(P2) Les 14: Klimaatfactoren | Wind en Zee (optie 1)

Startklaar
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Startklaar

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik | Reliëf en temperatuur

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Terugblik
B                C                C                B        

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Topografie
Deze periode leer je het onderstaande:
De continenten en de oceanen 
Europese landen en hoofdsteden


Slide 5 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen

Slide 6 - Link

Deze slide heeft geen instructies

      Lesdoel
Vandaag leren we hoe de zee het klimaat beïnvloedt. We ontdekken hoe wind, warme en koude zeeën en de waterkringloop de temperatuur en neerslag bepalen.

Slide 7 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Voorkennis
1. De leerlingen weten wat een klimaatfactor is. 

2. De leerlingen weten wat neerslag is. 

3. De leerlingen weten wat warme- en koude zeestromen zijn. 


Slide 8 - Tekstslide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
Zeestromen
Warme en koude zeestromen beïnvloeden de temperatuur aan de kust.

Warme zeestromen  zorgen voor een warmer klimaat.

Koude zeestromen  koelen het klimaat af.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatfactor 3 | De zee
Zuid-Afrika

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waterkringloop
Verdamping

Condensatie

Neerslag

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatfactoren op verschillende schaalniveaus
Madrid, Istanbul en New York liggen op ongeveer dezelfde breedtegraad maar hebben toch verschillende klimaten. 

Gebruik de volgende klimaatfactoren om te verklaren waarom het klimaat in deze steden verschilt:

Breedteligging – Welke invloed heeft de zoninval op de temperatuur?
Hoogteligging – Hoe beïnvloedt hoogteverschil de temperatuur en neerslag?
Ligging ten opzichte van zee – Hoe beïnvloeden oceanen en zeeën het klimaat?
Zeestromen – Welke invloed hebben warme of koude zeestromen?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe beïnvloeden zeestromen het klimaat?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Invloed afstand tot de zee
Gebieden dicht bij de zee hebben een gematigd klimaat (kleinere temperatuurverschillen).

Landklimaten hebben grotere temperatuurverschillen door snelle opwarming en afkoeling.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloed afstand tot de zee
De windrichting heeft veel  invloed op de temperatuur.

Aflandige wind en aanlandige wind.

 Bij een aanlandige wind (wind van uit zee naar land)  wordt het: 
- in de zomer minder warm
- in de winter minder koud

 Bij een aflandige wind (wind vanuit land naar zee) wordt het:
- in de zomer warmer
- in de winter kouder

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

     Kleine afsluiting
Aanlandige wind
Aflandige wind
Warme zeestroom
Koude zeestroom
Verdamping
Condensatie
Neerslag
Waterkringloop

Slide 17 - Tekstslide

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen
     Grote afsluiting
Vandaag leren we hoe de zee het klimaat beïnvloedt. We ontdekken hoe wind, warme en koude zeeën en de waterkringloop de temperatuur en neerslag bepalen.


Slide 18 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
retrieval practice

Slide 19 - Tekstslide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies