Les 7 Fictie

Op tafel: Kern, rode pen/ huiswerk, witte bord, Haaieneiland
 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Op tafel: Kern, rode pen/ huiswerk, witte bord, Haaieneiland
 

Slide 1 - Tekstslide

Agenda 
Eventueel nakijken huiswerk (vraag 2 van hst 12) (was ik vergeten afgelopen woensdag 

Dan leren over fictie versus non-fictie (hst 7) => belangrijk voor je boekopdracht 

Boekopdracht uitdelen en in je map

Slide 2 - Tekstslide

Kijk na: vraag 2
a Hans de Leeuw, onze buurman uit de Kerkstraat, speelde met Pasen afgelopen maandag voor paashaas.

b Hé, ken je deze al? Wist je dat je op Justin Timberlake?

c Ondanks alle liefdesbrieven en -betuigingen die hij haar stuurde, kon hij haar niet overtuigen; ze stonden vol met typ-, spel- en taalfouten.

Slide 3 - Tekstslide

Kijk na: vraag 2
d ‘Houd jij niet van seizoenen?’, riep Saskia’s bijdehante kleine zusje verbaasd uit. ‘Ik wel! ’s Zomers kun je lekker zwemmen maar ’s winters kun je naar de Winter Efteling.’

e In Twente werden tijdens de Tachtigjarige Oorlog de rooms-katholieke pastoors vervangen door protestantse predikanten, totdat Oldenzaal weer werd veroverd door de Spanjaarden.

f Stichting Halt en het Openbaar Ministerie (OM) zijn een proef gestart.

Slide 4 - Tekstslide

Veel voorkomende fouten in schrijfwerk
  • Geen hoofdletters aan het begin van de zin. 
  • Veel zinnen starten met 'ik' en allemaal zelfde volgorde. Wissel af. 
  • Dicht op elkaar dezelfde woorden, zoals .. dus... dus.. dus. Kies andere woorden en wissel af. 
  • 'Me' in plaats van 'mijn'. 

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel hst 7 

Leren wat fictie is en wat
non-fictie is
Aan het einde kun je voorbeelden van fictie en non-fictie noemen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Dit is echt gebeurd: 
Fictie = verzonnen verhaal

Slide 8 - Tekstslide

realistische fictie = verzonnen, maar zou echt gebeurd kunen zijn 
non-realistische fictie = verzonnen en kan niet in het echt gebeuren

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Noem een boek dat realistische fictie is?

Slide 11 - Woordweb

Noem een boek dat niet-realistische fictie is?

Slide 12 - Woordweb

Realistische fictie 



Niet-realistische fictie


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Non-fictie

Slide 15 - Tekstslide

Fictie & non-fictie

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Boekopdracht 
Je maakt een vlog; lever in Magister/ELO/Opdrachten in. 

Beschrijving in je map

Inleveren: dinsdag 24 oktober 

Slide 21 - Tekstslide

Lezen 

Bedenk terwijl jet leest: is dit fictie of non-fictie? 

En als het fictie is: is het realistisch of non-realistisch?

Slide 22 - Tekstslide

Als het goed is..

Weet je nu het verschil tussen fictie en non-fictie en kun je  voorbeelden van fictie en non-fictie noemen.

Slide 23 - Tekstslide

Woorden les 7 onderaan blz 19
 
inzien: beseffen hoe het zit
realistisch:  met de werkelijkheid als uitgangspunt
destructief:  geneigd om dingen kapot te maken
doorhebben: snappen
de leefwereld:  alle dingen waarmee je in je leven te maken hebt
gesloopt zijn: uitgeput zijn
partij kiezen: kiezen voor één van beide kanten

Slide 24 - Tekstslide

 Reserveren
via de aura library app.


 

Slide 25 - Tekstslide

Ik ga zo voorlezen uit 'Het zusje van..

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk voor Nederlands
Staat in Magister bij aanstaande maandag en zet in je Plenda
Hst 8 Je leest de tekts blz. 21 en maakt vraag 1 t/m 5 
Je neemt je huiswerk mee naar school. Dan kan ik zien of je het gemaakt hebt. 

Slide 28 - Tekstslide

Fijn weekend!

Slide 29 - Tekstslide