Blok 7 les 2 -2022 hoofdstuk 1 methodisch en didactisch handelen

PDO
Les 2: vrijheid binnen een structuur voor oudere kinderen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
PDOMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

PDO
Les 2: vrijheid binnen een structuur voor oudere kinderen

Slide 1 - Tekstslide

Toetsstof:

Basisboek Didactiek, Communicatie en Organisatie
Hoofdstuk 1. Methodisch en didactisch werken

Profielboek Didactiek
Hoofdstuk 2. Uitvoeren van lesactiviteiten (m.u.v. § 2.2)

Basisboek Opvoeding en ontwikkeling
Hoofdstuk 6. Het kind en de groep

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag:
- Dagritme jonge kinderen
- Dagritme 9 - 21 jaar
- Energizer
- Werkvormen en instructie



Lesdoel:
Aan het einde van de les kun je:
*Vertellen hoe het dagritme van kinderen in de leeftijd 9-12 eruit ziet
*Uitleggen waarom spel belangrijk is voor de ontwikkeling 
*Ken je verschillende  soorten activiteiten en werkvormen en kun je in het kort uitleggen wat deze inhouden

Slide 3 - Tekstslide

§ 1.2 Vrijheid binnen een structuur voor oudere kinderen
Hoe een dagritme er uit ziet is afhankelijk van de leeftijd.

Opdracht:
Werk in tweetallen uit hoe het dagritme er uit ziet voor de leeftijden 0-1 | 1-2 | 2-4 | 4-6.
 
Enkele tweetallen presenteren.
 
Maak gebruik van bladzijde 10 t/m 14 uit je boek.

Slide 4 - Tekstslide

Vanaf welke leeftijd kunnen kinderen hun activiteiten op een dag al enigszins plannen
A
2 jaar
B
4 jaar
C
6 jaar
D
9 jaar

Slide 5 - Quizvraag

Vanaf welke leeftijd kun je verwachten dat kinderen zich aapassen aan het ritme van de groep ?
A
1 jaar
B
2 jaar
C
4 jaar
D
6 jaar

Slide 6 - Quizvraag

Vanaf welke leeftijd ontwikkelen kinderen een eigen sterke wil ?
A
1-2
B
2-4
C
4-6
D
6-9

Slide 7 - Quizvraag

Op welke leeftijd leven kinderen nog heel erg in het nu ?
A
0-1
B
2-4
C
1-2
D
4-6

Slide 8 - Quizvraag

§ 1.2 Vrijheid binnen een structuur voor oudere kinderen

9 - 12 jaar:
 
Geef meer uitdagingen en vrijheden;
 
Aangeven van ritme is nu meer aangeven van grenzen;
 
Concentratieboog groeit.





Slide 9 - Tekstslide

§ 1.2 Vrijheid binnen een structuur voor oudere kinderen

Energizer!!!!

Slide 10 - Tekstslide

§ 1.2 Vrijheid binnen een structuur voor oudere kinderen

12 - 15 jaar:

Kan beter omgaan met opbouwende feedback;
 
Grotere mate van zelfstandigheid;
 
Zelf oplossen

Slide 11 - Tekstslide

§ 1.2  Vrijheid binnen een structuur voor oudere kinderen
15 - 21 jaar:
 
Dagritme meer verstoord door bijvoorbeeld: laat slapen, vroeg op en invloed op prestaties.
8-9 uur slaap voorwaarde om fit in de dag te staan. 

* vanaf ongeveer 20 jaar komt het eigen aangeboren ritme weer terug. 

Slide 12 - Tekstslide

§ 1.3  Werkvormen en instructie
Spelen is een levensvoorwaarde voor een kind.
- Als een kind niet speelt, is er iets mis.
- Kind kan pas spelen als het zich veilig voelt.

Speelleerproces --> kinderen nemen stappen in hun ontwikkeling
                                        tijdens het spelen.

Slide 13 - Tekstslide

§ 1.3  Werkvormen en instructie

Maak paragraaf 1.1 en 1.2 in je werkboek

Slide 14 - Tekstslide

Kijkopdracht
Noteer alle leermomenten van het volgende filmpje

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Soorten activiteiten
Zoek op in je boek en noteer blz. 22/23)
Welke activiteiten worden en genoemd?
 Geef van elk een voorbeeld.

Slide 17 - Tekstslide

§ 1.3  Werkvormen en instructie
Soorten activiteiten 
Vrije activiteit > kinderen kunnen zelf kiezen wat ze willen doen.

Aanbodgericht werken > specifieke activiteit waarmee je een doel
                                                hebt. Bv: Leerblad met tafelsommen.

Vraaggerichte activiteit > activiteiten afgestemd op de vraag                                                               vanuit bijv. ouders of kinderen zelf

Resultaatgericht werken > samen en doelgericht werken om
                                                   voorafgestelde resultaten te behalen.                                                         Bv: een gedragsstickerkaart

Slide 18 - Tekstslide

§ 1.3  Werkvormen en instructie
Verschillende manieren om activiteiten te organiseren:

Kring;
Hoekenwerk;
Tafelgroepen;
Roulatiesysteem;
Groepsactiviteit;
Individuele activiteit.

Geef een voorbeeld van een activiteit passend bij bovenstaande manieren.

Slide 19 - Tekstslide

§ 1.3  Werkvormen en instructie
Didactische werkvormen:

Interactievormen > gespreksvormen om meningen, gevoelens en
                                       ideeën uit te wisselen.
Instructievormen > geeft uitleg en instructie om zo kennis,
                                        vaardigheden en houdingen aan te leren. 
Opdrachtvormen > bijv. zelfstandig werken, samenwerken, 
                                      brainstormen en spelvormen.

Kies een werkvorm die past bij datgene dat de kinderen gaan leren.

Slide 20 - Tekstslide

Volgende les
Boek en werkboek mee

Slide 21 - Tekstslide