H1P1 (nieuw)

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Van handwerk naar machine

Slide 3 - Tekstslide

Van handwerk naar machine
Na 1750 ontstonden de eerste fabrieken in Groot-Brittannië.

Slide 4 - Tekstslide

Van handwerk naar machine
Na 1750 ontstonden de eerste fabrieken. in Groot-Brittannië.

Voor die tijd werkten de meeste mensen in de landbouw. Zij verdienden in de winter iets bij met het maken van textiel.



 

Slide 5 - Tekstslide

Van handwerk naar machine
Na 1750 ontstonden de eerste fabrieken in Groot-Brittannië.

Voor die tijd werkten de meeste mensen in de landbouw. Zij verdienden in de winter iets bij met het maken van textiel.

Bijvoorbeeld met spinnen en weven.




 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Als mensen thuis producten maken om daarna verder te verkopen, dan noemen we dit huisnijverheid.


 

Slide 8 - Tekstslide

Als mensen thuis producten maken om daarna verder te verkopen, dan noemen we dit huisnijverheid.

Door de komst van fabrieken en machines verdween de huisnijverheid.


 

Slide 9 - Tekstslide

Waarom zou de huisnijverheid verdwijnen door de komst van fabrieken?

Slide 10 - Open vraag

De komst van fabrieken heet industrialisatie.

Slide 11 - Tekstslide

Oorzaken van industrialisatie

Slide 12 - Tekstslide

Oorzaken van industrialisatie
1. Door bevolkingsgroei (in 1750) was er meer vraag naar textiel.

Slide 13 - Tekstslide

Oorzaken van industrialisatie
1. Door bevolkingsgroei (in 1750) was er meer vraag naar textiel.

2. Er werden veel nieuwe machines uitgevonden en er waren genoeg mensen die werk zochten.

Slide 14 - Tekstslide

Als er heel veel mensen werk zoeken, wat gebeurt er dan met de lonen?
Deze worden
A
hoger.
B
lager.

Slide 15 - Quizvraag

3.  De Britten konden veel goedkope grondstoffen uit de kolonies halen, zoals katoen. Ook zat er in Groot-Brittannië veel steenkool en ijzererts in de grond.

Slide 16 - Tekstslide

Waar was steenkool voor nodig?

Slide 17 - Open vraag

Waar werd ijzererts voor gebruikt?
Waar werd ijzererts voor gebruikt?

Slide 18 - Open vraag

In Nederland begon de industrialisatie pas rond 1860 .

Slide 19 - Tekstslide

In Nederland begon de industrialisatie pas rond 1860 .

Om grondstoffen aan te voeren en producten af te voeren werd de infrastructuur (wegen, kanalen, spoorwegen) verbeterd.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Rond 1900 gingen de eerste steenkoolmijnen in Zuid-Limburg open. Hierdoor kon men nog goedkoper produceren.

Slide 22 - Tekstslide

Waarom kon men in Nederland goedkoper produceren toen er steenkolenmijnen in Limburg werden geopend?

Slide 23 - Open vraag

Gevolgen van de industrialisatie

Slide 24 - Tekstslide

Hoe noemen we het als mensen thuis met de hand grondstoffen verwerken tot producten?

Slide 25 - Open vraag

Noem 3 oorzaken van de industrialisatie.

Slide 26 - Open vraag

1. Huisnijverheid en kleine werkplaatsen verdwenen.

Slide 27 - Tekstslide

1. Huisnijverheid en kleine werkplaatsen verdwenen.

2. De mijnbouw en metaalindustrie werden heel belangrijk


Slide 28 - Tekstslide

1. Huisnijverheid en kleine werkplaatsen verdwenen.

2. De mijnbouw en metaalindustrie werden heel belangrijk

3. Veel producten werden goedkoper.


Slide 29 - Tekstslide

1. Huisnijverheid en kleine werkplaatsen verdwenen.

2. De mijnbouw en metaalindustrie werden heel belangrijk

3. Veel producten werden goedkoper.

4. Er kwam verstedelijking

Slide 30 - Tekstslide

5. Twee groepen werden belangrijk: de ondernemers die de fabrieken bezaten en de arbeiders.

Slide 31 - Tekstslide

5. Twee groepen werden belangrijk: de ondernemers die de fabrieken bezaten en de arbeiders.

6. Er ontstond milieuvervuiling.

Slide 32 - Tekstslide

Al deze grote veranderingen noemen we de industriële revolutie.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide