De plant

Lessenserie: 
 De plant
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lessenserie: 
 De plant

Slide 1 - Tekstslide

lessenserie; de plant
Theorie les 1
De plant

Slide 2 - Tekstslide

In deze lesson up:
  • Doelen lessenserie
  • Inleiding en uitleg lessenserie
  • De plant 

Slide 3 - Tekstslide

Doelen van de lessenserie
  • Je kan de hoofdorganen van de plant benoemen.
  • Je  kan de verschillende onderdelen van een plantencel benoemen .
  • Je weet wat de functies zijn van een plantencel.
  • Je kan de levenscyclus van een plant beschrijven.
  • Je kan de verschillende onderdelen van het wortelstelsel benoemen
  • Je weet wat de functies zijn van de wortel van de plant
  • Je kan de verschillende onderdelen van de stengel benoemen
  • Je weet wat de functies van de stengel van de plant zijn
  • Je kan de verschillende onderdelen van een blad benoemen
  • Je weet wat de functies zijn van een blad
  • Je weet welke delen van planten door mensen worden gegeten 
  • Je kan de verschillende onderdelen van een bloem benoemen
  • Je weet wat de functies zijn van de bloem


Slide 4 - Tekstslide

Lessenserie; De plant
Tijdens deze lessenserie zullen jullie de verschillende onderdelen/organen van de plant leren kennen.
Jullie leren waarom de plant uit deze onderdelen bestaat en wat de functies zijn van deze verschillende planten onderdelen. 
De lessenserie is het theoretische gedeelte van dit gehele project. Ook zijn in het project diverse practica opgenomen met als rode draad het stekproject. 

Slide 5 - Tekstslide

De plant en zijn organen
Deze plant bestaat uit 4 (hoofd)organen: 
De bloem, de bladeren, de stengel en de wortel.

Tijdens deze lessenserie zullen we de dieper ingaan op de taak  van de verschillende organen 

Slide 6 - Tekstslide

De plant en zijn organen
De bloem, de stengel, het blad en de wortels zijn organen.

Een orgaan=
delen van een organisme (in dit geval de plant) die een bepaalde taak uitvoeren. 

Slide 7 - Tekstslide

De plantencel
Organen bestaan weer uit cellen. 
Cellen zijn heel klein. Je kan ze alleen zien met een microscoop. De cel is de kleinst levende eenheid van het organisme. Individuele cellen vertonen levenskenmerken als voortplanting, stofwisseling, geboorte en dood.
Cellen kunnen verschillende vormen hebben, dat ligt aan wat ze doen. 
Wij gaan het nu hebben over de plantencel.

Slide 8 - Tekstslide

De plantencel
Cellen zijn de bouwstenen van een organisme. 
Iedere cel van ieder organisme bestaat uit een celmembraan en cytoplasma. 
Plantencellen bevatten ook: een celwand, een celkern, vacuole, bladgroenkorrels en cytoplasma

Slide 9 - Tekstslide

De plantencel, celmembraan
Het celmembraan:
Een dun vlies die om de buitenkant van een cel zit.
Het celmembraan helpt bij de opname en afgifte van stoffen voor de cel. 

Slide 10 - Tekstslide

De plantencel, celwand
De celwand:
Een stevig laagje om de cel heen, tussen celmembraan en cytoplasma.
Celwanden zorgen voor de stevigheid in plantencellen. 

Slide 11 - Tekstslide

De plantencel, Cytoplasma
Cytoplasma:
Hierin drijven de onderdelen binnenin de plantencel. Het bestaat uit water met opgeloste stoffen. 

Slide 12 - Tekstslide

De plantencel, bladgroenkorrels
Bladgroenkorrels:
Hier vindt de fotosynthese plaats. Fotosynthese is belangrijk voor planten, dieren en mensen. In les 4 over het blad zullen je hier meer over leren.  

Slide 13 - Tekstslide

De plantencel, vacuole
Vacuole:
Dit is een blaasje gevuld met vocht. Deze zorgt ervoor dat een plant er mooi uitziet. Deze loopt leeg als een plant te weinig vocht krijgt, waarna de plant slap gaat hangen. 

Slide 14 - Tekstslide

De plantencel, celkern
celkern:
ligt in het cytoplasma. Om de celkern zit ook een membraan, het celmembraan. In het celmembraan zit het erfelijk materiaal van de plant. 

Slide 15 - Tekstslide

Van cel naar levenscyclus
Elk leven begint met één cel. Een cel die ontstaat uit een stukje van een cel van een moeder en een stukje cel van de vader. 
Die ene cel gaat zichzelf heel vaak kopiëren totdat er weer een volledig nieuwe plant ontstaat. 
Dit proces van steeds weer nieuwe planten noemen we de levenscyclus van de plant.

Slide 16 - Tekstslide

De levenscyclus van de plant

Slide 17 - Tekstslide

De levenscyclus van de plant
groei van mais
volledige levenscyclus van een plant

Slide 18 - Tekstslide

De levenscyclus van de plant
Iedere plant heeft een levenscyclus: het leven van de plant begint bij een zaadje maar eindigt ook weer met een zaadje. Dat zag je net in de film van het maiskorreltje.

Slide 19 - Tekstslide

De levenscyclus van de plant
Het zaad bestaat uit een lob of lobben, waarin het voedsel zit. 
Via een gaatje (het poortje) neemt het zaadje water op. 
Het zwelt dan op en barst dan open.
Het worteltje komt naar buiten en groeit de bodem in.

Ook een zaad, 
de boon.

Slide 20 - Tekstslide

De levenscyclus van de plant
Het kiemplantje groeit en gebruikt hierbij de voeding van de zaadlobben.
Het kiemplantje is een klein plantje dat al in het zaadje zit. 
Als het groter wordt, verdwijnen de zaadlobben en gaat het plantje voedsel uit de grond halen. 

Slide 21 - Tekstslide

De levenscyclus van de plant
het kiemplantje
Het kiemplantje groeit groter en groter en krijgt steeds meer bladeren.
Een volwassen plant ontstaat.

Slide 22 - Tekstslide

De levenscyclus van de plant
De plant krijgt bloemen.
Uit de bloemen ontstaan bonen (de vruchten), met daarin de bruine bonen (de zaden).

De bloemen in bonen plant

Slide 23 - Tekstslide

De levenscyclus van de plant
De bruine bonen (de zaden), uit de grote boon (de vrucht), vallen in de grond en zo begint het proces weer opnieuw.

Slide 24 - Tekstslide

Het stekproject
Voor verdere uitleg en instructie gaan we nu terug naar de Wikiwijs, behorende bij dit project. 

Slide 25 - Tekstslide

Evaluatie:
Doelen theorie, 1e les:
Je kan de hoofdorganen van de plant benoemen.
Je kan de verschillende onderdelen van een plantencel benoemen .
Je weet wat de functies zijn van een plantencel.
Zijn deze duidelijk? 
Weet iedereen wat hij/zij moet doen voor het stekproject?

Slide 26 - Tekstslide

Volgende les

  • Les 2: De wortel
  • Verder met het stekproject

Slide 27 - Tekstslide