Parkinson

leerdoelen
Aan het einde van deze twee lessen kun je...
 ...uitleggen wat de term NAH betekent, heb je inzicht in het verschil tussen traumatisch en niet traumatisch hersenletsel en kun je voorbeelden noemen.
...beredeneren wat de gevolgen van NAH zijn in de directe omgeving en voor de naasten en kun je hierbij verpleegkundige diagnoses en interventies benoemen.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AFPMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

leerdoelen
Aan het einde van deze twee lessen kun je...
 ...uitleggen wat de term NAH betekent, heb je inzicht in het verschil tussen traumatisch en niet traumatisch hersenletsel en kun je voorbeelden noemen.
...beredeneren wat de gevolgen van NAH zijn in de directe omgeving en voor de naasten en kun je hierbij verpleegkundige diagnoses en interventies benoemen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet traumatisch hersenletsel
  • CVA (beroerte) 
  • Ontsteking hersenen/hersenvlies (encefalitis/ meningitis)
  • Tumor
  • Overmatig alcohol- en drugsgebruik
  • Epilepsie
  • Als gevolg van neurologische aandoeningen zoals Parkinson, dementie en Multiple Sclerose.
  • Na reanimatie
  • Bijna verdrinking
  • COVID-19

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Traumatisch hersenletsel

Zonder schedelletsel:
Harde klap/knal tegen het hoofd, bijv. bij (verkeers)ongeluk
Shaken baby-syndroom

Met schedelletsel:
Binnendringen van botgedeeltes als gevolg van schedelbreuk.
Binnendringen van een voorwerp, zoals een kogel, steekwapen of ijzeren voorwerp.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

feitjes over NAH
  • NAH ontstaat na de geboorte.
  • Het kan ontstaan door verschillende oorzaken.
  • Er ontstaat een breuk in de levenslijn. Door deze breuk is er sprake van een veranderd leven. Er is een tijd van vóór en een tijd na het hersenletsel. 
  • Hersenletsel verandert mensen, bijna niemand wordt weer zoals hij of zij was.
  • NAH is geen diagnose maar een verzamelnaam van allerlei aandoeningen in het brein.

 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zichtbare (lichamelijk) gevolgen

  • Hemiplegie (verlamming aan één kant)
  • Hemiparese (gedeeltelijke halfzijdige verlamming)
  • Hemianopsie (visuele aandoening)
  • Apraxie
  • Incontinentie
  • Epilepsie



Onzichtbare gevolgen

  • Cognitief: aandacht- en concentratievermogen, vermoeidheid, geheugenstoornis (agnosie)
  • Communicatief: taal en spraakstoornissen (afasie, dysartrie)
  • Gedragsmatig: geen/verminderd ziekte inzicht, rusteloos, agressief, teruggetrokken
  • Emotioneel: karakterverandering, decorumverlies, verminderd zelfvertrouwen, onzekerheid, depressie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersengebieden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling?
(Neuro)revalidatie 

met o.a. neuroloog, neuroverpleegkundige, psycholoog, fysiotherapeut, ergotherapeut, logopedist, gedragskundige, spelactiviteitentherapeut etc.

Zeer weinig mensen herstellen volledig na hersenletsel.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verpleegkundige taken
  • Begeleiden bij afasie
  • Huidverzorging verlamde lichaamshelft
  • Begeleiden bij verminderd zicht
  • Mondverzorging
  • Begeleiden bij geheugenverlies
  • Begeleiden van apraxie
  • Begeleiden bij emotioneel gedrag
  • Voorkomen van bedcomplicaties
  • Psychosociale zorg

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Parkinson
Op het celniveau is de ziekte van Parkinson het resultaat van het verlies van (donkere) zenuwcellen die dopamine produceren in het hersengebied dat de substantia nigra (de zwarte kern) heet. 
Dopamine is een boodschapper, neurotransmitter) in de hersenen die het mogelijk maakt voor zenuwcellen om met elkaar te communiceren. Het is belangrijk voor bepaalde functies van het zenuwstelsel, zoals beweging, genot, aandacht, stemming en motivatie. Een te kort zorgt er dus voor dat er problemen ontstaan met deze functies.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen: motorische klachten
De klachten verschillen van persoon tot persoon en vaak ook van moment tot moment:
  • Beven
  • Stijfheid
  • bewegingstraagheid
  • Moeite uitvoeren dagelijkse handelingen
  • Houdingsproblemen, hierdoor balansverstoring en vallen
  • Maskergelaat

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

niet motorische klachten
  • vergeetachtigheid
  • concentratieproblemen
  • moeite met begrijpen, verstand wordt niet aangetast
  • kwijlen / droge mond
  • droge mond
  • obstipatie / moeite met mictie
  • schommelingen van de bloeddruk
  • vermoeidheid, stemmingsstoornissen, depressie, gedragsveranderingen
  • verhoogde kans op dementie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Zoek uit wat de volgende termen betekenen, wat de kenmerken en wat de impact is voor de zorgvrager:
- Afasie
- Apraxie (2 vormen)
- Neglect
- Agnosie
Gebruik de sites van Hersenstichting en/of Hersenletsel
 

Slide 15 - Tekstslide

zie favo

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies