Hoofdstuk 5 par. 1 Balans deel 1

Hoofdstuk 5
De financiële administratie van een eigen bedrijf 
par. 5.1 De balans
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
De financiële administratie van een eigen bedrijf 
par. 5.1 De balans

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

  • par. 5.1 De balans doornemen 
  • zelfstandig aan het werk gaan met de opdrachten voor de volgende les( tot en met 5.6 af)

Slide 2 - Tekstslide

Balans??

Slide 3 - Woordweb

Balans
  • Een overzicht van de bezittingen en het vermogen van een onderneming op een bepaald moment
  • Linkerkant -> debetzijde / activakant / bezittingen
  • Rechterkant -> creditzijde / passivakant / vermogen
  • Een balans is altijd in evenwicht
  • Een balans is een momentopname

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

balans per 1 / 1 / 2021

activa (debet / bezittingen) 
passiva (credit / vermogen) 
Vaste activa (activa die langer dan een jaar meegaan)
bijvoorbeeld:
Pand, auto, laptop, inventaris
Inventaris -> inrichting en aankleding van een pand (denk aan meubels, kassa, pinapparaat etc)
Vlottende activa (activa die korter dan een jaar meegaan)
bijvoorbeeld:
voorraad, debiteuren
Debiteuren -> geld dat het bedrijf nog moet ontvangen van haar klanten
Liquide activa (betaalmiddelen)
 kas, bank

Eigen vermogen 
Geld van de eigenaar zelf

Lang vreemd vermogen
(leningen die langer dan 1 jaar lopen)
Geleend geld van de familie, vrienden, bank 
Bijvoorbeeld: hypothecaire lening, lening bank
Kort vreemd vermogen
(leningen korter van 1 jaar)
Crediteuren -> leveranciers die nog geld tegoed hebben van het bedrijf -> die moeten nog betaald worden

Totaal                                                         € 
Totaal                                                         € 

Slide 6 - Tekstslide

Debet (activa) zijn:
A
Schulden
B
Bezittingen
C
Kas
D
Bank

Slide 7 - Quizvraag

Wat staat aan de debet kant van de balans?
A
voorraad goederen
B
banklening
C
crediteuren
D
debiteuren

Slide 8 - Quizvraag

Voorbeeld

Slide 9 - Tekstslide

Het eigen vermogen staat
A
aan de debetzijde van de balans
B
op de winst - verlies rekening
C
bij vlottende activa
D
aan de creditzijde van de balans

Slide 10 - Quizvraag

Debiteuren 

Klanten die later betalen.
Je hebt nog geld tegoed.
Dus neem je een post op je balans op genaamd debiteuren. 

= bezitting
Crediteuren

Je hebt iets gekocht maar nog niet betaald. 
Je moet dus nog iets betalen.
Dus neem je een post op op je balans genaamd crediteuren. 

= schuld

Slide 11 - Tekstslide

huiswerk 
voor de volgende les heb je af tot en met opdracht 5.6 af 

Slide 12 - Tekstslide