihi frater est.

Slide 34 - Tekstslide

Vertaal: mihi frater est.
A
Aan ons is een broer.
B
Aan mij is een broer.
C
Ik heb een broer.
D
Jij hebt een broer.

Slide 35 - Quizvraag

Formuleer de regel:
esse + dativus = ...

Slide 36 - Open vraag

dativus van femina is
A
feminae
B
femini
C
feminam
D
feminis

Slide 37 - Quizvraag

dativus van sacrum is
A
sacra
B
sacro
C
sacris
D
sacri

Slide 38 - Quizvraag

dativus van avus
A
avi
B
avis
C
avo
D
avae

Slide 39 - Quizvraag

Kies de juiste vertaling
domino
A
aan de meester
B
van de meester
C
meester
D
voor de meester

Slide 40 - Quizvraag

Kies de juiste vertaling
vobis
A
jullie
B
wij
C
aan ons
D
voor jullie

Slide 41 - Quizvraag

Kies de juiste vertaling
ei
A
zij
B
aan hem
C
voor hen
D
aan haar

Slide 42 - Quizvraag

Wat weet ik nu over de dativus?

Slide 43 - Woordweb