2.2.3 Je kunt de veerconstante van een veer bepalen.
Slide 2 - Tekstslide
Symbolen
Kracht > altijd omschreven met het symbool F
Elke kracht heeft zijn eigen (lager geschreven) letter
Fv Fz Fn Fres
Slide 3 - Tekstslide
Veerkracht
Als je een massa aan een
veer hangt rekt hij uit.
Als je er steeds meer
aanhangt rekt de veer
steeds verder uit
Slide 4 - Tekstslide
Veerkracht
Met een massa van 100g
zie je dat de kracht steeds
met 1,0 N toeneemt.
Zo tonen we aan dat de
uitrekking recht evenredig
is met de kracht
Slide 5 - Tekstslide
Veerkracht
Een recht evenredig verband
zal zorgen voor een grafiek
met een rechte lijn
Slide 6 - Tekstslide
Veerkracht
Omdat de uitrekking recht evenredig is met de kracht krijg je steeds hetzelfde antwoord als je de kracht deelt door de uitrekking. De veerconstante C is dan ook altijd hetzelfde voor een veer.
Slide 7 - Tekstslide
Veerkracht
Hierin is:
• C de veerconstante in newton per meter (N/m);
• F de kracht die aan de veer trekt in newton (N);
• u de uitrekking van de veer in meter (m).
Een veer C = 200N/cm is dus stugger dan een met C = 2N/cm
Slide 8 - Tekstslide
Veerkracht - Voorbeeld
Hierin is:
Een veer is 23,2 cm lang als er niets aan hangt, en 31,8 cm als er een gewichtje van 250 g aan hangt.
Bereken met deze gegevens de veerconstante van de veer.
Slide 9 - Tekstslide
Veerkracht - Voorbeeld
Hierin is:
u = 31,8 − 23,2 = 8,6 cm
m = 250 g = 0,25 kg
Fz = m ∙ g = 0,25 × 9,8 = 2,45 N
C = ?
Slide 10 - Tekstslide
SO Krachten rekenen
Verplaatst naar donderdag 20 februari (volgende week)
Slide 11 - Tekstslide
SO
Je kent de volgende soorten krachten:
- spierkracht
- veerkracht
- spankracht
- magnetische kracht
- zwaartekracht
- normaalkracht
Slide 12 - Tekstslide
SO
Fz = m ∙ g
Hierin is:
• Fz de zwaartekracht in newton (N);
• m de massa in kilogram (kg);
• g de sterkte van de zwaartekracht in newton per kilogram (N/kg). Op aarde is de waarde van g 9,8 N/kg.
Slide 13 - Tekstslide
SO
Je kan krachten tekenen:
- Als er een krachtenschaal gegeven wordt
- En als je zelf een krachtenschaal moet bedenken
Slide 14 - Tekstslide
SO
Je weet hoe je krachten in
evenwicht moet tekenen
Als een voorwerp stil staat is
de zwaartekracht en normaal
kracht gelijk.
Slide 15 - Tekstslide
SO
Je weet hoe je krachten in
evenwicht moet tekenen
In dit geval hangt de zak aan een
veer. Dan is de veerkracht gelijk aan
de zwaartekracht als de zak stil
hangt.
Slide 16 - Tekstslide
SO
Je kan de resulterende kracht berekenen: in een lijn.
Slide 17 - Tekstslide
SO
Je kan de resulterende kracht berekenen: in willekeurige richting