8.5

Vandaag
- 8.5

- Morgen & vrijdag herhaling van hoofdstuk 8

- Vrijdag moeten de verbeterde opdrachten van 8.1 & 8.2 zijn ingeleverd

- Volgende week:
   woensdag oefentoets, donderdag bespreken & vrijdag de toets
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
- 8.5

- Morgen & vrijdag herhaling van hoofdstuk 8

- Vrijdag moeten de verbeterde opdrachten van 8.1 & 8.2 zijn ingeleverd

- Volgende week:
   woensdag oefentoets, donderdag bespreken & vrijdag de toets

Slide 1 - Tekstslide

8.5 leerdoelen
- Je kan uitleggen wat chromosomen zijn

- Je weet welke chromosomen bij welk geslacht horen

- Je kan uitleggen wat erfelijke eigenschappen zijn

- Je kan verschillende testen noemen die tijdens de zwangerschap gedaan kunnen worden om erfelijke afwijkingen te ontdekken

Slide 2 - Tekstslide

Chromosoom
Alle cellen in ons lichaam hebben 46 chromosomen

In de chromosomen is het DNA opgevouwen

In het DNA vind je verschillende genen

Een gen codeert voor een erfelijke eigenschap

Een voorbeeld voor een erfelijke eigenschap is haarkleur

Slide 3 - Tekstslide

Ouders
Bij bevruchting smelten de kern van een zaadcel en de kern van een eicel samen

In deze kernen zitten ook chromosomen

In alle cellen in ons lichaam zitten 46 chromosomen behalve in de geslachtscellen, dus de eicel en de zaadcel

In de geslachtscellen zitten 23 chromosomen, als de kernen samensmelten heb je weer een celkern die 46 chromosomen heeft

Je hebt dus 23 chromosomen van je moeder en 23 van je vader geërfd 

Slide 4 - Tekstslide

Karyogram
We kunnen ook een (microscopische) afbeelding maken van de chromosomen in 1 cel, zo'n afbeelding heet een karyogram

Hierin zie je 23 chromosoomparen (dus totaal 46 chromosomen)

De laatste 2 chromosomen zijn de geslachtschromosomen 
Vrouwen hebben 2 X chromosomen
Mannen hebben 1 X chromosoom en 1 Y chromosoom

In de afbeelding zijn de laatste 2 chromosomen bij de vrouw evenlang
In de afbeelding zijn de laatste 2 chromosomen bij een man niet evenlang

Slide 5 - Tekstslide

Wie bepaalt?
Een vrouw heeft 2 X chromosomen en kan dus ook alleen maar een X chromosoom doorgeven
Een man heeft 1 X chromosoom en 1 Y chromosoom, elke zaadcel heeft dus of een X chromosoom of een Y chromosoom

Dus de man bepaalt of het een jongen of een meisje wordt!

Slide 6 - Tekstslide

Erfelijke ziektes
Het kan voorkomen dat er een foutje wordt gemaakt in het verdelen van de chromosomen over de cellen waardoor de baby een aangeboren ziekte kan krijgen
--> Dit is bijvoorbeeld het syndroom van Down
        Er is dan een chromosoom teveel, dus in plaats van 46 hebben ze 47 chromosomen in de cel

Ook kan het gebeuren dat een baby een ziekte van de ouders erft

Slide 7 - Tekstslide

Testen
Hierna komt een filmpje

Zorg dat je oplet, niet alle testen staan in je boek namelijk!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Testen
In het filmpje worden genoemd:
NIPT 
Vlokkentest
Vruchtwaterpunctie
Echo

Voor de toets moet je weten vanaf welke week de test kan worden gedaan, waar er voor wordt getest (bijvoorbeeld NIPT: het aantal chromosomen) en of de test risico's met zich mee brengt

Slide 10 - Tekstslide

Maken
8.5 2 t/m 20
Niet alles is huiswerk voor morgen ;), maar alle opgaven moeten uiteindelijk wel gemaakt zijn!

- Je kan uitleggen wat chromosomen zijn
- Je weet welke chromosomen bij welk geslacht horen
- Je kan uitleggen wat erfelijke eigenschappen zijn
- Je kan verschillende testen noemen die tijdens de zwangerschap gedaan kunnen worden om erfelijke afwijkingen te ontdekken



Slide 11 - Tekstslide