5.4 Voortplanten

5.4 Voortplanten
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieISK

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

5.4 Voortplanten

Slide 1 - Tekstslide

Hebben planten ook organen?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quizvraag


A
celmembraan
B
celrand
C
celband
D
celwand

Slide 3 - Quizvraag

Met welke onderdelen maakt een plant zijn eigen voedingsstoffen ?
A
huidmondjes
B
bladgroenkorrels
C
vaatbundels
D
wortelharen

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn de witte pluisjes op een wortel?
A
Zijwortels
B
Wortelharen
C
Stengel
D
Schimmel

Slide 5 - Quizvraag

Wat zit er in de zaadlobben?
A
reservevoedsel
B
niks
C
blaadjes

Slide 6 - Quizvraag

Een plant maakt zijn eigen voedsel. Hoe heet dit voedsel?
A
Zuurstof
B
Mineralen
C
Glucose
D
koolstofdioxide

Slide 7 - Quizvraag

Welke stof wordt er nog meer gemaakt bij fotosynthese?
A
zuurstof
B
water
C
koolstofdioxide
D
zonlicht

Slide 8 - Quizvraag

Welke stof of stoffen haalt een plant met zijn wortels uit de bodem?
A
Water
B
Meststoffen
C
Koolstofdioxide
D
Glucose

Slide 9 - Quizvraag

+
+
Hieronder zie je een schema van de fotosynthese. 
Zet de woorden op de juiste plek.
Glucose
Water
Koolstofdioxide
Zuurstof
Zonlicht

Slide 10 - Sleepvraag

Voortplanten

Slide 11 - Tekstslide

De bloem is het voortplantingsorgaan van een plant

Slide 12 - Tekstslide

De bloem zorgt voor de voorplanting
De meeldraad maakt stuifmeel.
In de stamper zitten eicellen.

Slide 13 - Tekstslide

Leer de onderdelen van een bloem

Slide 14 - Tekstslide

Sommige bloemen lokken insecten die de stuifmeel korrels op andere bloemen brengen (= bestuiven)

Slide 15 - Tekstslide

Insectenbloem
Bestuiving via insecten
Windbloem
Bestuiving via de wind

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

1) bestuiving (stuifmeel op stamper)
2) stuifmeelbuis groeit uit stuifmeelkorrel
3) helemaal tot aan vruchtbeginsel
4) als de stuifmeelbuis de 
eicel in het vruchtbeginsel bereikt, is er bevruchting
5) Dan ontstaat zaad
6) dan vormt de bloem een vrucht
Bevruchting

Slide 18 - Tekstslide

Vruchten 
Zorgen ervoor dat de zaden worden verspreid

Slide 19 - Tekstslide

Het zaadje verspreiden
Nu de zaadjes zijn ontstaan moet ze verspreid worden.

  1. Via de wind
  2. Via dieren
  3. Via de plant zelf

Slide 20 - Tekstslide

Verspreiding  door dieren

Slide 21 - Tekstslide

Reigersbek
Springzaad
of door de plant zelf.
Deze planten hebben een meganisme wat het zaad weg schiet 

Slide 22 - Tekstslide

en een zaadje groeit weer uit tot een nieuwe plant.
eerst het worteltje
dan de stengel

Slide 23 - Tekstslide

In welk onderdeel van de bloem worden stuifmeelkorrels gemaakt?
A
Meeldraad
B
Stamper
C
Nectarkliertje
D
Kroonbald

Slide 24 - Quizvraag

In welk onderdeel van de bloem ligt de eicel?
A
Meeldraad
B
Stamper
C
Nectarkliertje
D
Bloembodem

Slide 25 - Quizvraag

Code van klas in LessonUp: ozbkp
(Je moet een account maken)

Huiswerk 8 oktober: Maak opdracht 1, 2 en 4 t/m 10 van hoofdstuk 5.4

Slide 26 - Tekstslide