Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 96.
Huiswerk controle:
2.14 & 2.15 opdracht 3, 4 & 5
Slide 2 - Tekstslide
2. Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
- kun je een informatieve tekst schrijven;
- kun je een reclametekst schrijven;
- weet je wat woorden met een negatieve of positieve gevoelswaarde zijn;
Slide 3 - Tekstslide
3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie.
Gijs, Jochem & Jamie
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
Jessica, Niek, Jaysen & Krystian
- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten.
n.v.t.
Slide 4 - Tekstslide
Verdiept arrangement:
Verdiept: Gijs, Jochem & Jamie
Huiswerk noteren + maken:
les: 2.16
blz: 96
opdr: -
Slide 5 - Tekstslide
Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check.
Er is geen mini-check vandaag. Iedereen doet mee met de instructie.
Slide 6 - Tekstslide
Wie maakt wat:
3 of meer vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 2.16 - ...
De rest doet mee met de instructie.
Slide 7 - Tekstslide
4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia.
Slide 8 - Tekstslide
Informatieve tekst
Je gaat een tekst schrijven. Je krijgt hier 2 les uren de tijd voor, vandaag en de volgende les van Nederlands.
Je gaat een reclametekst schrijven voor de Jumbo.
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 1
Stap 1: Maak een woordweb over de Jumbo.
Je gaat dingen bij dit woordweb schrijven die te maken hebben met de jumbo en met reclame. (Je schrijft minimaal 10 dingen op die te maken hiermee hebben).
Stap 2: Je omcirkelt 5 woorden waarover je gaat schrijven.
Klaar met stap 1 en 2? Laat je woordweb dan aan de leerkracht zien.
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht 2
Ga informatie zoeken over de vijf woorden die je hebt omcirkelt.
Deze informatie schrijf je op een kladblaadje. Deze informatie gebruik je de volgende les voor het schrijven van een reclame tekst.
Per woord ga je informatie zoeken waardoor je meer weet van dit woord.
Bijvoorbeeld:
Max Verstappen: is een Nederlandse autocoureur. Hij rijdt races in de Formule 1 en is drie keer wereldkampioen geworden. Hij woont nu in Monaco. Zijn vader was ook een autocoureur.
Formule 1: is een competitie waarin autocoureurs tegen elkaar racen in snelle auto's. Ze racen in verschillende landen over de hele wereld, zoals Amerika, China, Nederland & Spanje.
Slide 11 - Tekstslide
5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Jessica, Niek, Jaysen & Krystian:jullie gaan zelfstandig les 2.16 opdracht 1 & 2
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Had je alle vragen van de mini-check fout? Wij maken samen opdracht 1
Slide 12 - Tekstslide
Jumbo
Slide 13 - Tekstslide
6. Zelfstandig werken
Lees goed de de opdracht in LessonUp.
Je maakt opdracht 1 & 2.
--> Laat na opdracht 1 dit zien aan de leerkracht
Ben je klaar?
1. Nakijken en verbeteren
2. Lezen in een leesboek.
timer
1:00
Slide 14 - Tekstslide
7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Heb je nog ergens vragen over?
Evaluatie leerdoelen:
- kun je een informatieve tekst schrijven;
- kun je een reclametekst schrijven;
- weet je wat woorden met een negatieve of positieve gevoelswaarde zijn;