1D - schrijven

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Mentoruur
Maken: enquête over burgerschap. 
De enquête staat in je Magister

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Aanstaande toetsen:


- Dinsdag 13 juni Toets 4,               3.4/4.4/5.4 Schrijven (7 lessen)
- Donderdag 29 juni Toets 5,          4.3/5.3 - Lezen (7 lessen)
- Vrijdag 7 juli Toets 6,                        4.6/5.6 - Spreken  (4 lessen).



Slide 5 - Tekstslide

Programma:
- Herhaling uitleg verwijswoorden + Kahoot over verwijswoorden
- Gezamenlijk nakijken opdracht 1, 2, 3, 7, 8, van blz 45.
- NUMO.nl + vragenuur over verslag, informatieve tekst, instructie




 

timer
0:00

Slide 6 - Tekstslide

Maken H4.4:
Opdracht 1, 2, 3, 4 op blz 42, 43, 44. 
opdracht 7, 8 op blz 46, 47.

Slide 7 - Tekstslide

Informatieve tekst schrijven
Een informatieve tekst is bijvoorbeeld een verslag, wikipedia-pagina, een nieuwsbericht of een leertekst. 

Veel feiten, 5W's, inleiding kern, slot,
witregels, titel.

synoniemen en verwijswoorden 

Slide 8 - Tekstslide

Verwijswoorden
De mensen staan in een rij. Ze willen graag naar binnen. 

Slide 9 - Tekstslide

Verwijswoorden
Je vervangt het ene woord door het andere woord. 

Het boek ligt op tafel, ik ga het straks lezen.
De kok maakt sushi. Hij kookt eerst de rijst. 
De zomer komt eraan, ik hou er erg van. 
Ik heb geen zin in voetballen, dat is niks voor mij.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht
Schrijf een informatieve tekst over een onbekende sport. Je mag informatie opzoeken op je telefoon. Schrijf 80 woorden. 

Bijvoorbeeld: Mountainbiken, hurling, kleiduivenschieten, skeleton, speervissen, bankdrukken.

Slide 11 - Tekstslide

Leerjaar 1 - Schrijven
3.4 - Verslag schrijven
4.4 - Informatieve tekst schrijven (boek B)
5.4 - Instructie schrijven (boek B)

Slide 12 - Tekstslide

Pannenkoeken
Schrijf een instructie voor het bakken van pannenkoeken
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Instructie Pannenkoeken bakken
  • Doe de bloem in een kom en maak een kuiltje in het midden.
  • Breek de eieren in het kuiltje en voeg een snufje zout toe.
  • Roer de eieren en het zout door elkaar met een garde.
  • Voeg beetje bij beetje de melk toe en blijf roeren tot er een glad beslag ontstaat.
  • Verhit wat boter of olie in een koekenpan.
  • Schep met een soeplepel wat beslag in de pan en verdeel dit over de bodem van de pan.
  • Bak de pannenkoek op middelhoog vuur tot de bovenkant droog is en de onderkant goudbruin is.
  • Draai de pannenkoek om met een spatel en bak ook de andere kant goudbruin.
  • Eet smakelijk!

Slide 14 - Tekstslide

Verslag schrijven
Een goed verslag heeft een: 
goede titel, een inleiding (je schrijft waar de tekst over gaat), kern (5W1H) en slot (heel korte samenvatting). 

Je gebruikt synoniemen
. Een goed verslag is prettig om te lezen, helder en duidelijk.

Slide 15 - Tekstslide

De toets!

Slide 16 - Tekstslide

Een verslag:
In een inleiding doe je altijd twee dingen:

- je schrijft op waar de tekst over gaat.
- je gebruikt een binnenkomer. Dat is een opvallend begin dat de lezer nieuwsgierig maakt naar de rest van de tekst. 

Slide 17 - Tekstslide

Schrijf een verslag (opdracht 16, blz 218)
schrijf een verslag over een gebeurtenis op school.
Beantwoord: Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom.
Schrijf duidelijk en plezierig. Zie ook blz 219. 
Minimaal 80 woorden. 
 
timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Nakijken opdracht 16, 17
Je verslag van een gebeurtenis op school: 
  • Wat is je titel?
  • Je begin: schrijf in het het kort op waar je verslag over gaat. 
  • Staat de juiste informatie in de tekst? (Gebruik: wie, wat, waar, waarom, wanneer)
  • Schrijf niet alle details op, alleen de belangrijkste info
  • Zet je naam onder je verslag.

Slide 19 - Tekstslide

Woord van de dag
Verwensing

Slide 20 - Tekstslide

Verwensing
Reeks van woorden waarmee je iemand ongeluk toewenst 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

1D
verslag schrijven
synoniemen gebruiken
informatieve tekst schrijven
instructies schrijven

Slide 23 - Tekstslide

1D - schrijven

Slide 24 - Tekstslide

Kenmerken van een verslag:

In een verslag beschrijf je wat je hebt meegemaakt, gehoord gelezen of onderzocht. Je doel is om anderen te informeren over deze feiten. 

Slide 25 - Tekstslide