12-10: foutieve inversie en verwijswoorden

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
Pak alvast je leesboek en Op Niveau erbij

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
Lezen
Klassikaal: opfrissen en korte uitleg
Zelfstandig: opdrachten en oefenen voor de toets

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les
... kan je de foutieve inversie herkennen en verbeteren;
... kan je verwijsfouten herkennen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaat hier fout?

'Bij het theater aangekomen, bleken onze kaarten voor de voorstelling al opgehaald.'

Slide 5 - Tekstslide

Twee manieren om te verbeteren
  • Ow en pv in beknopte bijzin plaatsen:
    'Toen we bij het theater aankwamen, bleken onze kaarten voor de voorstelling al opgehaald.' 
  • Ow hoofdzin overeen laten komen met die van beknopte bijzin
    'Bij het theater aangekomen, hoorden we dat onze kaarten voor de voorstelling al opgehaald waren.' 

Slide 6 - Tekstslide

Foutieve inversie
  • Inversie -> veranderen van de volgorde:
       onderwerp + persoonsvorm wordt persoonsvorm + onderwerp
  • Normaal gesproken in het Nederlands: onderwerp + persoonsvorm
     (Jan loopt in de stad)
  • De volgorde persoonsvorm + onderwerp komt voor bij:
       1) vraagzinnen (Loopt Jan in de stad?)
       2) wanneer de zin met een ander zinsdeel  begint  dan met het 
            onderwerp. (Gisteren liep Jan in de stad)

Slide 7 - Tekstslide

Foutieve inversie
Er zijn dus 3 mogelijkheden:


OND + PV + andere zinsdelen
PV + OND + andere zinsdelen?
Ander zinsdeel + PV + OND

Slide 8 - Tekstslide

Foutieve inversie
Inversie is FOUT als er in een niet-vraagzin vóór de PV geen ander zinsdeel staat. Deze fout komt vaak voor bij samengestelde zinnen
(en, maar, want etc.)

Mijn Engels heb ik al gemaakt en begin ik nu aan mijn wiskunde.

Zaterdag gaan we vaak uit, maar kon ik vandaag niet mee.

Slide 9 - Tekstslide

Onjuist verwijzen (159)
  • 'Noemende' en 'verwijzende' woorden
  • 'De student heeft het boek bestudeerd.'
  • 'Hij heeft dat bestudeerd.'
  • Regels verwijswoorden: blz. 306 - 308

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
  • Lezen theorie verwijswoorden (159): blz. 306-308,          maken opdracht 14 en 15 of 16: blz. 265-266
  • Lezen par. 147, 148, 149: blz. 299-301,                                      maken opdracht 5: blz. 260
  • Nakijken: nakijkblad bij mij ophalen
  • Zie Classroom: oefentoets en 'uitleg + oefeningen'

Slide 11 - Tekstslide

Toets
Spelling en formuleren: paragraaf 117 t/m 159
Blz. 270 t/m 308 van Op Niveau
Maak écht de oefentoets!!
Bestandje 'uitleg + oefeningen' is ook erg handig

Slide 12 - Tekstslide