H13 Geluid - samenvatting

Planning H2 Geluid
H2 Geluid:
wk 46: H2.2 Geluid van bron naar ontvanger
wk 47: H2.3 Muziek + H2.4 Geluid opnemen en zichtbaar maken 
wk 48: H2.5 Geluidshinder + Oefentoets H2
wk 49: Bespreken oefentoets + PTA H2

PTA: H2 woensdag 4 december



GT (H13, H15 en H16)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Planning H2 Geluid
H2 Geluid:
wk 46: H2.2 Geluid van bron naar ontvanger
wk 47: H2.3 Muziek + H2.4 Geluid opnemen en zichtbaar maken 
wk 48: H2.5 Geluidshinder + Oefentoets H2
wk 49: Bespreken oefentoets + PTA H2

PTA: H2 woensdag 4 december



GT (H13, H15 en H16)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen H2.2 Geluid van bron naar ontvanger
Aan het eind van deze paragraaf kan ik:
  

  • beschrijven wat een geluidsbron is;
  • uitleggen hoe geluid zich verplaatst;
  • beschrijven wat een echo is;
  • rekenen met de geluidssnelheid.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 2.3 Muziek
Aan het eind van deze paragraaf kan ik:
  

  • beschrijven wat Trillingstijd en Fequentie is
  • beschrijven wat resonantie is (p. 41 LB, opg 13 
  • beschrijven wat de amplitude is 
  • rekenen met de frequentie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen H2.4 Geluid opnemen en zichtbaar maken
Ik kan aan de einde van de les ...

  • Beschrijven wat een trillingsdiagram is
  • De frequentie berekenen met een trillingsdiagram
  • Uitleggen wat een oscilloscoop en een stroboscoop doet

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 2.5 Geluidsginder
Ik kan aan de einde van de paragraaf:

  • Ik kan beschrijven wat geluidssterkte en geluidshinder is
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen duurzame en niet-duurzame oplossingen
  • Ik kan beschrijven wat gehoorgrenzen zijn
  • Ik kan een trillingsdiaram tekenen. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluid is een trilling!
Bron => veroorzaakt trilling 
  • Luidspreker, stem, muziekintrument
Tussenstof => waar geluid doorheen gaat
  • Lucht, vaste stoffen, vloeistoffen
Ontvanger => vangt de trilling op en "vertaalt" de trilling
  • Gehoor, microfoon, radio-ontvanger

De trilling verplaatst zich als een golf

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluidsbron
Geluid ontstaat door het trillen van een geluidsbron. 
Voorbeelden?
  • stembanden in je keel
  • snaren van een gitaar
  • conus van een luidspreker
  • de motor van een scooter
  • aanslaan van een stemvork

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GELUIDSSNELHEID (tussenstof)
Wat gaat sneller?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 De ontvanger

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluidssnelheid
Geluidssnelheid: snelheid waarmee het geluid zich door een medium verplaatst.
Geluidssnelheid is 343 m/s (20 graden Celsius)
Afhankelijk van temperatuur en medium 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geluidssnelheid
Rekenopdracht:
De diepte van de zee wordt gemeten met een echolood. Tussen uitzenden en ontvangen van de puls zit 0,30 s. 
Bereken hoe diep de zee is?
  • G:  v = 1510 m/s ; 
  •       t = 0,30 s  (heen+terug) => t = 0,15 s
  • G:  s = ? m 
  • F:  s = v x t
  • U:  s = 1510 x 0,15 = 226,5 m 
  • A:   De diepte/afstand is dus 226,5 meter
  • LET DUS OP DE AFSTAND/TIJD

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trillingen
Wat is de trillingstijd (T)?
  • De tijd die nodig is voor 1 trilling

Wat is frequentie (f)?
  • Hoeveel trillingen in 1 seconde

Wat is Amplitude?
  • Zegt hoe HARD of ZACHT een geluid is

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toon hoogte en geluidssterkte 
Toonhoogte
  • Aantal trillingen per seconde
  • Meer trillingen => hoge toon
  • Minder trillingen => lage toon

Geluidssterkte
  • Hoe hard of zacht een geluid is
  • Hoge uitwijking (golf) => hard
  • Lage uitwijking (golf) => zacht

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toonhoogte verhogen/verlagen
Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verhogen:
De snaar strakker spannen.
De snaar korter maken.
De snaar dunner maken.

Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verlagen:
De snaar losser spannen.
De snaar langer maken.
De snaar dikker maken.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trillingstijd/frequentie

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldopgave
Fola sluit een toongenerator aan op een oscilloscoop. Ze stelt de oscilloscoop in op 0,5 ms/div. 
In afbeelding 5 zie je het beeld op het oscilloscoopscherm.
a) Wat betekent ‘0,5 ms/div’?
  • Elk hokje op het scherm staat voor 0,5 ms.
b) Eén volledige trilling is ... hokjes breed. 
     De trillingstijd is dus ... × ... ms = ... ms.
  • 4 hokjes x 0,5 = 2 ms
c) Hoeveel is dat in seconden?
  • Dat is 0,002 s.
d) Bereken de frequentie van de trilling.
Gegevens:
  • T = 0,002 s
Gevraagd:
  • f = ? Hz
Formule:
  • f = 1/T
Uitwerking/antwoord:
  • f = 1 / 0,002 = 500 Hz

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frequentiebereik mens & dier
Frequentiebereik mens: 20 - 20.000 Hz

 Ultrasoon geluid => frequentiebereik boven de 20.000 Hz
Dit HOREN wij NIET !!!

vb. hondenfluitjes, echo's, reinigen van juwelen, lenzen, horloges ...

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De decibelschaal
De sterkte van geluid kun je meten in decibel (dB)

Je meet geluidsterkte met een decibelmeter (figuur 3). 

Heeft een A-filter: geeft geluidsterkte weer zoals het menselijk gehoor => dB (A)

Slide 18 - Tekstslide

Festival of concert app telefoon

Gehoordrempel en pijngrens 
Grenzen van geluidssterkte!!!
De gehoordrempel 
  • is de geluidssterkte waarbij je het geluid net begint te horen. 
De pijngrens 
  • is de geluidssterkte waarbij je oren pijn beginnen te doen. 
  • Boven de pijngrens hoor je wel geluid, maar dit is zo hard, dat het zeer doet aan je oren.
Tabel 28 Gehoorgevoeligheid + Tabel 30 Maximale blootstelling

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De pijngrens van ons gehoor is ongeveer ..?
A
100 dB
B
140 dB
C
Schadelijk geluid is hetzelfde als hinderlijk geluid.
D
240 dB

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen met Decibel

Als geluidsenergie verdubbelt, neemt het geluidsniveau toe met       3 dB

  • regel geldt alleen voor geluidsbronnen die ongeveer evenveel geluid maken!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maatregelen tegen geluidshinder

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluidsisolatie

Dit kan door absorberen en terugkaatsen van geluid

  • Bij de bron van het geluid (machine op rubberen noppen plaatsen)
  • Tussen de bron en de ontvanger (geluidswal)
  • Bij de ontvanger (oordopjes)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schadelijk geluid
Wanneer loop je schade aan je gehoor op?
  • Tabel 28 Gehoorgevoeligheid 
  • Tabel 30 Maximale blootstellingsduur

Half miljoen mensen tussen 16 en 30 jaar met gehoor beschadiging. 

Tinnitus - Je hoort geluiden die er niet zijn. 

Slide 25 - Tekstslide

Je gehoor loopt zeker schade op als de geluidssterkte groter is dan 140 dB(A). Maar ook als je regelmatig of langdurig blootstaat aan geluid van meer dan 80 dB(A), kan je gehoor beschadigd raken.

Inmiddels heeft in Nederland ruim een half miljoen jongeren tussen de 16 en 30 jaar te kampen met blijvende gehoorschade. Gehoorschade kan zich niet alleen uiten in slechthorendheid, maar ook in tinnitus. Iemand met tinnitus hoort geluiden die zijn omgeving niet hoort. Die geluiden kunnen verschillende vormen aannemen: ruisen, fluiten, rinkelen, suizen, brommen, enzovoort. De behandeling van tinnitus kan betekenen dat je een ruisgenerator moet dragen om het hinderlijke geluid te overstemmen. Als dat niet werkt, moet tinnitus leren negeren.
Wat is de afstand van het onweer, als de tijd tussen de bliksemlicht en het geluid 14 seconden is. (geluidssnelheid lucht is 343 m/s)
A
Afstand (s) = 343 + 14 = 357 m
B
Afstand (s) = 343 : 14 = 24,5 m
C
Afstand (s) = 343 - 14 = 329 m
D
Afstand (s) = 343 x 14 = 4802 m

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken


Maak de diagnostische toets van H13

Controleer de opgaven van H13

Tijd voor vragen!!!




Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les
Oefentoets in learnbeat => Opgeladen laptop mee!!!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies