M1 - week 2

Bienvenidos
a la clase de español
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bienvenidos
a la clase de español

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu wij!
¡Ahora nosotros!

Kun je al Spaans?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Las lenguas de España

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Las lenguas de España


Castellano:    Hola, me llamo Juan
Catalán:          Hola, em dic Juan
Gallego:          Ola, chámome Juan
Vasco:             Kaixo, Juan dut izena

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Week 2 - les 1
- Je start met de moodboard- opdracht
- Je bereidt het SO1 van donderdag voor
- Je telt tot 20
- Je herkent de werkwoorden ser en tener 
- Je vertelt hoe oud je bent
- Je weet welke talen er in Spanje worden 
   gesproken




Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten week 2
Maken:
Moodboard - reader pag 9

Boek pag 15-20



Leren:
woordenlijst (pag 68)
SO1: 
donderdag 8 september 
(zie ook Teams)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moodboard (pag 9)
Je maakt een moodboard op papier of digitaal met daarop:
- 10 foto's of plaatjes
- 10 Spaanse woorden

max 5 minuten praten
Volgende week donderdag presenteer je je moodboard aan de klas

Digitaal?: 
mail je moodboard dan voor woensdag 14-9 aan y.hendrix@rocmondriaan.nl 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

El Alhambra de Granada
Flamenco
El Parc Güell de Barcelona
Tapas
La Puerta de Sol de Madrid
Don Quijote
La mezquita de Córdoba
El Pueblo Blanco de Andalucía
La fiesta de San Fermín 
de Pamplona
Semana Santa

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Week 2 - les 2
- Je maakt het SO1
- Je start met de moodboard- opdracht
- Je bereidt het SO2 van donderdag voor
- Je herkent het verschil tussen mannelijke en 
   vrouwelijke woorden
- Je kiest het juiste lidwoord
- Je zet een woord in het meervoud
- Je herkent het regelmatige werkwoord op -ar




Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zelfstandig naamwoord (31)
zelfstandige naamwoorden die eindigen op een -o zijn meestal mannelijk
zelfstandige naamwoorden die eindigen op een -a zijn meestal vrouwelijk

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het lidwoord - el articulo

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het lidwoord - el articulo

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het lidwoord - el articulo

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plural (meervoud)
Als je een Spaans woord in het meervoud zet komt er 's' of 'es' bij.

  • Eindigt een zelfstandig naamwoord op een klinker (A/E/O/U/I)?    +s
  • Eindigt een zelfstandig naamwoord niet op een klinker?               +es


La mesa >    Las mesas                        Un rotulador  >   Unos rotuladores 
El libro    >    Los libros                          Una ciudad   >   Unas ciudades
Vergeet niet dat je ook het lidwoord moet aanpassen naar het meervoud!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nuevo tema:
verbos regulares (regelmatige werkwoorden)
-ar, -er, -ir



Hablar
(praten)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tarea
Wat?
Maak opdracht 14 (hablar), en 15-17 op pag 30-32
Hoe?
In tweetallen
Tijd?
45 minuten
Hulp?
Reader
Eerder klaar?
Begin dan aan je moodboard

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check doelen  
- Je start met de moodboard-
   opdracht
- Je bereidt het SO2 van donderdag
    voor
- Je herkent het verschil tussen mannelijke en
   vrouwelijke woorden
- Je kiest het juiste lidwoord
- Je zet een woord in het meervoud
- Je herkent het regelmatige werkwoord op -ar

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Nogmaals de uitleg over de uitspraak van de letters in het Spaans
el abecedario
c + a, o, u = K (cacao, Colombia, Cuba)
c + i, e       = TH (of S in Latijns-Amerika) (centímetro, cinco)
ch               = tsj (macho, cha-cha-cha) 
g + a, o, u = G (gamba, golf, Guatemala)
g+ i, e        = CH / harde G  (Gibraltar, general)
gue / gui  = G (de U spreek je niet uit: guerrilla, guitarra)
h                  = - (wordt niet uitgesproken: hola, hotel)
i                   = ie (sí)
j                   = CH / harde G  (jefe)


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

el abecedario
ll    = J (Mallorca)
ñ    = NJ (oranje > España)
qu = K (queso) Na de q komt altijd een u!
r     = rollend
rr    = sterk rollend
u    = OE (Uruguay)
v     = B (Barcelona, Valencia)
y     = J  (Uruguay)  > Let op, behalve het woord "y", dat spreek je uit als  "ie".
z     = TH (of S in Latijns-Amerika) (zumba)



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels voor de klemtoon
1. staat er een accent ' op  > dan ligt daar altijd de klemtoon
    (Aviaciónlaga)
2. eindigt een woord op 
     a. een klinker (a, e, i, o, u) of -s of -n   
          > klemtoon op de één na laatste lettergreep
         (chico, Mallorca, casas, imagen)
    b. alle andere letters
          > klemtoon op de laatste lettergreep
          (trabajar, ciudad, hotel)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies