Spelling thema 7 week 3 les 2
1 / 12
Lesduur is: 25 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe herken ik een voltooid deelwoord?
Slide 2 - Open vraag
Staat er in onderstaande zin een voltooid deelwoord:
Hij heeft zijn eten netjes opgegeten.
Hij heeft zijn eten netjes opgegeten.
Slide 3 - Open vraag
Staat er in onderstaande zin een voltooid deelwoord:
Hij speelt vanmiddag met de hond.
Hij speelt vanmiddag met de hond.
Slide 4 - Open vraag
Herken het voltooid deelwoord; welke is juist?
A
vliegen
B
vlogen
C
vliegt
D
gevlogen
Slide 5 - Quizvraag
Herken het voltooid deelwoord; welke is juist?
A
spelen
B
speelt
C
gespelen
D
gespeeld
Slide 6 - Quizvraag
Maak de zin af:
Wij hebben gisteren een toets ...... (maken)
Wij hebben gisteren een toets ...... (maken)
Slide 7 - Open vraag
Waarom schreef ik gemaakt met een -t- op het einde?
Slide 8 - Open vraag
Maak de zin af:
Hij heeft het vlees .........(braden)
Hij heeft het vlees .........(braden)
Slide 9 - Open vraag
Waarom schreef ik gebraad met een -d- op het einde?
Slide 10 - Open vraag
Verleden tijd enkelvoud:
Hij fax..... de brief naar zijn ouders. (+te of + de)
Hij fax..... de brief naar zijn ouders. (+te of + de)
Slide 11 - Open vraag
Verleden tijd enkelvoud:
Ik raad.... het goede antwoord (+te of + de)
Ik raad.... het goede antwoord (+te of + de)
