PW - VS, SU en Duitsland in het Interbellum HAVO

Hoe noemen we de periode tussen 2 oorlogen?
A
Interbellum
B
Tussentijd
C
La belle epoque
D
Roaring twenties
1 / 32
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoe noemen we de periode tussen 2 oorlogen?
A
Interbellum
B
Tussentijd
C
La belle epoque
D
Roaring twenties

Slide 1 - Quizvraag

In welk jaar wordt de Sovjet-Unie opgericht?
A
1914
B
1917
C
1918
D
1922

Slide 2 - Quizvraag

Welke volgorde van Russische leiders van vroeger naar later is juist?
A
Tsaar - Stalin - Lenin
B
Lenin - Stalin - Tsaar
C
Tsaar - Lenin - Stalin
D
Stalin - Lenin - Tsaar

Slide 3 - Quizvraag

De bedenker van communisme was?
A
Marx
B
Lenin
C
Stalin
D
Kautsky

Slide 4 - Quizvraag


Wie hielp Lenin om naar Rusland te komen en waarom?
A
De Russische Tsaar. Hij hoopte dat Lenin de rust kon laten terugkeren.
B
De Russische Tsaar. Hij hoopte dat Lenin onrust zou zaaien in Rusland.
C
Frankrijk. Zij hoopten dat Lenin zich zou terugtrekken uit de Eerste Wereldoorlog
D
Duitsland. Zij hoopten dat Lenin vrede zou sluiten met Duitsland.

Slide 5 - Quizvraag

Wat was de 'Goelag'?
A
Dit is een ander woord voor de Grote Terreur van Stalin
B
Hiermee worden alle showprocessen bedoelt
C
Stalin zijn autobiografie
D
De gevangenissen en werkkampen in Rusland

Slide 6 - Quizvraag


Welke begrippen horen bij de bron?
A
censuur en totalitair
B
censuur en goelag
C
goelag en totalitair
D
communisme en censuur

Slide 7 - Quizvraag

De Beurskrach houdt in:
A
De economische crisis van 1923 in Duitsland
B
De daling van de welvaart
C
De ineenstorting van de aandelenkoers op de beurs van Wallstreet

Slide 8 - Quizvraag

Deze afbeelding past het beste bij
A
Een oorzaak van de roaring twenties
B
Een gevolg van de roaring twenties
C
Een oorzaak van de Beurskrach
D
Een gevolg van de Beurskrach

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer waren de roaring twenties
A
1920 - 1935
B
1919 - 1929
C
1914 - 1918
D
1929 - 1939

Slide 10 - Quizvraag


Hoe heet de economische ontwikkeling
die je in de bron ziet?
Gebruik de bron
A
(hyper)inflatie
B
beurskrach
C
crisis
D
wederopbouw

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn Hoovervilles?
A
villa's van president Hoover
B
Boerderijen en fabrieken
C
vakantiewoningen
D
krotwoningen

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heette het werkgelegenheidsplan van Roosevelt waarmee hij een einde aan de crisis wilde maken?
A
Aanpassingspolitiek
B
New Deal
C
Crisisplan
D
Hoovervilles

Slide 13 - Quizvraag

Leg uit dat de enorme leningen die mensen in Amerika in de jaren '20 afsloten uiteindelijk een van de oorzaken was van de 'Beurskrach'.

Slide 14 - Open vraag

Leg uit waarom Duitsland zwaar werd getroffen door de crisis in de Verenigde Staten.

Slide 15 - Open vraag

Welke veranderingen stelt Lenin voor met zijn aprilstellingen?
Noem er twee.

Slide 16 - Open vraag

Welke groepen mensen waren de 'Sovjets'?

Slide 17 - Open vraag

Met de 'New Deal' wilde de president van Amerika de werkloosheid bestrijden.
Geef twee voorbeelden van de ingrepen in de economie.

Slide 18 - Open vraag

Wat is een nazi?
A
Een overtuiging van Hitler
B
Een minderwaardig mens, volgens Hitler
C
Een lid van de politieke partij van Hitler
D
Een politieke tegenstander van Hitler

Slide 19 - Quizvraag

Hoe heette het boek van Hitler?
A
Mein Triumph
B
Hitlers Buch
C
Mein Krieg
D
Mein Kampf

Slide 20 - Quizvraag

Wanneer werd Hitler kanselier?
A
1933
B
1929
C
1924
D
1939

Slide 21 - Quizvraag

Door welke gebeurtenis kreeg Hitler meer aanhangers in Duitsland?
A
Het verliezen van de Eerste Wereldoorlog
B
De economische wereldcrisis van 1929
C
De Anschluss van Oostenrijk
D
De aanval op Polen

Slide 22 - Quizvraag

Wat houdt het begrip 'Antisemitisme' in?
A
Jodenhaat
B
Tegen vrijheid van meningsuiting
C
Tegen persoonlijke vrijheid van mensen
D
Overheidsingrijpen tegen een slechte economie

Slide 23 - Quizvraag

Wat werd er afgesproken tijdens de Conferentie van München in september 1938?
A
Engeland en Duitsland sloten een bondgenootschap
B
Hitler zou Sudetenland krijgen
C
Hitler zou de helft van Polen krijgen
D
Oostenrijk zou zich aansluiten bij Duitsland

Slide 24 - Quizvraag

Geef twee voorbeelden uit de jaren '30 waarbij de geallieerden misschien wel hadden moeten ingrijpen in Duitsland om een oorlog te voorkomen!

Slide 25 - Open vraag

Wat was de naam van de politieke partij waar Hitler zich na WO1 bij aansloot, en wat is de afkorting voor die partij?

Slide 26 - Open vraag

Stelling: 'De economische wereldcrisis was de belangrijkste oorzaak voor de succesvolle machtsovername van Hitler.'

Met welk argument kun je deze stelling onderbouwen?

Slide 27 - Open vraag

Wat betekent 'Propaganda' en hoe gebruikte Hitler dit om zijn ideeën te verspreiden?

Slide 28 - Open vraag

Leg onderstaand begrip in eigen woorden uit:

'Fascisme'
(gebruik minimaal twee kenmerken)

Slide 29 - Open vraag

Leg onderstaand begrip in eigen woorden uit:

'Machtigingswet'

Slide 30 - Open vraag

In de eerste jaren na de Eerste Wereldoorlog kwam de filmindustrie tot ontwikkeling. Opvallend daarbij is dat er in Duitsland tot halverwege de jaren twintig bijna geen speelfilms over WO1 werden gemaakt.
Geef een historische verklaring hiervoor.

Slide 31 - Open vraag

Schilderij uit 1937 waarop Stalin in gesprek is met afgevaardigden op een volkscongres. Op de achtergrond een standbeeld van Lenin.
Welk bijschrift past bij de propagandaboodschap van de bron?
a. Onze leider geeft aan dat Lenin hem moet opvolgen.
b. Onze leider is minder belangrijk dan Lenin.
c. Onze leider volgt het voorbeeld van Lenin.

Slide 32 - Open vraag