Grammatica les 9: woordsoorten combinatie

Grammatica

Woordsoorten: herhaling
Combinatie-oefening
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica

Woordsoorten: herhaling
Combinatie-oefening

Slide 1 - Tekstslide

Vorige lessen heb ik geleerd om...
Redekundig te ontleden (zinsdelen bepalen, pv, wwg, ow, lv, mv)
en om taalkundig te ontleden (lw, znw, bnw, vz, pers. vnw, bez. vnw).

Deze les ga ik...
alle woordsoorten door elkaar (lw, znw, bnw, vz, pers. vnw, bez. vnw) benoemen in een zin.

Slide 2 - Tekstslide

Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Voorzetsel
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Korte woorden die een persoon aangeven
Wat je doet, wat er gebeurt
Kan voor 'de kast' of 'de vakantie'
De, het, een
Geeft bezit aan
Mensen, dieren, planten, dingen
Zegt iets over het ZN

Slide 3 - Sleepvraag

Nu aan de slag!





Herhalen lw, znw, bnw, vz, pers. vnw, bez. vn

Slide 4 - Tekstslide

Aan welk woordsoort denk je?
A
persoonlijk voornaamwoord
B
voorzetsel
C
werkwoord
D
lidwoord

Slide 5 - Quizvraag

Brad rijdt op een elektrische fiets.
A
znw-ww-vz-lw-bnw-znw
B
bnw-ww-vz-lw-bnw-znw
C
znw-ww-pers vnw-lw-bnw-znw
D
znw-bnw-vz-lw-bnw-znw

Slide 6 - Quizvraag

De filmster geeft de vaas aan zijn moeder.
Wat is het voorzetsel?
A
vaas
B
aan
C
zijn
D
moeder

Slide 7 - Quizvraag

De lieve man van haar is verhuisd naar Amerika.
A
lw - bez vnw - znw - vz - pers vnw - ww - ww - vz - zn
B
lw - bnw - znw - vz - bnw - ww - ww - vz
C
lw-bnw-znw-vz-pers vnw-ww-ww-vz-znw
D
lw - bnw - znw - vz - bnw - ww - vz - znw

Slide 8 - Quizvraag

Stel je niet zo aan!

Wat is het werkwoord
A
stel
B
niet
C
stel aan
D
aan

Slide 9 - Quizvraag

Mijn fiets is gestolen.

Mijn=
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
voorzetsel
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Quizvraag

De woorden 'ik, mij, wij' zijn voorbeelden van persoonlijke voornaamwoorden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn de bezittelijk voornaamwoord(en)?

Mijn opa zegt elke dag dat hij van ons houdt.
A
mijn-ons
B
ons
C
mijn
D
mijn-hij

Slide 12 - Quizvraag

Woordsoorten

Slide 13 - Tekstslide

Nu aan de slag!





Combinatie-oefeningen

Slide 14 - Tekstslide

Benoem van de volgende zin de woordsoorten. Neem de zin voor jezelf over in een schrift of op jouw laptop als dit makkelijker is. Woorden die je niet kan benoemen, sla je over.

"De boeken in het kantoor van Perkamentus zijn telefoonboeken. "
A
Lw - znw - vz - lw - znw - vz - znw - ww - znw
B
Lw - bnw - lw - lw - znw - vz - pers. vnw - bez. vnw - znw
C
Lw - znw- vz - lw - znw - vz - pers. vnw - ww - znw
D
Lw - znw - vz - lw - znw - vz - pers. vnw - bez. vnw - znw

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn de zelfstandige naamwoorden (znw) in de volgende zin met een filmweetje?

Eén van de vroegere James Bond acteurs (Sean Connery) droeg in alle films een pruik.
A
acteurs, films, een pruik
B
James, Bond, acteurs, Sean, Connery, films, pruik
C
vroegere, acteurs, films, pruik
D
James, Bond, acteurs, Sean, Connery

Slide 16 - Quizvraag

Wat zijn de pers. vnw en bez. vnw in onderstaande zinnen?

Acteur Heath Ledger speelde niet alleen de rol van The Joker in "The Dark Knight" (2008). Hij regisseerde zelf de filmpjes die zijn personage naar de media stuurt in de film.
A
Hij = pers. vnw, zijn = pers. vnw
B
Hij = bez. vnw, zijn =bez. vnw.
C
Heat Legder = pers. vnw, zijn = bez. vnw
D
Hij = pers. vnw, zijn = bez. vnw

Slide 17 - Quizvraag


Wat zijn de werkwoorden uit onderstaande zin?

Het is nu bekendgemaakt dat het verschuiven van de vijfentwintigste James Bond-film de studio´s ongeveer 30 miljoen dollar kost.
A
is, verschuiven, kost
B
is, bekendgemaakt, kost
C
is, kost
D
verschuiven

Slide 18 - Quizvraag

Uitleg woordsoortbenoeming zin
Het is nu bekendgemaakt dat het verschuiven van de vijfentwintigste James Bond-film de studio´s ongeveer 30 miljoen dollar kost.

Is = ww (pv)
bekendgemaakt = ww (voltooid deelwoord)
kost = ww (2e pv, want de zin bestaat stiekem uit twee zinnen)
Let op: 'verschuiven' is nu geen werkwoord, maar een zelfstandig naamwoord! Het is van een ww tot een znw gemaakt. Aanwijzing hiervoor is het lidwoord 'het' dat ervoor is geplaatst.

Begrijp je dit al? Ga naar slide 21.
Lastig? Maak de extra oefeningen. Ga snel naar slide 20.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Einde les

Slide 21 - Tekstslide