Woche 16 3.S

Heute Donnerstag den 21. April 2022

Grammatik wiederholen

Zusammen Lesen

1 / 27

Slide 1: Tekstslide

DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Heute Donnerstag den 21. April 2022

Grammatik wiederholen

Zusammen Lesen

Slide 1 - Tekstslide

Klassenarbeit Kapitel 4

am 11. Mai 1. Stunde

Buch mitnehmen, wir starten danach direkt mit Kapitel 5.

Slide 2 - Tekstslide

Gram. B trappen van vergelijking

klein kleiner het kleinst

klein kleiner am kleinsten

met een t of d => neu e sten

met ß, s, sch, z => beit e sten

met a u o en 1 lettergreep => een Umlaut

Slide 3 - Tekstslide

Trappen van vergelijking

even NL = als DE = genau ...... wie

groter NL = dan DE = als

Alles klar?

Fragen?

Slide 4 - Tekstslide

schrijf alle 3 trappen op van (alleen spatie)
jong

Slide 5 - Open vraag

schrijf alle 3 trappen op van (alleen spatie)
vaak

Slide 6 - Open vraag

schrijf alle 3 trappen op van (alleen spatie)
hoog

Slide 7 - Open vraag

schrijf alle 3 trappen op van (alleen spatie)
slecht

Slide 8 - Open vraag

schrijf alle 3 trappen op van (alleen spatie)
grappig

Slide 9 - Open vraag

Starke Verben (oder nicht)

Präsens (=tegenwoordige tijd)

und

Partizip Perfekt (=voltooid deelwoord)

Slide 10 - Tekstslide

Lees de zin goed door en vul de juiste vorm in van het werkwoord tussen haakjes.
Du (nehmen) die Blumen mit?

Slide 11 - Open vraag

Lees de zin goed door en vul de juiste vorm in van het werkwoord tussen haakjes.
Ich habe mein Essen (essen).

Slide 12 - Open vraag

Lees de zin goed door en vul de juiste vorm in van het werkwoord tussen haakjes.
Ihr (helfen) uns beim Aufräumen, das ist toll.

Slide 13 - Open vraag

Lees de zin goed door en vul de juiste vorm in van het werkwoord tussen haakjes.
Er (heben=tillen) diese schwere Koffer hoch.

Slide 14 - Open vraag

Lees de zin goed door en vul de juiste vorm in van het werkwoord tussen haakjes.
Die Katze hat ihre Milch auf (lecken)

Slide 15 - Open vraag

Lees de zin goed door en vul de juiste vorm in van het werkwoord tussen haakjes.
Ich (sprechen=spreken) mit dir, schau mich an!

Slide 16 - Open vraag

Lees de zin goed door en vul de juiste vorm in van het werkwoord tussen haakjes.
Wir haben die Frau nicht (sehen)

Slide 17 - Open vraag

Lees de zin goed door en vul de juiste vorm in van het werkwoord tussen haakjes.
Sie (ev) (lesen) das Buch in einem Abend aus.

Slide 18 - Open vraag

Lees de zin goed door en vul de juiste vorm in van het werkwoord tussen haakjes.
Du (sehen) das falsch!

Slide 19 - Open vraag

Lees de zin goed door en vul de juiste vorm in van het werkwoord tussen haakjes.
Du (segeln=zeilen) in einer Regatt mit?

Slide 20 - Open vraag

Test jezelf

4.6 und 4.7

Digital machen

oder

gemeinsam lesen

Slide 21 - Tekstslide

Aktiviere dich!

Slide 22 - Tekstslide

Bernstein an der Ostseeküste

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Voorzetsels

3. 4. 3/4

uit = aus door = durch an = aan

bij = bei voor = für (niet letterlijk) auf = op

met = mit tegen = gegen hinter =achter

na/naar = nach zonder = ohne neben = naast

sinds = seit om = um in = in

van = von über = over

naar(toe)= zu unter = onder

vor = voor

zwischen = tussen

Slide 25 - Tekstslide

Persoonlijke vnw

ik jij hij zij het wij jullie zij + u

ich du er sie es wir ihr sie Sie

Onderwerp

mij jou hem haar hem ons jullie hen/hun u

mir dir ihm ihr ihm uns euch ihnen Ihnen

Meewerkend voorwerp

mij jou hem haar het ons jullie zij + u

mich dich ihn sie es uns euch sie Sie

Lijdendvoorwerp

Slide 26 - Tekstslide

Denk bij het maken van je zinnen aan:

Stap 1 Voorzetsels 3, 4 of 3/4

Stap 2 Werkwoorden (hebben jullie bijna niet!)

Stap 3 a persoonsvorm

3 b onderwerp = 1. Fall Wie/Wat + alle werkwoorden

3 c lijdend vw = 4. Fall Wie/Wat + alle werkwoorden + onderwerp

3 d meew.vw = 3. Fall aan of voor wie (+ alles hierboven 3c)

Slide 27 - Tekstslide