Werken in Europa

Landschap, wonen en werken in Europa
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Landschap, wonen en werken in Europa

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:
- Je weet wat nomaden zijn.
- Je weet wat cultuur- en natuurlandschap is.
- Je weet wat klimaat betekent en welke klimaten je kan vinden op aarde.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De tijd van Jagers en Boeren 
(13.000 V.Chr.- 3000 V.Chr.)


  • Voor de komst van de landbouw leefde men als nomaden.
  • Nomaden zijn mensen die rondtrekken en niet op één plek blijven. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ontdekking van landbouw 
nomaden trekken rond 

Merkten dat je graankorrels kunt planten en hierdoor nieuwe planten groeien
Waarom dan nog rondtrekken? 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan landbouw 

12.000 jaar geleden in Irak
bij de rivieren Eufraat, , Tigris vanwege de vruchtbare grond. 

de mensen waren geen nomaden meer

overgang van jagers-verzamelaars naar boeren = 
landbouw revolutie 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzichtskaart


We zien het landschap
Gebergten
Rivieren

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Landschap 
We hebben 2 soorten landschappen: 
  1. Een natuurlandschap
  2. Een cultuurlandschap 

Wat is het verschil? 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even een kleine herhaling...

een landschap met
vooral natuurlijke
landschapselementen
De mens heeft vaak een grote invloed op het landschap. Hij cultiveert het landschap, hij past het landschap aan.

We maken dus een eerste grote indeling tussen natuurlandschappen en cultuurlandschappen.



Natuurlandschap 

= een landschap met vooral natuurlijke landschapselementen
Cultuurlandschap 

= een landschap met vooral menselijke landschapselementen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De indeling van de landschappen in Europa ziet er dus als volgt: 


      Natuurlandschappen:

    • Kustlandschappen
    • Berglandschappen
    • Boslandschappen
    • Toendralandschappen
    • Moeraslandschappen
      Cultuurlandschappen:

    • Landbouwlandschappen
    • Industrielandschappen
    • Toeristische landschappen
    • Stedelijke landschappen
    Half-natuurlijke landschappen

    Slide 9 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Cultuurlandschap
    Natuurlandschap

    Slide 10 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Klimaten op aarde
    1. Landschap met een tropisch regenwoudklimaat
    2. Landschap met een savanne en steppeklimaat
    3. Landschap met een woestijnklimaat
    4. Landschap met een Middellandse Zeeklimaat
    5. Landschappen met een zee en landklimaat
    6. Landschap met een toendraklimaat
    7. Landschap met een poolklimaat

    Slide 11 - Tekstslide

    Dit zijn de klimaten die je op aarde kan vinden. Een klimaat vertelt wat voor landschap en weer je er kan vinden. Dit bepaald wat je kan verbouwen met land- en akkerbouw.
    Tropisch klimaat
    Savanne klimaat
    Woestijn klimaat
    Gematigd klimaat
    Land klimaat
    Pool klimaat

    Slide 12 - Sleepvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Alle beroepen op heel de wereld, kun je indelen in groepen.
    1. Landbouw

    2. Industrie (fabrieken)

    3. Diensten

    Slide 13 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Leerdoelen
    • Je weet in welke sectoren er gewerkt kan worden.
    • Je weet welke invloed werk op de welvaart van een land heeft.
    • Je weet welke invloed werk op het woongebied van een land heeft.

    Slide 14 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Producten en diensten
    • Elke dag komen we deze beroepsgroepen tegen.
    • De kleding die je draagt,
    • De spullen in de keuken die je gebruikt,
    • De lessen die je krijgt, de kapper, je trainer, de supermarktmedewerkers:
    • Ieder werkt in één van de beroepsgroepen.

    Slide 15 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Landbouw
    (primaire sector)
    Onder landbouw verstaan we verschillende dingen:
    • Tuinbouw: voor de productie van groenten en fruit
    • Akkerbouw: voor aardappelen, granen en maïs bijvoorbeeld
    • Veeteelt: voor zuivelproducten en vleesproductie
    • Bosbouw en visserij

    Slide 16 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Let op.
    Niet al het eten komt rechtstreeks van het land.

    Veel eten wordt verwerkt in fabrieken, we noemen die de voedingsmiddelenindustrie.

    Slide 17 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Ten koste van het klimaat...

    Slide 18 - Tekstslide

    De originele bevolking moet hun land verlaten voor landbouw. Daarnaast wordt veel landbouwgrond gemaakt door regenwouden weg te kappen. Dit zorgt ervoor dat ons klimaat veranderd en de temperatuur op aarde stijgt.
    Industrie
    (secundaire sector)
    In de industrie worden producten gemaakt.

    Denk aan kleding, computers, keukenspullen, maar ook auto's , bloempotten enzovoorts! 

    Veel spullen die wij in Nederland kopen, zijn hier helemaal niet gemaakt.

    Slide 19 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Diensten
    • Hieronder verstaan we iedereen die en dienst levert voor een ander:
    • Commercieel = tertiaire sector
    • Niet-commercieel = quartaire sector


    Slide 20 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Tertiaire sector
    • Hieronder verstaan we iedereen die en dienst levert voor een ander met winstoogmerk

    Denk aan:
    Banken, verzekeraars, touringcarbedrijf, reisorganisatie, winkels, .... etc



    Slide 21 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Quartiare sector
    • Hieronder verstaan we iedereen die en dienst levert voor een ander zonder winstoogmerk

    Denk aan:  gezondheidszorg, brandweer, docenten, vrijwilligerswerk


    Slide 22 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 23 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    Verschil tussen arm en rijk:
    • In arme landen werken veel mensen in de landbouw: zij produceren vaak hun eigen voedsel. Dit noemen wij zelfvoorzienende landbouw. Boerenbedrijven in arme landen zijn dus vaak heel klein.
    • In rijke landen kopen mensen hun voedsel vaak in de supermarkt of op de markt. Zij hoeven dus niet in de landbouw te werken. In rijke landen werken de meeste mensen in de dienstensector.
    • In rijke landen zijn de boerenbedrijven juist heel erg groot. Zij zijn gericht op het verkopen van producten aan het buitenland (export).

    Slide 24 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 25 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Quiz!
    Welke sector zie je?


    Slide 26 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 27 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 28 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 29 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 30 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 31 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 32 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 33 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Landgebruik voor bebouwing om te wonen

    Slide 34 - Tekstslide

    Naast natuurlandschap is er ook cultuurlandschap. Daarop wordt gewerkt en gewoond. De mens heeft veel ruimte nodig om te kunnen wonen. In veel landen is er een bevolkingsgroei.
    Ruimte om te wonen

    Slide 35 - Tekstslide

    In Nederland woont het grootste gedeelte in de Randstad. Rijswijk ligt in de Randstad. De Randstad vind je in Noord- en Zuid-Holland. Hier zijn de dichtbevolkte steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Dit zie je op het plaatje waar veel rode vlekken bij elkaar liggen.
    Waar wonen mensen met een migratieachtergrond?
    Zij wonen vooral in de grote steden.

    Slide 36 - Tekstslide

    Nadat arbeidsmigranten Nederland hebben geholpen op te bouwen, zijn er veel gebleven. Zij hebben zich genesteld in de Randstad. Dit kwam omdat de meeste steden, zoals Rotterdam, vernield waren en de meeste hulp nodig hadden met opbouwen.
    Duurzaam wonen

    Slide 37 - Tekstslide

    Door klimaatverandering en de hoge kosten willen veel mensen duurzaam gaan wonen. Ze isoleren hun huis of stappen van gas over naar elektrisch. Ook bij auto's is deze transitie begonnen. Er zijn nu ook plannen om toiletwater te vervangen voor regenwater om ervoor te zorgen dat het watertekort niet bereikt wordt.
    Wonen
    Waar gaat de meeste
     energie naartoe
        met wonen?

    Slide 38 - Tekstslide

    De meeste energieverbruik gaat naar het verwarmen van ons huis. Dit kost de meeste energie. Dit is ook een hevig verschil met de rest van ons verbruik. Daarnaast verbruiken we ook energie onder de douche, ventileren, licht, geluid, koken en wassen.
    Wil jij hier blijven wonen?
    Ja
    Nee, maar wel in Nederland
    Nee, ik wil naar het buitenland

    Slide 39 - Poll

    Deze slide heeft geen instructies