- We bespreken de leervragen (deze moet je weten voor op de tussentoets)
- We maken de opdrachten die bij deze les horen in je werkmapje.
Slide 2 - Tekstslide
Hoe kun je de welvaart van een land meten?
- Je kijkt naar welvaart als je wilt weten of een land arm of rijk is. Hiervoor kijk je naar het inkomen van een land.
- Het inkomen van een land noem je het Bruto Nationaal Product (BNP)
Slide 3 - Tekstslide
Bruto Nationaal Product van Nederland
Slide 4 - Tekstslide
Bruto Nationaal Product Zwitserland
Slide 5 - Tekstslide
Bruto Nationaal Product per hoofd
Om het inkomen van landen met elkaar te verglijken, kijken we naar het Bruto Nationaal Product per Hoofd (oftewel per inwoner)
Slide 6 - Tekstslide
Hoe komt dit verschil?
Het Bruto Nationaal Product per hoofd wordt berekend door het inkomen van het land te delen door het aantal inwoners
Slide 7 - Tekstslide
Hoe meet je welvaart?
- Of een land arm of rijk is valt ook af te lezen aan de verdeling van de beroepsbevolking. Daarmee bedoelen we welk percentage van de bevolking werkzaam is in een bepaalde sector.
We onderscheiden drie sectoren:
1. Landbouw (primaire sector)
2. Industrie (secundaire sector)
3. Diensten (tertiaire sector)
Schrijf deze op in je schrift
Slide 8 - Tekstslide
Hoe ziet de werksector eruit bij:
1. Arme landen
2. Rijke landen
Slide 9 - Tekstslide
Aan de slag!
- Zelfstandig werken aan opdrachten A & B
timer
15:00
Slide 10 - Tekstslide
Planning voor de les
Geen tablets & telefoons!
- Afmaken opdrachten A & B
- Beginnen aan de opdrachten C & D
- Ben je klaar? Laat dit eerst aan mij zien.
Zorg dat alles af is aan de einde van de les. De werkbladen worden beoordeeld.
Slide 11 - Tekstslide
Wat hebben we geleerd deze les?
- Op welke manieren kunnen we welvaart meten?
-Welke beroepsbevolkingen zijn er?
- Wat zijn de verschillen tussen werk in de formele en werk in de informele sector?
- Wat heeft de indeling van de beroepsbevolking met welvaart te maken?