Lezen paragraaf 2 + oefentoets

Welkom!

Startopdracht: lees uit je leesboek
- Nieuw Nederlands boek
- Pen en schrift
timer
10:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Startopdracht: lees uit je leesboek
- Nieuw Nederlands boek
- Pen en schrift
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1. Lesdoelen
2. Mededelingen
3. Oefentoets
4. Onbekende woorden (theorie)
5. Oefentoets bespreken
6. Huiswerk en evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik weet wat de 5 woordraadstrategieën zijn.
2. Ik weet wanneer ik welke strategie toe moet passen.


Slide 3 - Tekstslide

Mededelingen
Zijn er dingen die ik moet weten? 

Slide 4 - Tekstslide

Oefentoets
Maak de oefentoets in stilte.
Klaar? Numo

timer
20:00

Slide 5 - Tekstslide

Woordraadstrategieën
1. Een synoniem zoeken.
2. Een omschrijving zoeken. 
3. Een voorbeeld zoeken. 
4. Een tegenstelling zoeken.
5. Een bekend woorddeel zoeken. 

Slide 6 - Tekstslide

Synoniem zoeken
Een synoniem zoeken.
(Een synoniem is een ander woord met dezelfde betekenis)
Kijk in dezelfde zin of de zin ervoor of erna.
Jantje was op vakantie heel erg blij. Hij was zo vrolijk omdat hij naar Frankrijk ging. 

Slide 7 - Tekstslide

Omschrijving zoeken
Een omschrijving zoeken.
(Een omschrijving is een verdere uitleg van wat erin de tekst wordt bedoeld)
Omschrijvingen kun je vaak vinden tussen haakjes of tussen komma's.
Jantje heeft in Frankrijk veel akkerbouw, een vorm van landbouw, gezien.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld zoeken
Een voorbeeld zoeken.
Er komt vaak een voorbeeld na de woorden: zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van. Of voorbeelden staan na een dubbele punt, tussen haakjes of tussen komma's.
Tegenwoordig maakt iedereen gebruik van apps, zoals Snapchat en Instagram.

Slide 9 - Tekstslide

Een tegenstelling zoeken
Een tegenstelling is een ander woord dat precies het tegenovergestelde betekent.
Let in de tekst op de woorden maar, echter, toch, daarentegen. 
Overdag vind ik de zon fijn, maar als het 's nachts regent, vind ik dat niet erg. 

Slide 10 - Tekstslide

Een bekend woorddeel zoeken
Deze strategie kun je toepassen bij woorden die zijn samengesteld uit twee of meer woorden, bij woorden met een voorvoegsel en bij woorden met een achtervoegsel.

Slide 11 - Tekstslide

Bespreken
We bespreken klassikaal de oefentoets. 

Vragen? Steek je vinger op

Slide 12 - Tekstslide

Numo
kalsbeekcollege
Jouw studentencode als inlog en wachtwoord!

 
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik weet wat de 5 woordraadstrategieën zijn.
2. Ik weet wanneer ik welke strategie toe moet passen.


Slide 14 - Tekstslide

Evaluatie
Wat ging er goed? 
Wat kan er beter?
Wat heb ik geleerd? 

Slide 15 - Tekstslide