Klas 1, H2, paragraaf 1

Thema 2
 planten
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 2
 planten

Slide 1 - Tekstslide

Goedemorgen!
  • Telefoon in de tas of kluis
  • Chromebook op de tafel, dicht!
  • Tassen van de tafel
  • En....

Slide 2 - Tekstslide

Les 1
De plant

Slide 3 - Tekstslide

In deze lesson up:
  • Bespreken toets T1
  • Doelen Thema 2
  • Inleiding en uitleg Thema 2
  • De plant 

Slide 4 - Tekstslide

Doelen van de lessenserie
  • Je kan de hoofdorganen van de plant benoemen.
  • Je kan de levenscyclus van een plant beschrijven.
  • Je kan de verschillende onderdelen van het wortelstelsel benoemen
  • Je weet wat de functies zijn van de wortel van de plant
  • Je kan de verschillende onderdelen van de stengel benoemen
  • Je weet wat de functies van de stengel van de plant zijn
  • Je kan de verschillende onderdelen van een blad benoemen
  • Je weet wat de functies zijn van een blad
  • Je weet welke delen van planten door mensen worden gegeten 


Slide 5 - Tekstslide

Toets T1 bespreken
Cijfers staan in Magister
Bekijk je toets nadat deze is uitgedeeld. 
Vragen kom deze bespreken.
Klaar? Begin met Thema 2, paragraaf 1

Slide 6 - Tekstslide

De plant
Tijdens dit thema zullen jullie de verschillende onderdelen/organen van de plant leren kennen.
Jullie leren waarom de plant uit deze onderdelen bestaat en wat de functies zijn van deze verschillende planten onderdelen. 

Slide 7 - Tekstslide

De plant en zijn organen
Deze plant bestaat uit 4 (hoofd)organen: 
De bloem, de bladeren, de stengel en de wortel.

Tijdens dit thema zullen we de dieper ingaan op de taak  van de verschillende organen 

Slide 8 - Tekstslide

De plant en zijn organen
De bloem, de stengel, het blad en de wortels zijn organen.

Een orgaan=
delen van een organisme (in dit geval de plant) die een bepaalde taak uitvoeren. 

Slide 9 - Tekstslide

Van cel naar levenscyclus
Elk leven begint met één cel. Een cel die ontstaat uit een stukje van een cel van een moeder en een stukje cel van de vader. 
Die ene cel gaat zichzelf heel vaak kopiëren totdat er weer een volledig nieuwe plant ontstaat. 
Dit proces van steeds weer nieuwe planten noemen we de levenscyclus van de plant.

Slide 10 - Tekstslide

De levenscyclus van de plant

Slide 11 - Tekstslide

De levenscyclus van de plant
groei van mais
volledige levenscyclus van een plant

Slide 12 - Tekstslide

De levenscyclus van de plant
Iedere plant heeft een levenscyclus: het leven van de plant begint bij een zaadje maar eindigt ook weer met een zaadje. Dat zag je net in de film van het maiskorreltje.

Slide 13 - Tekstslide

De levenscyclus van de plant
Het zaad bestaat uit een lob of lobben, waarin het voedsel zit. 
Via een gaatje (het poortje) neemt het zaadje water op. 
Het zwelt dan op en barst dan open.
Het worteltje komt naar buiten en groeit de bodem in.

Ook een zaad, 
de boon.

Slide 14 - Tekstslide

De levenscyclus van de plant
Het kiemplantje groeit en gebruikt hierbij de voeding van de zaadlobben.
Het kiemplantje is een klein plantje dat al in het zaadje zit. 
Als het groter wordt, verdwijnen de zaadlobben en gaat het plantje voedsel uit de grond halen. 

Slide 15 - Tekstslide

De levenscyclus van de plant
het kiemplantje
Het kiemplantje groeit groter en groter en krijgt steeds meer bladeren.
Een volwassen plant ontstaat.

Slide 16 - Tekstslide

De levenscyclus van de plant
De plant krijgt bloemen.
Uit de bloemen ontstaan bonen (de vruchten), met daarin de bruine bonen (de zaden).

De bloemen in bonen plant

Slide 17 - Tekstslide

De levenscyclus van de plant
De bruine bonen (de zaden), uit de grote boon (de vrucht), vallen in de grond en zo begint het proces weer opnieuw.

Slide 18 - Tekstslide

Onderzoek doen
Om uit te zoeken of ideeën werken, doen mensen onderzoek.
Tijdens een onderzoek worden er proeven uitgevoerd. 
In de biologie gebeurt dit ook:
Natuurwetenschappelijk onderzoek
Omdat het onderzoeken zijn die over dingen uit de natuur gaan heten het natuuronderzoeken. Omdat ze uit worden gevoerd door knappe koppen, wetenschappers' heten ze wetenschappelijk. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

De werkwijze van het onderzoek
Wat wil je onderzoeken? 
Wat veronderstel ik?
Wat heb ik nodig? (de benodigdheden)
Wat ga ik doen? (het experiment)
Wat neem ik waar? (de resultaten)
Welke conclusie kan ik trekken? (de conclusie)

Slide 21 - Tekstslide

Evaluatie:
Doelen theorie, 1e les:
Je kan de hoofdorganen van de plant benoemen.
Je weet wat een onderzoek is.
Zijn deze duidelijk? 

Slide 22 - Tekstslide

Volgende les

  • Les 2: De wortel

Slide 23 - Tekstslide