Herhaling Gedrag

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag:
Starten met herhalen
Voorbereiden op SO
Planning PTO 3
Leerdoelen

Slide 5 - Tekstslide

Paragraaf 4.1 Prikkels en gedrag

Je weet wat biologen bedoelen met het begrip “gedrag”.
Je weet wat biologen bedoelen met het begrip “prikkels”.
Je kunt het verschil uitleggen tussen een inwendige en een uitwendige prikkel.
Je kunt bepaald gedrag verdelen in handelingen.
Je kunt een ethogram begrijpen en zelf opstellen.

Paragraaf 4.2 Leren
Je kent 3 manieren waarop mensen en dieren leren.
Je weet welke effecten beloning en straf kunnen hebben op het gedrag van een dier.
Je kent het verschil tussen aangeleerd en aangeboren gedrag.
Je weet wat een reflex is.









Slide 6 - Tekstslide

Gedrag
Is alles wat een dier doet.
Alle acties.

Bijvoorbeeld: eten, drinken, rennen, blaffen enz.

Slide 7 - Tekstslide

Gedrag 
Betekent het verschil tussen overleven en sterven.

Als het lichaam van het dier niet is gemaakt voor bepaalde omstandigheden, dan zijn de dingen die het doet belangrijk.

Slide 8 - Tekstslide

Prikkels
Gedrag ontstaat door prikkels.

Inwendige prikkels: signalen van binnen uit het lichaam.

Uitwendige prikkels: signalen vanuit de buitenwereld.

Slide 9 - Tekstslide

Welke is een voorbeeld van gedrag?
A
Een kwade hond
B
Een vrolijke vogel
C
1,5 m afstand houden
D
een mondkapje dragen

Slide 10 - Quizvraag

Youri zit een lekkere pizza te eten. Wat zou een prikkel kunnen zijn voor dit gedrag?
A
Hij had het koud
B
Hongerig buikje...
C
Lekkere geuren uit de pizzeria
D
Hij had dorst

Slide 11 - Quizvraag

Welke prikkel is uitwendig?
A
Je krijgt een bericht op whatsapp
B
Je ziet iemand dansen op insta
C
Iemand post een foto van zijn eten in een restaurant op facebook
D
Je voelt je vol energie

Slide 12 - Quizvraag

Welke prikkel is inwendig?
A
Je voelt je moe
B
Je hebt een hongerig buikje
C
Op insta zie je een mooie trui
D
Je ziet het huiswerk in je plenda

Slide 13 - Quizvraag

Aan de slag:
Maak in je werkboek de volgende opdrachten bij paragraaf 4.1:

1 tm 11

Slide 14 - Tekstslide

Ethogram: een lijst van handelingen.

Slide 15 - Tekstslide

Bij welk gedrag hoort deze ethogram?
- mondkapje op
- winkelmandje pakken
- boodschappenlijstje pakken
- lopen door de winkel
- etenswaren in het mandje doen
- bonuskaart scannen
- pinnen
- boodschappen in de tas doen

Slide 16 - Tekstslide

Imiteren is het zelfde als oefenen.
A
Ja, want imiteren is iets oefenen
B
Nee, want imiteren is nadoen en oefenen is iets oefenen

Slide 17 - Quizvraag

Is imiteren aangeboren of aangeleerd?
A
Aangeboren
B
aangeleerd

Slide 18 - Quizvraag

Imiteren leer je door:
A
Gedrag na te doen
B
Gedrag te herhalen
C
Nieuw gedrag te bedenken

Slide 19 - Quizvraag

Leren door inzicht

Slide 20 - Woordweb

Aan de slag:
Maak in je werkboek :
Test Jezelf 4.1 en 4.2 op bladzijde 41

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide