Studiedag examinering 2 december team BB

Studiedag examinering 
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Consumptieve techniekMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Studiedag examinering 

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel diploma's heeft team BB afgegeven in het schooljaar 2019/2020
A
85
B
145
C
117
D
180

Slide 2 - Quizvraag

Was het aantal diploma's meer of minder dan in het schooljaar 2018-2019
A
Minder
B
Meer

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn de verbeterpunten voor team BB betreft examinering?

Slide 4 - Open vraag

Programma 
Evaluatie jaarverslag team examen commissie 2019-2020
- aandachtpunt vrijstellingen 
-aandachtspunt bewijsmateriaal 
-aandachtspunt "deskundig invullen praktijkbeoordelen" 
- aandachtspunt invullen aanvraagformulier 
- aandachtspunt examensetting BPV bedrijven 
- aandachtspunt onafhankelijke beoordelaar o.a. Taal 
_ aandachtspunt aangepaste examinering 
 


Slide 5 - Tekstslide

Spelronde 1 Vrijstellingen 

Slide 6 - Tekstslide

Vrijstelling voor burgerschap wordt afgegeven door
A
TEC
B
DEC
C
Examenbureau
D
Examendienst

Slide 7 - Quizvraag

De TEC geeft geen vrijstelling voor loopbaan, omdat
A
loopbaan binnen een opleiding valt.
B
het examenbureau dat doet.

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer vraagt een student zijn vrijstellingen aan?
A
Tijdens de intake
B
In het 2e leerjaar
C
Voor 1 oktober, start 1e leerjaar
D
Voor het diplomeren

Slide 9 - Quizvraag

Een havo leerling die voor niveau 3 een vrijstelling aanvraagt voor Nedelands
A
Vraagt aan de TEC of hij op een hoger niveau mag examineren.
B
Vraagt of hij een vrijstelling kan krijgen voor 3F
C
Beide antwoorden zijn juist.

Slide 10 - Quizvraag

Een HAVO leerling die voor niveau 3 een vrijstelling aanvraagt voor Engels doet dit voor:
A
Generiek Engels A2/B1
B
Beroepsgericht Engels
C
Keuzedeel Engels beroeps gericht A2
D
Keuzedeel Engels Generiek A2/B1

Slide 11 - Quizvraag

Heeft iemand nog een vraag over vrijstellingen.

Slide 12 - Open vraag

Spelronde 2: Bewijsmateriaal

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een een "orderbevestiging"?
A
B
C
Een mail die je ontvangt als je een bestelling plaatst.
D
Een pakbon

Slide 14 - Quizvraag

Als blijkt dat schriftelijk bewijsmateriaal bij een examen niet aanwezig is, dan ...
A
krijgt de student geen eindbeoordeling.
B
krijgt de student een onvoldoende.
C
dan kan de student toch slagen.
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 15 - Quizvraag

Welke beoordeling systematiek gebruik je bij het nakijken van het bewijsmateriaal.
A
Wakker methode
B
Vraak methode
C
Star methode
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 16 - Quizvraag

Algemene voorwaarde 
bewijsmateriaal 
  • Bewijsmateriaal is afkomstig van de opdrachten die hij heeft uitgevoerd tijdens een examenopdracht. 
  • Bewijsmateriaal sluit aan bij wat er gevraagd wordt. 
  • Bewijs is dus afkomstig van zijn leerbedrijf, heeft juiste datum.
  • Bewijsmateriaal is compleet en controleerbaar. 
  • Bewijsmateriaal wordt per werkproces geupload. 


Slide 17 - Tekstslide

Spelronde 4: deskundig invullen beoordelingsformulieren

Slide 18 - Tekstslide


Stelling: een beoordelingsformulier moet feitelijk en beroepsgericht onderbouwd worden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Stelling: De eindbeoordelaar controleert of de "examinator" het examen goed onderbouwd heeft.
A
Juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Bewijs 
  • “Vraak methode”
Variatie-relevantie-authenticiteit-actualiteit en kwaliteit.
  • Aantekening in kolom "feitelijk onderbouwen"  
  • Onderbouw altijd waarom een onvoldoende of een goed. 

Slide 21 - Tekstslide

Observatie 
  • Wakker methode  (waarnemen, aantekeningen, klassificeren, kwantificeren, evalueren en rapporteren) 
  • Onderbouwing O en G 
  • Als beoordelaar 1 en 2 niet hetzelde oordeel heeft, moet er een motivatie bij waarom er een keuze is gemaakt. 

Slide 22 - Tekstslide

Mondeling 
  • Zijn er vragen voorbereidt, zodat alle werkprocessen worden afgedekt. (STAR)
  • Invullen van aantekeningen (waar heeft de student het over gehad en waarover niet)
  • Onderbouwing waarom een O of G
  • Als beoordelaar 1 en 2 niet dezelfde oordeel heeft, moet er een motivatie bij waarom er een keuze wordt gemaakt.

Slide 23 - Tekstslide

Eindoordeel
  • Hou het eindoordeel feitelijk en beroepsgericht. (niet gericht aan de student, maar op het examen van de student)
  • Onvrede over het beoordelingsmodel benoem je niet in je eindoordeel.
  • Opmerkingen als "wp, 1,2,3,4 zijn voldoende" is geen deskundige onderbouwing.
  • Een oordeel O moet altijd duidelijk onderbouwd worden waarom iemand een onvoldoende heeft gehaald.
  • Een oordeel G moet duidelijk onderbouwd waarom waarom iemand meer dan een voldoende haalt. (Wat maakt hem zo goed) 

Slide 24 - Tekstslide

Als je een aanvraagformulier invult dan controleer je of ...
A
de theorie positief is afgerond
B
de BPV kerntaak op gevorderd staat
C
het spoorboekje afgerond is
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 25 - Quizvraag

Spelronde 5: Aanvraagformulier 

Slide 26 - Tekstslide

Aanvraag formulier 
  • Aanvraagformulier praktijkexamens 
  • Aanvraagformulier profiel kerntaken 

----------------------------------------------
  • Na het inleveren van het formulier wordt er een examenmoment ingeplant. 
  • A-deel niet meer automatisch inplannen per klas. 

Slide 27 - Tekstslide

Hoe voorkomen we dat studenten het A-deel examen maken, terwijl ze nog niet voldoen aan de eis om te mogen examineren.

Slide 28 - Open vraag

Spelronde 6:  Examensetting in de beroepscontext. 

Slide 29 - Tekstslide

Stelling: Tijdens de observatie in de beroepspraktijk beoordeeld de examinator het examen, terwijl de student examenopdrachten uitvoert.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Hoe zouden we de examensetting kunnen verbeteren in de beroepspraktijk? (Bestellen van grondstoffen en verbeteren van het assortiment)

Slide 31 - Open vraag

Spelronde 7:  onafhankelijke beoordelaar 

Slide 32 - Tekstslide

Mag een docent Nederlands die het vak schrijven geeft, zijn eigen studenten beoordelen?
A
Ja, dat is geen probleem
B
Nee, hij is niet onafhankelijk genoeg.

Slide 33 - Quizvraag

Een praktijkopleider die de student niet kent. 
Docent die een 
leerling niet kent
Lesgevende docent
De praktijkopleider van de student. 
Betrokken BPV begeleider (vanuit school)
Onafhankelijke 
beoordelaar
Geen onafhankelijke beoordelaar

Slide 34 - Sleepvraag

Spelronde 7: Aangepaste examinering 

Slide 35 - Tekstslide

Stelling: alle leerlingen met autisme krijgen 25% tijdverlening met een praktijkexamen.
A
juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Spelronde 7: Doelstellingen TEC  

Slide 37 - Tekstslide

Afronding BPV (als diploma-eis)
Controle op deskundigheid
beoordelaars
Controle op planning 
binnen de 
examenorganisatie
Controle op 
diploma dossiers
Behandelen van verzoeken
Controle of examenproducten 
onveranderd worden ingezet. 
Doelstellingen
Van de TEC schooljaar 2020/2021
Taken van de TEC

Slide 38 - Sleepvraag

Slide 39 - Woordweb