Hoofdstuk 6: Armoede in Afrika

Armoede in Afrika
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Armoede in Afrika

Slide 1 - Tekstslide

Wat is ruimtelijke ongelijkheid?

Slide 2 - Open vraag

Armoede in Afrika
Veel ruimtelijke ongelijkheid in Afrika


Armoede wordt veroorzaakt door:
- interne factoren
- externe factoren

Slide 3 - Tekstslide

Armoede in Afrika: Interne factoren
- ongunstige relatieve ligging
- oorlog
- corruptie
- ziektes
- mono-economie.

Slide 4 - Tekstslide

Welke is volgens jou het meest belangrijk als verklaring voor armoede?
A
Ongunstige ligging
B
Oorlog
C
Corruptie
D
Mono-economie

Slide 5 - Quizvraag

Verklaar je antwoord bij de vorige vraag

Slide 6 - Open vraag

Ongunstige relatieve ligging
Landlocked countries: geen toegang tot goedkoop zeevervoer (containers).

Sommige producten (zoals auto's) erg duur.

Import zeecontainer voor landlocked country: $ 3.884
In een land dat grenst aan zee: $1.434

Bepaalt geografie ontwikkelingsmogelijkheden?

Slide 7 - Tekstslide

Oorlog
- Dictators, regimes
- Tussen 1990 en 2000 vielen er in Afrika meer doden door oorlog, dan in de rest van de wereld samen

Slide 8 - Tekstslide

Corruptie
Good governance: Goede, betrouwbare overheid en inspraak burgers

Corruptie / omkoping

Slide 9 - Tekstslide

Ziektes
Bijvoorbeeld Aids

Slide 10 - Tekstslide

Mono-economie
Diversificatie

Exportvalorisatie

Slide 11 - Tekstslide

Sleep de factoren naar de juiste dimensie
Economisch
Natuurlijk

Politiek

Sociaal-cultureel


Ongunstige ligging
Oorlog
Corruptie
Ziektes
Mono-economie

Slide 12 - Sleepvraag

Welke maatregel zou jij nemen om armoede te bestrijden? (noem er 1!)

Slide 13 - Open vraag

Volgende keer:
Externe factoren

Slide 14 - Tekstslide

Armoede in Afrika: Externe factoren
Armoede in Afrika

Slide 15 - Tekstslide

Armoede in Afrika (2)

Slide 16 - Tekstslide

Armoede in Afrika: Externe factoren
Neokolonialisme
Landbouwsubsidies
Braindrain

Slide 17 - Tekstslide

Neokolonialisme
Neo-kolonialisme: Nieuwe vorm van kolonialisme

Landbouwgrond: 
- Genoeg voor voedselproductie voor Afrikanen en daarbuiten
- Maar: In handen van multinationals (MNO's), uit:
     - Westerse landen
     - Opkomende landen (China, Brazilië, India)
     - Midden-Oosten: Qatar, Saudi-Arabië, Koeweit --> Landlease (huren van grond) 

Land grabbing (landroof): het gebruik van land door andere landen, zorgt voor voedseltekorten:
- Zelf minder ruimte om voedsel te verbouwen
- Voedsel dat er verbouwd wordt gaat naar andere landen

Slide 18 - Tekstslide

Neokolonialisme
Neo-kolonialisme: Nieuwe vorm van kolonialisme

Nadelen:
- Slecht salaris en slechte arbeidsomstandigheden
- Goede banen gaan naar werknemers bedrijf
- Winsten gaan naar eigenaren bedrijven
- Geen investeringen

(mogelijke) Voordelen:
- Groei werkgelegenheid
- Toename kennis
- Verbetering infrastructuur



Slide 19 - Tekstslide

Landbouwsubsidies
VS en EU steunen hun boeren
In 2019 58 miljard steun in EU, waarvan 70% inkomenssteun was
--> Subsidies

Daardoor daalt de prijs en is voedsel binnen de EU betaalbaar

--> Er wordt teveel geproduceerd

Veel goederen in andere gebieden (Afrika) tegen lage prijzen: Dumping
Positief: Afrikanen hebben (ook!) goedkoop eten
Negatief: Afrikaanse boeren kunnen hiertegen niet concurreren, gaan failliet / stoppen en er is minder voedselproductie in Afrika. --> voedsel moet geïmporteerd worden. 
Liberalisering: vrije handel

Slide 20 - Tekstslide

Landbouwsubsidies
Optie: invoerheffingen

Maar:
Vanwege schuld bij Westerse landen eisten Westerse landen dat Afrikaanse landen geen protectiemaatregelen zouden nemen.

Slide 21 - Tekstslide

Braindrain
Vertrek hoogopgeleid personeel (o.a. in de zorg!): Braindrain
Maar: sturen wel geld terug: Remittances

Slide 22 - Tekstslide

Positieve ontwikkelingen
Mobiele telefonie
Ondernemerschap en microkredieten



Slide 23 - Tekstslide

Mobiele telefonie
Meer en snellere informatie:
- Marktprijzen (voedsel)
- Politieke situatie / veranderingen
- Informatie over familie

Werk (verkooppunten)

Minder risico's (tijdig geïnformeerd bij ramp, oorlog of epidemie)

Bankieren (mobile banking)






Slide 24 - Tekstslide

Ondernemerschap en microkredieten
Ondernemersklimaat: Vrij slecht, maar:
- Verschil stad en land
- Start-ups 

Let op: verschil informele sector en zzp-er!

Microkredieten: 
- Kleine lening (bijv. 50-500 euro)
- Tegen een lage rente
- Waarmee men een eigen bedrijfje kan opbouwen
- Alternatieve lening t.o.v. lening op de markt met torenhoge rentes!

Maar: Soms juist in cirkel van armoede!



Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag!
Magister

Slide 26 - Tekstslide