Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H4 par. 4.3 Onrust in de Nederlanden
Tijd van ontdekkers en hervormers
Nieuw geloof, nieuw land.
par. 4.3 Onrust in de Nederlanden
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Tijd van ontdekkers en hervormers
Nieuw geloof, nieuw land.
par. 4.3 Onrust in de Nederlanden
Slide 1 - Tekstslide
Tijdvak: Tijd van ontdekkers en hervormers
1500-1600
Periode: vroegmoderne tijd
1500-1800
Slide 2 - Tekstslide
Invalshoeken
Economisch:
Wat zijn de middelen van bestaan?
Leven mensen van de jacht, landbouw, industrie?
Hoe komen mensen aan hun inkomsten?
Geld
Slide 3 - Tekstslide
Invalshoeken
Politiek-bestuurlijk:
Bestuur
Wie is de baas?
Welke regels en wetten zijn er?
Slide 4 - Tekstslide
Invalshoeken
sociaal:
Leefomstandigheden van mensen.
Sociale lagen.
Zijn er grote verschillen tussen mannen/vrouwen en arm/rijk?
Leven de mensen in de stad of op het platteland?
Slide 5 - Tekstslide
Invalshoeken
cultureel
:
Gaat vooral over:
geloof
kunst
wetenschap
Slide 6 - Tekstslide
Oorzaak en gevolg
De oorzaak is de reden
waarom
er iets gebeurt.
Het gevolg is wat er
daarna
gebeurt; hoe gaat het verder?
Slide 7 - Tekstslide
Normen en waarden
Met
waarden
bedoelen we zaken die mensen belangrijk vinden in hun leven, bijvoorbeeld:
behulpzaamheid,
eerlijkheid of
een goed moslim of christen zijn.
Slide 8 - Tekstslide
Normen en waarden
Met
normen
bedoelen we regels waaraan mensen zich moeten houden, zoals
geschreven en ongeschreven wetten/ regels.
Voorbeelden van normen zijn:
‘afval gooi je in de prullenbak’
en ‘diefstal is verboden’.
Slide 9 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt beschrijven wat de Spaanse koning rond 1550 wilde veranderen aan het bestuur in de Nederlanden.
Je kunt twee redenen noemen waarom mensen in de Nederlanden ontevreden waren over het Spaanse bestuur.
Je kunt een oorzaak en een gevolg van de Beeldenstorm noemen.
Je kent de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.
Slide 10 - Tekstslide
De Nederlanden
Keizer Karel V werd in 1519 de baas over de Nederlanden.
Slide 11 - Tekstslide
De Nederlanden
Karel de V was de machtigste koning in Europa.
Hij was ook de baas over:
Spanje,
de Spaanse koloniën in Amerika,
gebieden in Duitsland,
Italië en de Nederlanden.
Slide 12 - Tekstslide
De Nederlanden
Huidige Nederland, België en Luxemburg.
Verdeeld in 17
gewesten
.
Ieder gewest had zijn eigen wetten, munten, rechtspraak, bestuur.
Grote verschillen!
Slide 13 - Tekstslide
De Nederlanden
Hierdoor lastig te besturen voor Karel V.
Daarom stelde hij in de Nederlandse gewesten stadhouders aan: edellieden die als plaatsvervangers van de koning een gewest bestuurden.
Taken:
Moesten voor orde en rust zorgen.
Gaven advies aan de koning.
Slide 14 - Tekstslide
Willem van Oranje
Stadhouder van Holland, Utrecht en Zeeland.
Slide 15 - Tekstslide
De Nederlanden
Karel V had ook veel geld nodig voor al zijn oorlogen.
Als de koning meer belastingen wilde heffen, moest hij telkens onderhandelen met de gewesten.
Daarom wilde Karel V in Nederland een centraal bestuur:
in alle gewesten dezelfde wetten en belastingen.
Slide 16 - Tekstslide
In welk rijk was keizer Karel V niet de baas?
A
Rusland
B
Duitsland
C
De Nederlanden
D
Spanje
Slide 17 - Quizvraag
Waarom waren de Nederlanden moeilijk te besturen voor Karel V?
Slide 18 - Open vraag
Hoe wilde Karel V het bestuur van de Nederlanden makkelijker maken?
Slide 19 - Open vraag
Wat voor soort verandering is het instellen van een centraal bestuur?
A
Culturele verandering
B
Economische verandering
C
Politiek-bestuurlijke verandering
D
Sociale verandering
Slide 20 - Quizvraag
Filips II
Volgde in 1555 zijn vader op als koning van de Nederlanden.
Hij wilde ook een centraal bestuur.
Slide 21 - Tekstslide
De Nederlanden
Filips probeerde de macht van de adel te verkleinen.
Hij werkte liever met ambtenaren: iemand die werkt voor de koning en hem helpt met het besturen.
Een ambtenaar kon Filips zelf uitkiezen, de adel niet.
Slide 22 - Tekstslide
Wat is een voordeel van een centraal bestuur voor Filips II?
2 antwoorden zijn goed.
A
Ambtenaren waren dan niet meer nodig
B
De adel in de Nederlanden zou meer macht krijgen
C
Filips II zou makkelijker belasting op kunnen leggen
D
Overal zouden dezelfde regels gelden
Slide 23 - Quizvraag
Groeiende ontevredenheid
Veel mensen waren ontevreden over de Spaanse koning, omdat:
Slide 24 - Tekstslide
Groeiende ontevredenheid
1. De Nederlandse edelen en gewesten wilden geen centraal bestuur.
Omdat Filips ambtenaren aanstelde, kregen de edelen minder te zeggen over het bestuur.
En de gewesten wilden niet dat de koning zomaar belastingen kon opleggen.
Slide 25 - Tekstslide
Groeiende ontevredenheid
2. Protestanten werden zwaar vervolgd.
Veel mensen waren protestant geworden.
Filips II zag het als zijn plicht om de katholieke kerk te beschermen en pakte de protestanten streng aan.
Als je je niet wilde bekeren, werd je gedood.
Zelfs veel katholieken vonden de straffen te zwaar.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Noem een reden waarom mensen ontevreden waren over de Spaanse koning
Slide 28 - Open vraag
Hagepreken
Omdat protestanten geen kerken hadden, kwamen zij in de openlucht bij elkaar.
Hagepreken
.
Er werd voorgelezen uit de bijbel en verteld over het geloof.
Slide 29 - Tekstslide
De Beeldenstorm
Soms lieten mensen zich ophitsen tegen de katholieke kerk.
Dat gebeurde in 1566.
Na afloop vernielden een groep protestanten in een klooster alle beelden van heiligen.
Begin van de
Beeldenstorm
.
Overal werden beelden in kerken en kloosters vernield.
Slide 30 - Tekstslide
De Beeldenstorm
Filips II was woedend!
Ook op de Nederlandse adel.
Hij stuurde de Spaanse hertog Alva met een leger naar de Nederlanden:
om de orde te herstellen en de protestanten te straffen.
Veel protestanten vluchtten!
Ook Willem van Oranje.
Slide 31 - Tekstslide
Hoe worden de bijeenkomsten van protestanten in de open lucht genoemd?
A
Beeldenstorm
B
Hagepreken
C
Een mis
D
Opstand
Slide 32 - Quizvraag
In welk jaar begon de Beeldenstorm?
A
1519
B
1566
C
1555
D
1584
Slide 33 - Quizvraag
Wat is een oorzaak van de Beeldenstorm?
A
Protestanten waren boos over de rijkdom van de katholieke kerk
B
Protestanten vluchtten naar het buitenland
C
Katholieken waren boos over de rijkdom van de protestantse kerk
D
Katholieken vluchtten naar het buitenland
Slide 34 - Quizvraag
Wat is gevolg van de Beeldenstorm?
A
Protestanten waren boos over de rijkdom van de katholieke kerk
B
Protestanten vluchtten naar het buitenland
C
Katholieken waren boos over de rijkdom van de protestantse kerk
D
Katholieken vluchtten naar het buitenland
Slide 35 - Quizvraag
Schrijf 1 ding op wat je geleerd hebt van deze les.
Slide 36 - Open vraag
Wat vind je nog lastig?
Slide 37 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Spanning in de Nederlanden
Mei 2019
- Les met
18 slides
door
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo
Leerjaar 1,2
Geschiedenisleraar.nl
Spanning in de Nederlanden
Juni 2018
- Les met
18 slides
door
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo
Leerjaar 1,2
Geschiedenisleraar.nl
Spanning in de Nederlanden
April 2017
- Les met
18 slides
door
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo
Leerjaar 1,2
Geschiedenisleraar.nl
Onrust in Nederland
Februari 2024
- Les met
18 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Flexles 4.3
Mei 2022
- Les met
16 slides
§3 onrust in de Nederlanden
April 2024
- Les met
29 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
memo 4.3
Februari 2022
- Les met
21 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
par 3 Onrust in de Nederlanden
Mei 2024
- Les met
19 slides
Geschiedenis
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1