Disco les 5

1B Latijn 5 januari
Gelukkig Nieuwjaar allemaal!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1B Latijn 5 januari
Gelukkig Nieuwjaar allemaal!

Slide 1 - Tekstslide

Welke functie(s) kan een nominativus hebben?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp en naamwoordelijk deel
D
lijdend voorwerp en bijwoordelijke bepaling

Slide 2 - Quizvraag

Welke functie(s) kan een accusativus hebben?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp en naamwoordelijk deel
D
lijdend voorwerp en bijwoordelijke bepaling

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de acc ev van rosa?

Slide 4 - Open vraag

Wat is de nom mv van bellum?

Slide 5 - Open vraag

Wat is de acc mv van dominus?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de acc ev van rex?

Slide 7 - Open vraag

De derde naamval heet
A
genitivus
B
ablativus
C
accusativus
D
dativus

Slide 8 - Quizvraag

Schrijf de dativus ev. van puella

Slide 9 - Open vraag

Analyseer  de volgende zin: Amica puellae rosas dat.

Wat is de persoonsvorm?
Wat is het onderwerp?
Wat is lijdend voorwerp?
Staat er een dativus?

Slide 10 - Tekstslide

Amica puellae rosas dat.

Persoonsvorm is
A
amica
B
puellae
C
rosas
D
dat

Slide 11 - Quizvraag

Amica puellae rosas dat.

Onderwerp is
A
amica
B
puellae
C
rosas
D
dat

Slide 12 - Quizvraag

Amica puellae rosas dat.

Lijdend voorwerp is
A
amica
B
puellae
C
rosas
D
dat

Slide 13 - Quizvraag

Amica puellae rosas dat.

De vertaling van de zin is:
A
Meisjes geven rozen aan de vriendin.
B
Vriendinnen geven rozen aan de meisjes.
C
De vriendin geeft het meisje rozen.
D
De vriendin geeft aan het meisje rozen.

Slide 14 - Quizvraag

Hoe vertaal je dus een dativus?
A
aan
B
voor
C
met
D
door

Slide 15 - Quizvraag

En nu aan de slag met de dativus:
In random groepjes gaan aan de slag met:
Learnbeat 8.1: grammatica dativus
klaar: leren woorden les 5A

Slide 16 - Tekstslide

Welke functie in de zin is puellae / reginae ?

Slide 17 - Open vraag

Bij sommige werkwoorden, waar in het Nederlands een lijdend voorwerp bij hoort, hoort in het Latijn een dativus.
bv. parcere + dat. =sparen
nocere + dat.
Puellae parcunt. 

Slide 18 - Tekstslide

Vertaal :Puellae parcunt.
A
De meisjes sparen.
B
Zij sparen de meisjes.
C
Zij sparen het meisje.
D
Aan het meisje sparen zij.

Slide 19 - Quizvraag

Een bijzonder geval is esse + dat.
Mihi frater est.

Slide 20 - Tekstslide

Vertaal: mihi frater est.
A
Aan ons is een broer.
B
Aan mij is een broer.
C
Ik heb een broer.
D
Jij hebt een broer.

Slide 21 - Quizvraag

Formuleer de regel:
esse + dativus = ...

Slide 22 - Open vraag

dativus van femina is
A
feminae
B
femini
C
feminam
D
feminis

Slide 23 - Quizvraag

dativus van sacrum is
A
sacra
B
sacro
C
sacris
D
sacri

Slide 24 - Quizvraag

dativus van avus
A
avi
B
avis
C
avo
D
avae

Slide 25 - Quizvraag

Wat weet ik nu over de dativus?

Slide 26 - Woordweb