Les-/leerdoelen:
1. Je kunt het zelfstandige werkwoord & hulpwerkwoord herkennen en benoemen in een zin.
2. Je kunt het persoonlijke voornaamwoord herkennen en benoemen.
3. Je kunt het bezittelijke voornaamwoord herkennen en benoemen.
Huiswerk (online):
- Cursus 5, paragraaf 6 -> opdracht 1 t/m 6
- Cursus 5, paragraaf 8 -> opdracht 1 t/m 4
Proefwerk op woensdag 5 februari + leesboek op tafel