Week 38 Argumenteren basis les 1

Doelen van deze les
-Je kunt in eigen woorden uitleggen wat een stelling/standpunt/argument is.
-Je oefent met een stelling/standpunt/argument uit een leestekst halen.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Doelen van deze les
-Je kunt in eigen woorden uitleggen wat een stelling/standpunt/argument is.
-Je oefent met een stelling/standpunt/argument uit een leestekst halen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de stelling?
A
Critici hebben ongelijk
B
Klaag niet over een gebrek aan vrijheid.
C
Er moet een vaccinatieplicht ingesteld worden door de overheid
D
Je hoeft je niet te laten vaccineren.

Slide 3 - Quizvraag

In wat voor soort teksten kom je stellingen/standpunten/argumenten tegen?
A
instructieve teksten
B
betogende teksten
C
verhalende teksten
D
informatieve teksten

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Stelling
Herken je vaak aan een 'dwingend' karakter. Je bent geneigd het  eens/oneens te zijn. In een stelling wordt vaak 'moeten' of 'dienen' gebruikt. 

Slide 6 - Tekstslide

Standpunt
Een mening over een bepaald onderwerp (stelling). Wat vindt iemand ergens van?

Slide 7 - Tekstslide

Argument
Een onderbouwing van je standpunt. Je kunt meerdere argumenten aanvoeren. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Oefening
We gaan zo kijken naar een 'zwartepietendiscussie'. 
Welke voor- en tegenargumenten tegen hoor je? 

Slide 10 - Tekstslide

Argumenten voor zwarte piet?

Slide 11 - Woordweb

Argumenten tegen zwarte piet?

Slide 12 - Woordweb

Evaluatie lesdoelen
-Je kunt in eigen woorden uitleggen wat een stelling/standpunt/argument is.
-Je oefent met een stelling/standpunt/argument uit een leestekst halen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide