In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
§2.2 Cultuur en samenleving in de Republiek
Slide 1 - Tekstslide
In welk werelddeel verdient de Republiek het meeste geld?
Slide 2 - Sleepvraag
Leg uit hoe de losse compagnieën ervoor zorgen dat iedereen minder verdient
Slide 3 - Open vraag
Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Hoe de samenleving van de Gouden Eeuw eruitziet
- Wat kenmerkend is voor de cultuur van de Republiek en hier voorbeelden van benoemen
- Dat er in de 17de eeuw een wetenschappelijke revolutie plaatsvindt
Slide 4 - Tekstslide
Zet de bevolkingsgroepen van de Republiek op de juiste plek van de sociale piramide
Regenten
Zeer rijke handelfamilies die veel politieke macht hebben
Gegoede burgerij
Groep van winkeliers en gespecialiseerd ambachtslieden
Kleine burgerij
Loonarbeiders die voor een baas werken
Het gemeen
Mensen zonders vast werk, werklozen, ouderen en zieken
Slide 5 - Sleepvraag
Bevolkingslagen
Regenten
Winkeliers en ambachtslieden
Loonarbeiders
De armen
Slide 6 - Tekstslide
Wat is de kritiek van sommige mensen op de term 'de Gouden Eeuw'?
Slide 7 - Open vraag
Migratie
Veel inwoners van de Republiek komen uit het buitenland
Deze migratie heeft twee redenen:
Protestanten en Joden vluchten voor onderdrukking
Arme mensen hopen in de Republiek werk te vinden
Slide 8 - Tekstslide
Filmpje
Migratie in de Republiek
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Kunst
Door de welvaart is er in de Republiek genoeg geld voor kunst
Amsterdam groeit zo met mooie huizen en de grachtengordel
Maar mensen met een beetje geld kopen ook schilderijen
De bekendste schilder is Rembrandt van Rijn
Slide 11 - Tekstslide
Smal
Grachtenpanden zijn vaak smal, omdat belasting wordt betaald voor de breedte van de gevel
Hijsbalken
Hijsinstalaties werden gebruikt om goederen vanaf de straat naar de pakzolder te hijsen
Pakzolder
In veel grachtenpanden woonden kooplieden. Hun woonhuis werd deels gebruikt om goederen in op te slaan.
Bel-etage
Hier bevonden zich de belangrijkste kamers van het huis. Zoals een ontvangstruimte, werkkamer en eetkamer. Deze etage ligt net boven straatniveau voor het geval de gracht overstroomd.
Souterrain
Het souterrain ligt op straatniveau. Het is daarom geen kelder. Wel heeft het souterrain erg lage plafonds. Hier bevond zich de keuken en de kamers voor het personeel.
Slide 12 - Tekstslide
Een burgerlijke cultuur
In Europa kopen vorsten en de katholieke kerk kunst
In de Republiek is geen vorst en een protestante kerk
De burgers kopen de kunst
De cultuur wordt bepaald door de burgers
Slide 13 - Tekstslide
Soorten schilderijen
Portretten
Schuttersstukken
Stadsleven
Landschappen
Het alledaagse leven
Slide 14 - Tekstslide
Het melkmeisje
Johannes Vermeer
Ca. 1660
Slide 15 - Tekstslide
§2.2 Cultuur en samenleving in de Republiek
Slide 16 - Tekstslide
Leg de bijzondere culturele positie van de Republiek uit aan de hand van 'Het melkmeisje'.
Slide 17 - Open vraag
Wetenschappelijke revolutie
1. Men laat zich niet meer tegenhouden door de kerk. (Spinoza), mensen gaan zelf en logisch denken. 2. Er werden ontdekkingen en uitvindingen gedaan. (bv. Newton, Huygens,
v.Leeuwenhoek) 3. Door handel en contacten veranderde het wereldbeeld
Slide 18 - Tekstslide
Antoni van
Leeuwenhoek
Slide 19 - Tekstslide
Onderzoek doet men op een bepaalde manier. Zet de stappen in een logische volgorde
1
2
3
4
Er is een probleem
Je gaat het probleem observeren (goed ernaar kijken)
Je gaat experimenteren (oplossingen uitproberen)
Je gaat redeneren (nadenken en conclusies trekken over wat gebeurd is)
Slide 20 - Sleepvraag
Waar was het nuttig voor?
Scheepsvaart
Medische kennis
Kanonskogels vuren
Biologie
Leegpompen meer
Slide 21 - Sleepvraag
Filmpje
Newton
Slide 22 - Tekstslide
Religie in de Republiek
-De Calvinistische kerk was de belangrijkste kerk. Rooms-katholieken mochten alleen thuis hun geloof beoefenen.
(Google: "ons lieve heer op solder")
- Toch accepteerde men elkaars geloof, deze verdraagzaamheid was er niet in andere landen.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
aan de slag
Lezen: §2.3 en leerdoelen aanstrepen en uitwerken in je schrift