§3.3 en § 3.4 Decimale getallen en breuken

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Welkom

Denk aan je telefoon, kauwgom, wiskundespullen en je laptop.

Je weet wat je daarmee moet doen.

Leerdoelen

Aan het einde van deze les :

• Weet je wat een decimaal getal is.
• Kan je een breuk als een decimaal getal schrijven.
• Kan je een decimaal getal als een breuk schrijven.
• Kan je breuken en decimale getallen met elkaar vergelijken.

Vorige lessen:

• Je leert de begrippen breuk, teller en noemer gebruiken.
  
• Je leert hoe je een deel van een hoeveelheid berekent.
• Je leert wat de begrippen som, verschil, product en quotiënt betekenen.
  
• Je leert hoe je berekeningen in de juiste volgorde uitvoert.

Sleep de juiste bewerking naar het juiste teken:

som

verschil

product

quotient

x

+

-

:

Uitleg:

Sleep de onderdelen naar de juiste plek

5 x ( 3 + 1 ) : 2 =

=

=

4

5 x

: 2

: 2

10

20 x

In een klas van 35 kinderen is 1/5 deel ziek. Hoeveel leerlingen zijn er ziek?

1. 6
2. 7
3. 10
4. 5

Christiaan eet een flinke plak chocola van 350 gram. Hij eet 3/5 deel op.
Hoeveel gram chocola heeft hij over?

1. 120 gram
2. 210 gram
3. 70 gram
4. 140 gram

Huiswerk nakijken

Opdracht 13 t/m 20 

Zijn er vragen over deze opdrachten?

Hoofdstuk 3.3

• Je leert wat een decimaal getal is.
  
• Je leert hoe je een breuk als een decimaal getal schrijft.

Positieschema

Hoe schrijf je een breuk als decimaal getal?

​10​​5​​

​10​​9​​

​100​​8​​

​100​​23​​

​100​​75​​

​1000​​243​​

​1000​​65​​

apps.noordhoff.nl

Schrijf deze breuk
als decimaal getal

1. 0,017
2. 0,17
3. 0,0017
4. 17,1000

Hoe schrijf je deze breuk als decimaal getal?

1. 0,005
2. 0,05
3. 0,5
4. 5

Schrijf de breuk als
decimaal getal

1. 1,9
2. 0,9
3. 9,1
4. 0,10

Schrijf deze breuk
als decimaal getal

1. 0,017
2. 0,17
3. 1,7
4. 17,1000

Opdrachten

Maak nu de opdrachten 22-23 op blz. 101.

En ook 24-25-26 in je boek.

Hoofdstuk 3.4       blz. 104

• Je leert hoe je een decimaal getal als een breuk schrijft.
  
• Je leert hoe je breuken en decimale getallen met elkaar vergelijkt.

Schrijf dit decimale getal als breuk

1. 4​10​​2​​
2. ​2​​4​​
3. 4​5​​1​​
4. ​20​​4​​

Maak van het decimale getal een breuk: 1,4

1. ​5​​2​​
2. 1​10​​4​​
3. 1​5​​2​​
4. 1​5​​4​​

Schrijf dit decimale getal als breuk

1. ​5​​7​​
2. ​4​​3​​
3. ​7​​5​​
4. ​3​​4​​

Wiskundig teken voor "groter dan"

1. >
2. <
3. ≥
4. ≤

Welk teken hoort er op het
stippellijntje?

5,5 ........... 5,49

Groter, kleiner of gelijk

1. <
2. >
3. =

Welk teken hoort er op het
stippellijntje?

0,07 ........... 0,7

Groter, kleiner of gelijk

1. <
2. >
3. =

Aan de slag 

Maak de volgende opdrachten:

Hoofdstuk 3.3:      22, 23, 24, 25, 26

Hoofdstuk 3.4:       28, 29, 32, 33, 34