Herhaling over taal blok 1-6

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Vandaag:

Herhaling over taal blok 1-6

Deze woordraadstrategieën ken je al:

- Zoek een tegenstelling

Zorgvuldig - onzorgvuldig

- Zoek een voorbeeld

Veel festivals, zoals Pinkpop, worden uitgesteld door corona.

- Zoek een omschrijving of definitie (nauwkeurig)

- Zoek een synoniem

Deze docent geeft fijne lessen. Hij is een goede leraar.

Ook kijken waaruit het woord bestaat, is een woordraadstrategie.

Wat zijn verwijswoorden?

1. Een woord dat een schuldige aanwijst.
2. Een groepje woorden.
3. Een woord dat verwijst naar een ander woord of stukje tekst.
4. Een woord dat gebruikt wordt om de tekst beter leesbaar te maken.

Samenstellingen

- Woorden die bestaan uit twee of meer andere woorden

Langetermijnplanning

Adembenemend

Luchtgekoeld

Afleidingen

- Woorden met een voorvoegsel of een achtervoegsel

Waardeloos

Onnodig

Andere taal

- Soms herken je een woord door je kennis van een andere taal

Fairtradehandel

Coldcaseteam

Wat zijn samenstellingen?

Wat zijn afleidingen?

afleiding en grondvorm:

Als je de voor- of achtervoegsels van de afleiding afhaalt, houd je de grondvorm over.

herexamen, (her)examen, examen

roodachtig, rood(achtig), rood

oneerlijk, (on)eerlijk, eerlijk

eerlijk, eer(lijk), eer

Wat heb je nodig voor een afleiding? Woordsoorten!

Woordsoorten: zelfstandige, bijvoeglijke naamwoorden, werkwoorden

Voorvoegsels bijvoorbeeld: des- / on- / in- / ver-

Achtervoegsels bijvoorbeeld: -loos/ -baar / -ig / -heid / -ing/ -achtig

Samenstellingen

woord + woord

Afleidingen

voorvoegsel + woord

woord +achtervoegsel 

vv + woord + achterv

Onhandig
Voetbalstadion

Draagbaar

Koopovereenkomst

Wat is het verschil tussen een afleiding en een samenstelling?

Opdracht

Het voorvoegsel on- betekent niet of zonder.

Geef bij de volgende woorden aan of het woord niet of zonder betekent.

onbegrip

1. niet
2. zonder

onbelangrijk

1. niet
2. zonder

ongeluk

1. niet
2. zonder

onschuld

1. niet
2. zonder

onvolledig

1. niet
2. zonder

adem

- loos: zonder

- achtig: lijkt op, tamelijk veel

- aar: iemand die het doet

- waarts: die richting op

bedelen

- loos: zonder

- achtig: lijkt op, tamelijk veel

- aar: iemand die het doet

- waarts: die richting op

leugen

- loos: zonder

- achtig: lijkt op, tamelijk veel

- aar: iemand die het doet

- waarts: die richting op

raadsel

- loos: zonder

- achtig: lijkt op, tamelijk veel

- aar: iemand die het doet

- waarts: die richting op

oost

- loos: zonder

- achtig: lijkt op, tamelijk veel

- aar: iemand die het doet

- waarts: die richting op

smaken

- loos: zonder

- achtig: lijkt op, tamelijk veel

- aar: iemand die het doet

- waarts: die richting op

tekenen

- loos: zonder

- achtig: lijkt op, tamelijk veel

- aar: iemand die het doet

- waarts: die richting op

treuzelen

- loos: zonder

- achtig: lijkt op, tamelijk veel

- aar: iemand die het doet

- waarts: die richting op

Wat is een afleiding (van een woord)?

• Woorden waar een voorvoegsel aan vastgeplakt is, noem je een afleiding
  
• Woorden waar een achtervoegsel aan vastgeplakt is, noem je een afleiding
• Woorden waar een voorvoegsel en een achtervoegsel aan vastgeplakt is, noem je een afleiding

Maak een afleiding van het woord 'bakken'.

Maak een afleiding van het woord 'opmerken'.

Wat is de stellende trap in het rijtje
... - beter - best?

Wat is de vergrotende trap in het rijtje
lief - ... - liefst?

Wat is de overtreffende trap in het rijtje
weinig - minder - ...?

Welk verwijswoord hoort er op de puntjes?

Ze wees naar het boek ... op de kast lag.

1. die
2. dat

Welk verwijswoord hoort er op de puntjes?

De telefoon ... ze kwijt was, bleek in haar tas te zitten.

1. die
2. dat

Hij, die, deze, zijn zijn verwijswoorden voor een

1. mannelijk de-woord meervoud
2. vrouwelijk de-woord enkelvoud
3. mannelijk de-woord enkelvoud
4. onzijdig het-woord enkelvoud

De verwijswoorden: "het/zijn"
verwijzen naar....

1. een "het" woord
2. een "de" woord

Welke verwijswoorden?

1. Hij, hem, zijn
2. Zij/ze, haar
3. Zij/ze, hun

Welk verwijswoord is juist? Die of dat?

1. Het voetbaltoernooi die...
2. Het voetbaltoernooi dat...