Neerslagreacties 2

Neerslagreacties
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Neerslagreacties

Slide 1 - Tekstslide

Is natriumcarbonaat goed oplosbaar in water? (Gebruik Binas tabel 45A)
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quizvraag

Geef de oplosvergelijking van natriumcarbonaat.

Slide 3 - Open vraag

Neerslagreacties
  • In een zoutoplossing bevinden zich losse ionen.
  • Bij samenvoegen van zoutoplossingen, ontstaat er soms een slecht oplosbaar zout.
  • Je ziet een suspensie ontstaan (troebel mengsel).
  • Er is sprake van een neerslagreactie.

Slide 4 - Tekstslide

Neerslagreacties
Je kunt neerslagreacties uitvoeren om:
- een nieuwe zout te maken
- om een ionsoort aan te tonen of en ionsoort te verwijderen
- om een onbekend zout te herkennen

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld:

We voegen de onderstaande oplossingen bij elkaar:
1. 3 Na+ (aq) + PO43- (aq) (natriumfosfaat oplossing)
    2. Al3+ (aq) + 3 NO3- (aq) (aluminiumnitraat oplossing)

Slide 6 - Tekstslide

Neerslagreacties
  1. Maak een mini-oplosbaarheidstabel met de ionen uit beide oplossingen.
  2. Vul 'g' of 's' in m.b.v. Binas 45A.
  3. Als een combinatie van ionen een 's' oplevert, dan weet je dat er neerslag zal ontstaan.

Slide 7 - Tekstslide

Mini oplosbaarheidstabel
NO3-
PO43-
Na+
g
g
Al3+
g
s
Je ziet bij de combinatie van Al3+ en PO43- een s staan. Dit is dus de neerslag! 

Slide 8 - Tekstslide

De reactievergelijking
Voor de pijl de formules van ionen opschrijven die samen op de tabel een s hebben.
Al3+ (aq) + PO43- (aq) --> AlPO4 (s)
Na de pijl schrijf je de verhoudingsformule van het zout van deze ionen.

Slide 9 - Tekstslide

Nieuwe zout maken
Bij het vorige voorbeeld heb je een neerslag gekregen, AlPO4 (s).
Dat is dus een vaste stof in de oplossing die je kun filtreren, je nieuwe zout: aluminiumfosfaat!

Slide 10 - Tekstslide

Nog enkele voorbeelden:
Maken van nieuwe zouten

Slide 11 - Tekstslide

2

Slide 12 - Video

Neerslagreactie: lood(II)jodide
Een oplossing van lood(II)nitraat:   

Pb2+ + 2 NO3-

Een oplossing van kaliumjodide:

K+ + I- 

Slide 13 - Tekstslide

00:03-00:09
oplossing kaliumjodide met K+ en I- ionen
oplossing loodnitraat met Pb2+ en NO3- ionen

Slide 14 - Tekstslide

00:09-00:15
Pb2+ en I- vormen het slecht oplosbare zout lood(II)jodide
Pb2+ (aq) + 2 I- (aq) -> PbI2 (s)
lood(II)jodide is geel (Binas 65B)

Slide 15 - Tekstslide

Neerslagreactie: lood(II)jodide
1. Mini-oplosbaarheidstabel
(Binas 45A)

2. Pb2+ en I- geven een neerslag (letter 's')
3. Reactievergelijking: Pb2+ (aq) + 2 I- (aq) -> PbI2 (s)
4. Kleur is te vinden in Binas 65B (geel)

Slide 16 - Tekstslide

Neerslagreactie: lood(II)jodide
1. Mini-oplosbaarheidstabel
(Binas 45A)

2. Pb2+ en I- geven een neerslag (letter 's')
3. Reactievergelijking: Pb2+ (aq) + 2 I- (aq) -> PbI2 (s)
4. Kleur is te vinden in Binas 65B (geel)
5. Tribune-ionen zijn K+ en NO3-

Slide 17 - Tekstslide

Tribune-ionen
Ionen die er wel zijn maar die niet meedoen met de reactie.

Slide 18 - Tekstslide

Neerslagreactie: calciumcarbonaat
Een oplossing van natriumcarbonaat:   

2 Na+ + CO32-

Een oplossing van calciumchloride:

Ca2+ + 2 Cl- 

Slide 19 - Tekstslide

Let op! dit is geen indampvergelijking. Het lijkt er wel op!
Een oplossing natriumcarbonaat wordt bij een oplossing calciumchloride gevoegd.

Slide 20 - Tekstslide

Ontstaat er een neerslagreactie? Zo ja, geef de vergelijking.
Oplossing kaliumsulfaat + oplossing bariumnitraat.

Slide 21 - Open vraag

Ontstaat er een neerslagreactie? Zo ja, geef de vergelijking.
Oplossing ijzer(II)nitraat + opl. natriumchloride.

Slide 22 - Open vraag

Ontstaat er een neerslagreactie? Zo ja, geef de vergelijking.
Opl. magnesiumchloride + opl. kaliumfosfaat.

Slide 23 - Open vraag

Aantoningsreacties 
* Neerslagreacties kun je gebruiken om ionen aan te tonen.
* Sommige stoffen en ionen kun je aan hun kleur herkennen. Zie BINAS 65B
* Zouten moeten altijd opgelost zijn voordat ze bij elkaar gevoegd mogen worden. 
* Gebruik tabel 45A!

Slide 24 - Tekstslide

Bijzondere zouten; kleur
Soms is een zout of een zoutoplossing te herkennen aan de kleur.

Gekleurde zouten/oplossingen Binas 65B



Slide 25 - Tekstslide

Voorbeeld 
Je hebt een bekerglas met of zilver ionen of barium ionen. Je wilt aantonen welke ionen het zijn. Kijk maar op tabel 45A welke ion met de ene ion neerslaat en de andere ion niet. Bijvoorbeeld chloride ionen. Die slaan neer met zilver ionen en niet met barium ionen. 

Slide 26 - Tekstslide

Vervolg..
De Cl- ionen die we hebben gekozen zijn niet los in een potje, dus een zout kiezen met chloride ionen (goed oplosbaar zout!) Altijd een natrium zout (mag ook een andere). Dus natriumchloride en eerst oplossen!

Slide 27 - Tekstslide

Vervolg
Je hebt dus nu: Na+ (aq) + Cl- (aq)
Deze voeg je toe aan de bekerglas met onbekende ionsoort.
Er kunnen twee dingen gebeuren, wel een neerslag of geen!

Slide 28 - Tekstslide

Vervolg
Conclusie:
Cl-
Na+
g
Ag+
s
Cl-
Na+
g
Ba2+
g
             met neerslag                                                                              zonder neerslag
Als er neerslag komt dan zitten Ag+ in de oplossing en als er geen neerslag is dan zijn het de Ba2+ ionen.

Slide 29 - Tekstslide

Herkennen van een zout
Het stappenplan!

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Stappenplan:
herkennen van een zout
Stap 1: Check de oplosbaarheid van het zout
Stap 2: kijk naar de kleur van het zout/ zoutoplossing
Stap 3: Maak gebruik van neerslag reactie 

Slide 32 - Tekstslide