Voorbeeld: "Ik loop het voorkamertje in waar de vloer bedekt is met vergeelde kranten. De spetters witkalk die erop liggen steken er helderwit tegen af. In het begin zag je niet dat ik zoveel gemorst had. De kranten zijn nu bijna bruin geworden. Je kan ze niet eens meer lezen. Ik heb ze hier verleden jaar voor de zomervakantie neergelegd. Waarom heb ik het nooit afgemaakt? Waarom heb ik hier nooit meer planten en meubels neergezet sinds Sonja wegging, alsof in deze kamer een zo ernstige besmettelijke ziekte heeft geheerst dat leven er nooit meer mogelijk is."