AVZ - les 2

Les 2 (BGER2)
Module: Afstemmen van de zorg
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 2 (BGER2)
Module: Afstemmen van de zorg

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Aan het eind van deze les weet je hoe je doelen op de juiste manier kunt opstellen
  2. Aan het einde van de les weet je hoe je de doelen afstemt op de ondersteuningsvraag van de cliënt.
  3. Je weet wat 'disciplines' betekent en kan voorbeelden benoemen.
  4. Je weet wat sociale kaart betekent en waar het voor gebruikt wordt.

Slide 2 - Tekstslide

Start van de les.. 
Maak een keuze:
  1. Elke avond frietjes of pizza eten?
  2. Altijd de hik of altijd hard lachen
  3. Altijd hinkelend of altijd in de kikkersprong over straat
  4. Alleen tiktok of alleen snapchat op je telefoon

Slide 3 - Tekstslide

Waar sta je nu met je opdracht?

  1. Heb jij al een cliënt uitgekozen waarmee je aan de slag gaat voor OSP?
  2. Weet jij met welke disciplines deze cliënt te maken heeft op je BPV? Zoja, wie?
  3. Welke cliënt overleggen zijn er op je BPV? En hoevaak zijn deze?
  4. Hoevaak zijn er bijeenkomsten op je BPV?





Slide 4 - Tekstslide

Wat is een MDO?
A
Mono doelgericht onderzoek
B
Multi doelgericht overleg
C
Multi disciplinair overleg
D
Mono disciplinair overleg

Slide 5 - Quizvraag

Afstemmen houdt in dat je met direct betrokken collega's afspraken maakt over hoe jullie het werk gaan doen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Beschrijf voor jezelf drie doelen die je in de toekomst wilt realiseren en onderbouw waarom.

Slide 7 - Tekstslide

Doelen formuleren
Doelen kunnen over van alles gaan. Denk bijvoorbeeld aan gezonder eten, meer bewegen, minder op je telefoon bezig zijn, meer tijd besteden aan je familie en vrienden of het beginnen aan een opleiding. Dit zijn cliënt-gerelateerde doelen.

 > Het stellen van doelen lijkt vaak makkelijker dan het in werkelijkheid is. 

Slide 8 - Tekstslide

Doelen formuleren
Naast cliënt-gerelateerde doelen zijn er ook organisatie-gerelateerde doelen. Een organisatie wil bijvoorbeeld een cliënt tevredenheid score van een cijfer acht. 

Slide 9 - Tekstslide

Korte- en langetermijndoelen
Een kortetermijndoel is duidelijk omschreven, concreet en kan in relatief korte tijd worden behaald. Denk bijvoorbeeld aan een cliënt waarmee je binnen een aantal weken toewerkt naar zelfstandig de wasmachine leren gebruiken of het op de juiste manier inruimen van de vaatwasser.

Slide 10 - Tekstslide

Korte- en langetermijndoelen
 Een doel waar meer tijd voor nodig is, noemen we langetermijndoelen. Ze omvatten vaak een groter doel, zoals bijvoorbeeld een cliënt die wil toewerken naar een gezondere levensstijl om uiteindelijk tien kilo af te vallen, of het starten en uiteindelijk succesvol afronden van een opleiding.

Slide 11 - Tekstslide

Doelen formuleren
Hoe ziet de ideale situatie eruit, wat is ervoor nodig om die te bereiken en welke termijn is daarbij passend? Wie moet er worden betrokken om het gewenste doel het bereiken? Wanneer ben je tevreden en wat betekent dit voor je doelstelling? 
Door deze vragen samen te bespreken ben je beter in staat het gewenste doel concreet te maken voor je cliënt. 

Het doel wordt geformuleerd in de ik-vorm, zodat de persoonlijke motivatie van je cliënt om het doel te behalen groter is.

Slide 12 - Tekstslide

Methodisch werken
Methodisch werken betekent dat je volgens een vaste structuur werkt waarbij je een aantal stappen doorloopt en die structureel evalueert. Op basis van die evaluatie worden de geboden zorg en ondersteuning constant bijgesteld. 


Slide 13 - Tekstslide

Methodisch werken
  1. informatie verzamelen over de beginsituatie
  2. vaststellen van wensen, behoeften en problemen: ondersteuningsvraag beschrijven
  3. doelen formuleren
  4. plannen maken en uitvoeren
  5. evalueren en zo nodig de doelen bijstellen

Slide 14 - Tekstslide

Multidisciplinair overleg
Het multidisciplinair overleg heeft als doel de cliënt optimale zorg en ondersteuning te bieden vanuit de vraag ‘Wat heeft deze persoon van ons nodig?’.

Alle disciplines die betrokken zijn bij de ondersteuning sluiten aan bij het multidisciplinair overleg en werken daarin samen bij:

  1. het stellen van de diagnose
  2. het opstellen van het ondersteuningsplan
  3. de evaluatie.

Slide 15 - Tekstslide

Disciplines 
Ergotherapeut
Fysiotherapie
Logopedie
Diëtiste
Verzorgende en verpleegkundige

Slide 16 - Tekstslide

Sociale kaart
Als persoonlijk begeleider is het belangrijk op de hoogte te zijn van beschikbare hulpverleners binnen de sociale kaart van je werkgebied. In een sociale kaart staat informatie over organisaties en hun aanbod van diensten, producten en activiteiten binnen het sociale domein. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Opdracht sociale kaart
Zoek in tweetallen onderstaande op:
- FACT-teams
- Ketenzorg
- Kwartier maken
- Sociale wijkteams 

10 minuten!! Daarna klassikaal bespreken

Slide 20 - Tekstslide

Zelfstandig maken
Mensen professioneel ondersteunen, thema 8
• Opdracht 4: Wie organiseert welke hulp?
• Opdracht 8: Verschillende disciplines
Opdracht 9: Overdragen

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk volgende week

Slide 22 - Tekstslide

Afronding les
Heb jij de onderstaande lesdoelen behaald?

  1. Aan het einde van de les weet jij welke teamrol jij hebt volgens Belbin.
  2. Aan het einde van de les kan jij uitleggen wat plannen en afstemmen betekent.
  3. Aan het einde van de les weet jij wat het belang is van intervisie.

Slide 23 - Tekstslide

Afsluiting!
Bedankt voor jullie aandacht!  

Zijn er nog vragen? 

Geniet van de komende week.

Slide 24 - Tekstslide