19e eeuw (les 4) V6

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toetsvraag 1
Het schilderij Le Marché d'Esclaves heeft een onderwerp dat aansluit bij de romantiek. 
1. Geef twee redenen waarom dit onderwerp aansluit bij de romantiek. 
Gérôme maakte verschillende reizen naar het Nabije Oosten. Het is echter onwaarschijnlijk dat dit schilderij een weergave is van iets wat toen werkelijk is gebeurd. 
2. Geef twee argumenten waarom het onwaarschijnlijk is dat Le Marché d'Esclaves een weergave is van iets wat toen werkelijk is gebeurd. 
Een schilderij als Le Marché d'Esclaves wordt wel beschouwd als visueel document van een westerse, koloniale visie op het Oosten. 
3. Leg aan de hand van het kunstwerk uit welk westers beeld van het Oosten uit dit werk spreekt.

Jean-Léon Gérôme, The Slave Market
(Le Marché d'esclaves)
, 1866.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

• De verbeelding van de (ver)koop van een (naakte) slavin sluit aan op de romantische belangstelling voor wreedheid en/of erotiek 
• De oosterse situering van het onderwerp sluit aan op de romantische belangstelling voor het exotische / 'het andere’  

2 twee van de volgende: 
− Slavenhandel in deze vorm kwam in de negentiende eeuw in het Nabije Oosten niet voor. 
− Het is gezien de zeden en gewoonten in het (islamitische) Nabije Oosten in de negentiende eeuw onwaarschijnlijk dat een vrouw naakt is in het openbaar.
− De voorstelling leunt zeer sterk op de klassieke (Westerse) kunst (wat suggereert dat de voorstelling een atelieropstelling is). 

• Het beeld van het 'inferieure Oosten' dat ondergeschikt is aan het 'superieure Westen’  
• De vrouwelijke slaaf visualiseert de afwijkende / inferieure oosterse moraal op het gebied van zedigheid en/of staat symbool voor de in het Oosten gangbare cultuur van vrouwenonderdrukking waarvan in het Westen (destijds) geen sprake (meer) was
ANTWOORD VRAAG 1
———————————————————————————————————————————————————————
• De verbeelding van de (ver)koop van een (naakte) slavin sluit aan op de romantische belangstelling voor wreedheid en/of erotiek 
• De oosterse situering van het onderwerp sluit aan op de romantische belangstelling voor het exotische / 'het andere’  

2 twee van de volgende: 
− Slavenhandel in deze vorm kwam in de negentiende eeuw in het Nabije Oosten niet voor
− Het is gezien de zeden en gewoonten in het (islamitische) Nabije Oosten in de negentiende eeuw onwaarschijnlijk dat een vrouw naakt is in het openbaar.
− De voorstelling leunt zeer sterk op de klassieke (Westerse) kunst (wat suggereert dat de voorstelling een atelieropstelling is). 

• Het beeld van het 'inferieure Oosten' dat ondergeschikt is aan het 'superieure Westen’  
• De vrouwelijke slaaf visualiseert de afwijkende / inferieure oosterse moraal op het gebied van zedigheid en/of staat symbool voor de in het Oosten gangbare cultuur van vrouwenonderdrukking waarvan in het Westen (destijds) geen sprake (meer) was

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toetsvraag 2
In 1882 schilderde Jozef Israëls Een boerenfamilie, gezeten rond een tafel. De belangstelling voor landleven, boeren en arbeiders kan gezien worden als een uitloper van de romantiek maar ook als een kenmerkend aspect van het opkomend realisme. 

1. Beschrijf aan de hand van twee kenmerken waarom dit werk nog tot de romantiek gerekend kan worden.

Jozef Israëls, Boerengezin aan de maaltijd, 1882.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

• De verbeelding van de (ver)koop van een (naakte) slavin sluit aan op de romantische belangstelling voor wreedheid en/of erotiek 
• De oosterse situering van het onderwerp sluit aan op de romantische belangstelling voor het exotische / 'het andere’  

2 twee van de volgende: 
− Slavenhandel in deze vorm kwam in de negentiende eeuw in het Nabije Oosten niet voor. 
− Het is gezien de zeden en gewoonten in het (islamitische) Nabije Oosten in de negentiende eeuw onwaarschijnlijk dat een vrouw naakt is in het openbaar.
− De voorstelling leunt zeer sterk op de klassieke (Westerse) kunst (wat suggereert dat de voorstelling een atelieropstelling is). 

• Het beeld van het 'inferieure Oosten' dat ondergeschikt is aan het 'superieure Westen’  
• De vrouwelijke slaaf visualiseert de afwijkende / inferieure oosterse moraal op het gebied van zedigheid en/of staat symbool voor de in het Oosten gangbare cultuur van vrouwenonderdrukking waarvan in het Westen (destijds) geen sprake (meer) was
ANTWOORD VRAAG 2
———————————————————————————————————————————————————————
twee van de volgende: 
− (verlangen naar eenvoud/oprechtheid) 
Uit de onderwerpskeuze spreekt een nostalgisch verlangen naar het harde, maar eerlijke leven van arme boeren

− (nostalgie) 
De voorstelling verwijst naar zeventiende-eeuws genreschilderkunst in Nederland en daarmee naar een tijd van nationale trots. Deze hang naar de zeventiende eeuw is (in Nederland) een kenmerk van de romantiek. 

− (verheerlijking van het eenvoudige leven) 
Door middel van een uitgebalanceerde compositie en/of zacht/warm licht en/of subtiel kleurgebruik wordt het harmonieuze samenzijn van het eenvoudige/arme gezin benadrukt

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

19e eeuw

  • Industriële revolutie
  • Parijse Salon
  • Fotografie
  • Romantiek
  • Realisme
  • Bouwkunst
    (wereldtentoonstellingen)

Slide 7 - Tekstslide

Herhaling Romantiek

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ambacht
Arts and Crafts beweging
Engeland (1860-1900)
----------------------------------------------------
Jugendstil / Art Nouveau
Duitsland, Frankrijk (1880-1910)
----------------------------------------------------
Symbolisme 
Nieuwe wetenschap: psychologie (Freud)
----------------------------------------------------
Art Déco 
Geometrische variant, machinaal (1925-1939)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken Jugendstil / Art Nouveau
Plantaardig en organisch 

  • Sierlijke gebogen lijnen en vormen die aan plantmotieven doen denken. 
  • Asymmetrisch, rankachtig lijnenspel in een golvend beweginsritme.
  • Het lijkt of alle voorwerpen en vormen gegroeid zijn. 
  • Gietijzer of gesmeed staal

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Édouard Manet, Le déjeuner sur l'herbe, 1863

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impressionisme
Realisme mondt uit in het Impressionisme 
Interesse voor het alledaagse maar niet voor het sociale aspect

-> Realisme
        -> School van Barbizon 
                  -> Impressionisme 
                           -> Post-impressionisme 

Impressie
Het ging erom wat ze zagen en niet wat de academische regels hen voorschreven





Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Claude Monet, Impressie - zonsopgang, 1872
Een op waarneming gebaseerde indruk van licht, kleur en schaduw

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het effect van de techniek van de fijne streepjes? 


Op welke manier heeft Degas de tafel rechts met de toiletspullen bij de voorstelling getrokken? 
Edgar Degas, De Tobbe, 1886. (Pasteltekening op papier) 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

George Hendrik Breitner, De Singelbrug bij de Paleisstraat in Amsterdam,  1896-1898

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken Impressionisme
  • Observatie is belangrijk
  • Moment weergeven
  • Licht en atmosfeer
  • Plein-air
  • Toevallige composities en abrupte afsnijding 
  • Kleur in schaduwen
Berthe Morisot, Een zomerdag, 1879.

Huwelijk met Manets broer, welgesteld, beperkte onderwerpkeuze, geen naaktmodellen en niet op straat

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Claude Monet, De kathedraal van Rouen, 1892-1894. 
'Voor mij is het motief zelf een onbelangrijke factor. Wat ik wil reproduceren is wat er bestaat tussen het motief en mij.' 


Het motief = een kathedraal


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Edgar Degas, Danseresje van veertien, 1886.
Beeldhouwkunst

Noem twee impressionistische aspecten




Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Postimpressionisme

  • Verschillende reacties op het vluchtige en 'vormloze' van het   impressionisme
  • Een verscheidenheid aan beeldende uitingen
  • Men zoekt naar een werkelijkheid die verder reikt dan wat het oog kan waarnemen

George Seurat, Paul Signac, Vincent van Gogh, Paul Gauguin, Paul Cézanne

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paul Cézanne 
Paul Gauguin
Andre Derain
Vincent van Gogh
Georges Seurat

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Post impressionisme
Realisme
Impressionisme

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Georges Seurat - Baders bij Asnières - 1884
Paul Gauguin - Maternité 1899
Paul Cézanne - mand met appelen 1893
Vincent van Gogh - Sterrennacht 1889
Pointillisme
Symbolisme
Expressionisme
Kubisme
4 tendensen ontstaan vanuit het Post impressionisme 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Technische 
vooruitgang

Een nieuwe wereld, waarbij het statische karakter plaatsmaakte voor dynamiek, drong zich op. Delaunay wilde deze dynamische wereld (waarin tijd en ruimte samenvallen) verbeelden in een nieuwe, eigentijdse en adequate vormgeving.
Robert Delaunay, Hommage à Blériot, 1914

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies