Blok 7 les 2 -2022 Hoofdstuk 1 basisboek. Methodisch en didactisch handelen
PDO
Les 2: vrijheid binnen een structuur voor oudere kinderen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
PDOMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
PDO
Les 2: vrijheid binnen een structuur voor oudere kinderen
Slide 1 - Tekstslide
Toetsstof:
Basisboek Didactiek, Communicatie en Organisatie
Hoofdstuk 1. Methodisch en didactisch werken
Profielboek Didactiek
Hoofdstuk 2. Uitvoeren van lesactiviteiten (m.u.v. § 2.2)
Basisboek Opvoeding en ontwikkeling
Hoofdstuk 6. Het kind en de groep
Slide 2 - Tekstslide
Vandaag:
- Terugblik vorige les
- Dagritme per leeftijdsfase.
- Energizers - Werkvormen en instructie
Lesdoel:
Aan het einde van de les kun je:
*vertellen hoe het dagritme van kinderen in verschillende leeftijdsasen eruit ziet *Uitleggen waarom spel belangrijk is voor de ontwikkeling
*Ken je verschillende soorten activiteiten en werkvormen en kun je in het kort uitleggen wat deze inhouden
Slide 3 - Tekstslide
Vanaf welke leeftijd kunnen kinderen hun activiteiten op een dag al enigszins plannen
A
2 jaar
B
4 jaar
C
6 jaar
D
9 jaar
Slide 4 - Quizvraag
Vanaf welke leeftijd kun je verwachten dat kinderen zich aanpassen aan het ritme van de groep ?
A
1 jaar
B
2 jaar
C
4 jaar
D
6 jaar
Slide 5 - Quizvraag
Vanaf welke leeftijd ontwikkelen kinderen een eigen sterke wil ?
A
1-2
B
2-4
C
4-6
D
6-9
Slide 6 - Quizvraag
Op welke leeftijd leven kinderen nog heel erg in het nu ?
A
0-1
B
2-4
C
1-2
D
4-6
Slide 7 - Quizvraag
§ 1.2 Vrijheid binnen een structuur voor oudere kinderen
9 - 12 jaar:
Geef meer uitdagingen en vrijheden;
Aangeven van ritme is nu meer aangeven van grenzen;
Concentratieboog groeit.
Slide 8 - Tekstslide
§ 1.2 Vrijheid binnen een structuur voor oudere kinderen
12 - 15 jaar:
Kan beter omgaan met opbouwende feedback;
Grotere mate van zelfstandigheid;
Zelf oplossen
Slide 9 - Tekstslide
§ 1.2 Vrijheid binnen een structuur voor oudere kinderen
15 - 21 jaar:
Dagritme meer verstoord door bijvoorbeeld: laat slapen, vroeg op en invloed op prestaties.
8-9 uur slaap voorwaarde om fit in de dag te staan.
* vanaf ongeveer 20 jaar komt het eigen aangeboren ritme weer terug.
Slide 10 - Tekstslide
Energizer!!!!
Doel?
Bedenk zelf ook een energizer die je in de PDO les maar ook op stage kunt uitvoeren.
Slide 11 - Tekstslide
Energizers in jouw stageklas?
Nog nooit gezien in mijn klas.
Doen we af en toe in mijn klas.
Doen we vaak in mijn klas.
Slide 12 - Poll
§ 1.3 Werkvormen en instructie
Spelen is een levensvoorwaarde voor een kind. - Als een kind niet speelt, is er iets mis. - Kind kan pas spelen als het zich veilig voelt.
Speelleerproces --> kinderen nemen stappen in hun ontwikkeling tijdens het spelen.
Slide 13 - Tekstslide
www.bing.com
Slide 14 - Link
Welke leerervaringen heb je gezien?
Slide 15 - Woordweb
§ 1.3 Werkvormen en instructie
Soorten activiteiten Vrije activiteit > kinderen kunnen zelf kiezen wat ze willen doen.
Aanbodgericht werken > specifieke activiteit waarmee je een doel hebt. Bv: Leerblad met tafelsommen.
Vraaggerichte activiteit > activiteiten afgestemd op de vraag vanuit bijv. ouders of kinderen zelf
Resultaatgericht werken > samen en doelgericht werken om voorafgestelde resultaten te behalen. Bv: een gedragsstickerkaart
Slide 16 - Tekstslide
§ 1.3 Werkvormen en instructie
Verschillende manieren om activiteiten te organiseren:
Kring;
Hoekenwerk;
Tafelgroepen;
Roulatiesysteem;
Groepsactiviteit;
Individuele activiteit.
Geef een voorbeeld van een activiteit passend bij bovenstaande manieren.
Slide 17 - Tekstslide
Didactiek
Je weet wat de leerlingen kunnen (beginsituatie) waar je naar toe wil (doel) en hoe je dat aan gaat pakken.
Slide 18 - Tekstslide
§ 1.3 Werkvormen en instructie
Didactische werkvormen:
Interactievormen > gespreksvormen om meningen, gevoelens en ideeën uit te wisselen. Instructievormen > geeft uitleg en instructie om zo kennis, vaardigheden en houdingen aan te leren. Opdrachtvormen > bijv. zelfstandig werken, samenwerken,
brainstormen en spelvormen.
Kies een werkvorm die past bij datgene dat de kinderen gaan leren.
Bedenk een aantal lesdoelen en kies de werkvorm die je daar het best bij vindt passen.