oefentoets spijsvertering

Onverzadigde vetten zijn goede vetten
A
Juist
B
Onjuist
1 / 28
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Onverzadigde vetten zijn goede vetten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verteringssappen bevatten enzymen. Wat zijn enzymen?
A
indicatoren
B
slotjes voor sleutels
C
stoffen die processen versnellen
D
stofjes die het beste werken bij 37 graden

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraten zijn:
A
Voedingsmiddelen
B
Voedingsstoffen
C
Organische stoffen
D
Anorganische stoffen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van dit orgaan in de spijsvertering?
A
Gal verwijderen
B
Gal maken
C
Gal opslaan
D
Gal verteren

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een koolhydraat?
A
Suiker
B
Eiwit
C
Water
D
Vitaminen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat hoort niet bij de spijsvertering?
A
mond
B
hart
C
darm
D
maag

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vetachtige stof zit in verzadigde vetten?
A
Dierlijk vet
B
onverzadigde vet
C
cholesterol
D
eiwitten

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gal heeft dezelfde werking als een enzym
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is de werking van gal op de spijsbrei
A
gal emulgeert vetten
B
het enzym van gal breekt eiwitten af
C
gal zorgt ervoor dat de spijsbrei zuur wordt

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In sportvoeding zitten veel eiwitten. Eiwitten zijn belangrijk voor de:
A
botten
B
hersenen
C
spieropbouw
D
nieren

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraten zijn:
A
Brandstoffen
B
Beschermende stoffen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraten worden in de spijsvertering afgebroken tot
A
Vetzuren en glycerol
B
Aminozuren
C
Glucose

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een eiwit is een...
A
Voedingsstof
B
Voedingsmiddel

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lipase is een enzym dat zetmeel afbreekt in de mond
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Amylase is een enzym dat vetten afbreekt
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

aminozuren zijn de verteringsproducten van eiwitten
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

glucose is het verteringsproduct van koolhydraten
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het nut van vezels voor de spijsvertering?


A
Ze schuren de darmwand aan de binnenkant, zodat deze vrij van ‘aangekoekte’ voedselresten blijft.
B
Ze zorgen voor een goede darmwerking en voor ontlasting die zacht en soepel is.
C
Beide antwoorden zijn juist.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet de maag aan de spijsvertering ?
A
voedsel kneden en mengen met maagsap
B
niets
C
glucagon toevoegen
D
indikken voedsel

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er in je dunne darm?
A
Opname vocht
B
Opname voedingsstoffen
C
Opslagplaats voedsel
D
Helemaal niets

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede volgorde van je spijsvertering?
A
slokdarm, maag, dikke darm, dunne darm
B
mondholte, slokdarm, dunne darm, maag
C
mondholte, slokdarm, maag, dunne darm
D
dikke darm, dunne darm, mondholte, maag

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanuit welk spijsverteringsorgaan wordt het meeste water opgenomen in de bloedbaan?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vetten zijn de 'gezonde vetten'?
A
verzadigde vetten
B
onverzadigde vetten

Slide 23 - Quizvraag

Weet je het antwoord even niet? 
Dit geeft niks, je kan altijd even een dia terug om de informatie bij het plus en vraagteken te lezen. Hier vind je zeker het goede antwoord!
Je ziet hier een afbeelding van de spijsverteringsorganen. De naam van nummer 03 is ...
A
maag
B
lever
C
alvleesklier
D
galblaas

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de dunne darm
A
Afval stoffen toevoegen
B
voedingsstoffen opnemen
C
Slechte stoffen opnemen
D
toevoegen van water

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De spijsvertering eindigt bij de anus, waar BEGINT de spijsvertering?
A
In de maag
B
In de dikke darm
C
In de mond
D
In de slokdarm

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de luchtpijp ligt voor de slokdarm
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van dit orgaan in de spijsvertering?
A
Gal verwijderen
B
Gal maken
C
Gal opslaan
D
Gal verteren

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies