Informatica quiz
1 / 30
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoe kom je op magister?
A
www.magister.nl
B
sgomb.magister.net
C
magister.obc.net
D
obc.magister.nl
Slide 3 - Quizvraag
Waar in Magister vind ik mijn digitale boeken?
Slide 4 - Open vraag
Wat betekent INH in mijn cijferlijst
A
toets inhalen
B
toets slecht gemaakt
C
toets verkeerd gemaakt
D
docent is nog bezig met nakijken
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
hoe kom ik bij mijn office 365 pakket van school
A
www.office365.nl
B
www.office.com
C
portal.office.com
D
office.portal.com
Slide 7 - Quizvraag
sleepopdracht
Powerpoint
one drive
Word
Microsoft office
Slide 8 - Sleepvraag
sleepopdracht
Excel
Teams
Forms
outlook
Slide 9 - Sleepvraag
Waarom is office 365 handig?
Slide 10 - Woordweb
Waarvoor gebruik je CTRL+ENTER in Word?
A
Nieuw Hoofdstuk
B
Nieuwe Alinea
C
Nieuwe Pagina
D
Nieuwe regel
Slide 11 - Quizvraag
Waarvoor gebruik je CTRL + C in Word?
A
alles selecteren
B
knippen
C
plakken
D
kopiëren
Slide 12 - Quizvraag
Waarvoor gebruik je CTRL + V in Word?
A
alles selecteren
B
knippen
C
plakken
D
kopiëren
Slide 13 - Quizvraag
Waar sla je op school je documenten op?
Slide 14 - Open vraag
Wat is het eerste wat je doet bij het openen van een bestand?
Slide 15 - Open vraag
Je wilt een bestand delen. Op welk symbool moet ik dan klikken.
A
B
C
Slide 16 - Quizvraag
Noem een basisregel van PowerPoint
A
zet zo veel mogelijk informatie in 1 dia
B
maak mooie en goede zinnen
C
zet alleen kernwoorden in een dia
D
Gebruik zoveel mogelijk plaatjes
Slide 17 - Quizvraag
Hoe heet de pagina in een PowerPoint?
A
Pagina
B
Slide
C
Bladzijde
D
Dia
Slide 18 - Quizvraag
Wat zijn overgangen in Powerpoint?
A
Hoe de tekst in beeld komt verschijnen
B
Hoe een afbeelding in beeld komt verschijnen
C
Hoe je van de ene dia naar de andere dia gaat
D
Hoe je de presentatie eindigt
Slide 19 - Quizvraag
Wat kun je doen met Forms?
Slide 20 - Woordweb
Een kolom in Excel staat...
A
Verticaal
B
Horizontaal
Slide 21 - Quizvraag
Een berekening in excel begint altijd met
A
+
B
=
C
-
D
?
Slide 22 - Quizvraag
Je hebt een vraag aan je docent IN. (mevrouw van Bree) Hoe begin je een mail:
Slide 23 - Open vraag
Wat zet je in een mail bij onderwerp toevoegen?
Slide 24 - Open vraag
Wat betekent cc bij de mail?
A
aan wie je hem stuurt.
B
bijlage toevoegen
C
verzenden
D
kopie van de mail versturen.
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Phishing is......
A
een app, die meekijkt wat je aan het doen bent en informatie steelt zoals je wachtwoord
B
een app, die je bestanden op slot zet. Je kunt ze pas weer gebruiken als je losgeld betaalt
C
Doodeng
D
Vissen naar inloggegevens, om die te misbruiken
Slide 27 - Quizvraag
Je hebt op een verkeerde link geklikt. Er verschijnt een bericht op je beeldscherm. Er wordt gezegd dat je bestanden versleuteld zijn. Je kan dit ongedaan maken, door bitcoins te betalen.
Met welke vorm van malware heb je nu te maken?
Met welke vorm van malware heb je nu te maken?
A
Spyware
B
Ransomware
C
Adware
D
Trojan horse
Slide 28 - Quizvraag
Wat zijn cookies?
Slide 29 - Open vraag
Wat denken jullie dat Internet of things inhoudt?
A
Alledaagse, 'slimme' voorwerpen die verbonden zijn met het internet en zo kunnen communiceren met elkaar.
B
Het internet zoals je het thuis gebruikt op je computer, laptop, etc.
C
Een netwerk van smartphones, smartwatches, etc.
D
Een netwerk van robots.
