B. € 1.115,95 per maand x 3 maanden = € 3.347,85 per 3 maanden
C. € 34,96 / 8 uren = € 4,37 per uur. Uit de tabel kun je aflezen dat Nick 18 jaar is.
8.
Slide 2 - Tekstslide
ANTWOORDEN TOEPASSINGSVRAGEN H1.4
9. A. Veel klanten van de bank voelen zich niet op hun gemak bij iemand die zich zo presenteert. B. Eigen antwoord
10.A. Nee, ze mag maar twee uur per dag werken. B. Ja, ze werkt niet meer dan zeven uur per dag, 35 uur per week en 4 weken in de vakantie. C. Jorn mag maximaal 4 weken lang 35 uren per week werken. 4 weken x 35 uren = 140 uren 140 uren x €2,- per uur = € 280,-💰 D. Als hij meer dan drie keer per week of 24 keer per jaar moet optreden.
Slide 3 - Tekstslide
ANTWOORDEN TOEPASSINGSVRAGEN H1.4
11. A. Vroeger was er geen behoefte aan een minimumjeugdloon voor| 13- en 14 jarigen, omdat ze niet mochten werken. B. Nee, zolang ze maar ten minste het minimumjeugdloon| verdienen. C. Eigen antwoord
Slide 4 - Tekstslide
Aan het eind van deze paragraaf kun je:
verschillende redenen noemen om te sparen;
uitleggen wat rente is;
uitleggen hoe banken geld verdienen;
rente berekenen.
Wat gaan we leren?
Slide 5 - Tekstslide
Spaar jij? Zo ja, waarvoor?
Slide 6 - Tekstslide
Sparen voor een grote uitgave
Sparen voor een onverwachte uitgave
Sparen voor de rente
Waarom sparen mensen?
Slide 7 - Tekstslide
Sparen levert rente op. Rente is een beloning voor het sparen. Rente wordt ook wel interest genoemd.
De hoogte van de beloning (rente) is afhankelijk van:
het rentepercentage.
de hoogte van het spaarbedrag.
hoelang je al geld hebt staan op je spaarrekening.
Wat levert sparen op?
Slide 8 - Tekstslide
Heeft sparen voor rente nog zin?
Slide 9 - Tekstslide
rente
Je hebt € 1.000,- op je spaarrekening staan. Je krijgt 4% rente van de bank. Hoeveel euro rente krijg je aan het eind van jaar 1?
Hoe reken je dit uit?
OPDRACHT
Slide 10 - Tekstslide
rente
Je hebt € 1.000,- op je spaarrekening staan. Je krijgt 4% rente van de bank. Hoeveel euro rente krijg je aan het eind van jaar 1?