Als de laatste stukjes van twee woorden hetzelfde klinken, rijmen ze. Bijvoorbeeld: De Sint zat dit jaar te denken........
Wat is een strofe?
De regels in een gedicht die bij elkaar horen. Tussen de strofen is een regel overgeslagen.
Slide 6 - Tekstslide
Aan de slag!
Poezie en fictie op blz. 168/169
Hoe? Alleen. Bij een vraag mag je (rustig!)overleggen met de persoon naast je. Komen jullie er niet uit? Ik loop rond voor vragen.
timer
5:00
Slide 7 - Tekstslide
Documentaire
Wat is dat eigenlijk?
Wie heeft er weleens een documentaire gezien?
Wat zou het verschil zijn tussen een film en een documentaire?
Slide 8 - Tekstslide
Documentaire
Een documentaire is een filmgenre waarin echte gebeurtenissen in beeld worden gebracht. Het zijn verhalen die echt gebeurd zijn.
Dit soort verhalen noem je non-fictie verhalen. Fictie betekent fantasie. Non-fictie betekent dus: geen fantasie. Een documentaire brengt iets in beeld dat echt gebeurd is.
Slide 9 - Tekstslide
Kijkopdracht
Je gaat straks naar een documentaire kijken.
Na de documentaire ga ik een paar vragen stellen over wat jullie gezien hebben.
Schrijf tijdens het kijken dingen op die je opvallen.