samenvatting H5

Planning
  1. Herhaling Hoofdstuk 5 
  2. Zelfstandig werken
  • Planner volgen afmaken opdrachten
  • Stel je vragen over Hoofdstuk 5 
  • Maak een samenvatting
  • Oefen online met flitskaarten/opdrachten

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Planning
  1. Herhaling Hoofdstuk 5 
  2. Zelfstandig werken
  • Planner volgen afmaken opdrachten
  • Stel je vragen over Hoofdstuk 5 
  • Maak een samenvatting
  • Oefen online met flitskaarten/opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Hoofdstuk 1 par. 4. : soorten mengsels

Slide 2 - Tekstslide

Neem over op blz. 130
Suspensie: Troebel mengsel van een vaste stof in een vloeistof

Emulsie:  Troebel mengsel van een vloeistof in een vloeistof

Oplossing: Helder mengsel van een vaste stof/vloeistof of gas in een vloeistof

Slide 3 - Tekstslide

Scheiden van mengsels 
Het scheiden van mengsels in zuivere stoffen
Bezinken 
Filtreren
Extraheren

Slide 4 - Tekstslide

Bezinken
Bezinken en centrifugeren
Stofeigenschap: dichtheid. 
Soort mengsel: Suspensie en emulsie

De deeltjes met de grootste dichtheid zakken naar de bodem.
Centrifugeren is een snelle manier van bezinken.

Slide 5 - Tekstslide

Filtreren
Stofeigenschap: Deeltjesgrootte 
Soort mengsel: Suspensie 


De grootste deeltjes blijven achter 
op het filter. 

Slide 6 - Tekstslide

Extraheren

stofeigenschap: 
verschil in oplosbaarheid. 

(extraheren wordt altijd gevolgd door filtreren)

Slide 7 - Tekstslide

Rendement berekenen

Slide 8 - Tekstslide

Indampen

Slide 9 - Tekstslide

Destilleren

Slide 10 - Tekstslide

absorptie en adsorptie
Bij absorptie wordt lege ruimte binnen een stof opgevuld met een andere stof. Zichtbaar voor het oog.
Bijvoorbeeld: een tissue die vocht opneemt.
Bij adsorptie hecht een stof zich op moleculair niveau aan een andere stof. Niet zichtbaar voor het oog.

Slide 11 - Tekstslide

Rf-waarde
  • De Rf = the rate of flow
  • Iedere kleurstof heeft een bepaalde waarde waaraan je zo'n kleurstof kunt herkennen.
  • De Rf-waarde verschilt per loopvloeistof. 
  • Om de Rf waarde te bepalen meet je A (de afgelegde weg van de stof) en B (de totale afgelegde weg )

Slide 12 - Tekstslide

B is de weg tot waar de vloeistof is opgetrokken.
Met Rf = A / B kun je de Rf waarde berekenen

Slide 13 - Tekstslide

scheidingsmethode
Stofeigenschap
Geschikt voor:
Bezinken
Dichtheid
Suspensie/Emulsie
Filtreren
Deeltjesgrootte
Suspensie
Indampen
Kookpunt
Oplossing
Destilleren
Kookpunt
Oplossing
Extraheren
Oplosbaarheid
(on)gewenste stoffen uit een mengsel halen
Adsorberen
Aanhechtingsvermogen 
verwijderen van b.v. geur-,kleur, smaakstoffen uit een mengsel
Chromatografie
oplosbaarheid (mobiele fase) en aanhechtingvermogen (stationaire fase)
samenstelling van stoffen vaststellen

Slide 14 - Tekstslide

Planning
uitleg 5.4 oplossingen
opdrachten maken

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen par. 5.4

Slide 16 - Tekstslide

Oplossing
  • Helder mengsel waar een stof is in opgelost
  • Elke stof heeft zijn eigen oplosbaarheid, dit betekent dat er in 1 Liter water een bepaalde hoeveelheid stof kan oplossen.
  • Lost precies deze hoeveelheid op, is het een verzadigde oplossing
  • Lost er minder op dan dat er in kan oplossen, is het een onverzadigde oplossing

Slide 17 - Tekstslide

Oplossing
Een verzadigde oplossing is een oplossing waar het maximale van de stof in is opgelost. Is er minder opgelost, dan heet dit een onverzadigde oplossing

Slide 18 - Tekstslide

Oplosbaarheid
de oplosbaarheid van vaste en vloeistoffen wordt groter als de temperatuur stijgt. 
De oplosbaarheid van gassen wordt kleiner als de temperatuur stijgt. 

Slide 19 - Tekstslide

Rekenen bij scheikunde
Verdelingen van een mengsel:
  • gehalte van een stof
  • massapercentage
  • volumepercentage

Slide 20 - Tekstslide

Gehalte en concentratie

Gehalte en concentratie is hetzelfde.

het gaat namelijk om: 

De hoeveelheid stof in een mengsel. 

Slide 21 - Tekstslide

Gehalte   
Het gehalte van suiker in Coca-cola is 108 g/ L
één liter cola bevat dus 108 gram suiker.

NOTEER       De eenheid van gehalte is gram per Liter ( g/L)


Slide 22 - Tekstslide

Massapercentage
De grootheid is massa

beide getallen hebben dezelfde eenheid b.v.:
kg, g, mg

Slide 23 - Tekstslide

Volume percentage
De grootheid is Volume

beide getallen hebben als eenheid L, ml

Slide 24 - Tekstslide

Opdrachten:
5.1: 1 t/m 5, 7, 8 en 10
5.2: 11 t/m 17 en 19
5.3: 22 t/m 30
5.4: 32 t/m 43

Multi: Maak 5 flitskaarten van 5.1 en 3 van 5.2 

Slide 25 - Tekstslide

Planning
  1. Herhaling Hoofdstuk 5 
  2. Zelfstandig werken in stilte
  • Planner volgen afmaken opdrachten
  • Stel je vragen over Hoofdstuk 5 
  • Maak een samenvatting
  • Oefen online met flitskaarten/opdrachten

Slide 26 - Tekstslide