Les 3 - nakijken H.6 en maken oefenopgaven toets

Afronden leesvaardigheid H.6
Deze les kijk je de opdrachten van hoofdstuk 6 leesvaardigheid na en oefen je voor de toets van H. 1 t/m 6 die jullie hebben op 26 juni. 

De oefenopgaven in deze LessonUp gaan alleen maar over hoofdstuk 6. 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Afronden leesvaardigheid H.6
Deze les kijk je de opdrachten van hoofdstuk 6 leesvaardigheid na en oefen je voor de toets van H. 1 t/m 6 die jullie hebben op 26 juni. 

De oefenopgaven in deze LessonUp gaan alleen maar over hoofdstuk 6. 

Slide 1 - Tekstslide

Antwoorden opgaven boek
In de volgende slides vind je de antwoorden van de opdrachten van hoofdstuk 6. Zorg dat je de antwoorden die jij hebt gegeven serieus checkt, zodat je weet wat je al wel en wat je nog niet zo goed beheerst. 


Slide 2 - Tekstslide



Startopdracht

1 Mbo’ers maken de onderdelen voor mobieltjes. Ze bedenken hoe het eruit moet zien en wat de mobieltjes allemaal moeten kunnen zijn. Als zij er niet zouden zijn, hadden we dus ook geen telefoon.
2 De ruggengraat van Nederland zijn betekent in dit geval dat zonder mbo’ers ons land zou instorten. Zij houden ons land draaiende door de veelal praktische beroepen die ze uitvoeren.
3 De poster heeft verschillende lettertypes en –grootte om extra op te vallen. Iedere apart onderdeel heeft aparte aandacht nodig. Het heeft allemaal een diepere betekenis.


Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 1

1 De doelen van de posters:
Afbeelding 1: bewustwording creëren en/ of mensen wijzen op het feit dat er geen/weinig tijgers meer in de jungle van India leven.
Afbeelding 2: overtuigen patat te kopen, waarvan € 0,20 naar WarChild
2 De functie van de afbeelding op de poster:
Afbeelding 1: A de aandacht van de lezer trekken
Afbeelding 2: A de aandacht van de lezer trekken
3 eigen antwoord, bijvoorbeeld: het doel is vaak overtuigen en de functie van de afbeelding hierbij is de aandacht trekken. Blijkbaar hoort dit dus bij dit soort afbeeldingen.
4 eigen antwoord, er moet iets gezegd worden over lettergrootte (veel hoofdletters) over lettertype (veel verschillen) en tekstkleur (felle kleuren tegenover koele kleuren bij poster wwf).
5 eigen antwoord, bijvoorbeeld: mij spreekt de poster met de pup het meeste aan, omdat puppy’s zo schattig zijn.
6 De achterliggende gedachte is dat er in India in de jungle dus blijkbaar bijna geen tijgers meer zijn. Ze willen je daarvan bewust maken.
7 Den Bosch is expres gekozen, omdat daar met carnaval altijd veel gevierd en verkleed wordt, ook tijgers dus. Een andere stad die bekend staat om carnaval had natuurlijk ook gekund.
8 ‘Maak van je patatje een frietje vrede’ slaat op ‘patatje oorlog’ dat je bij de snackbar kunt bestellen. Je kunt met je frietje bijdragen aan het herstellen van vrede, doordat er geld naar Warchild gaat.
9 eigen antwoord, bijvoorbeeld: een poster met Marco Borsato erop (ambassadeur Warchild).

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2 

1 eigen antwoord, bijvoorbeeld: 1. De tekst is in geheel groene achtergrond opgemaakt. 2. De kop is helemaal in hoofdletters geschreven. 3. De tussenkopjes zijn groen.
2 A de aandacht van de lezer trekken
3 De tabel heeft als doel extra informatie geven.
4 Het onderwerp van de tekst is VeVa-opleiding.
5 A door de tabel te bekijken
6 Er staat een symbool, omdat er extra informatie bij gegeven wordt. Dit staat onder de tabel: numerus fixus.
7 Je kunt de opsommende verbanden snel herkennen aan de opsommingstekens (dots en streepjes).
8 Een baan bij defensie is zo anders, vanwege het bijzondere karakter van defensie als werkgever.
9 B Je werkt binnen drie gebieden: verdediging, bescherming en ondersteuning.
10 Nee, een afgeronde VeVa-opleiding is niet genoeg. Je moet ook zijn goedgekeurd en het veiligheidsonderzoek met goed resultaat hebben doorlopen.
11 D Ze nemen net zoveel mensen aan als dat ze plekken hebben.
12 B Ja, want je hebt een mbo-diploma en hebt goede kennis van andere zaken
13 Voor niveau 2 moet je een diploma bb of kb hebben, voor niveau 3 moet je een kb, gl of tl hebben.
14 B Diploma bb met wiskunde of scheikunde en positieve uitslag SMA.
15 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Verklaring omtrent gedrag: om aan te tonen dat je geen strafblad hebt. Nodig bij bijvoorbeeld pabo.
16 A informeren en activeren

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 3

1 eigen antwoord, bijvoorbeeld:
- Volledig, goed: alle informatie staat er. Verbeterpunt: meer tabelvorm gebruiken.
- Duidelijk, voldoende, wat er staat is te begrijpen. Verbeterpunt: korter zijn, want het is nu heel veel info in een klein stuk.
- Aantrekkelijk, onvoldoende, het is steeds maar 1 kleur, groen. Dat is saai. Verbeterpunt: verschillende tinten groen gebruiken of meerdere kleuren invoegen.
2 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Er zijn meer jongens dan meiden binnen de VeVa, dat is niet leuk; het is een fysiek zware opleiding, als je alleen dat niet aankunt, kun je toch niet de VeVa doen; je wordt toch voorbereid op een baan bij defensie. Als je dat uiteindelijk niet wilt, word je misschien toch wel raar aangekeken.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 4

1 D nieuwe informatie aan de tekst toevoegen
2 De afbeelding trekt de aandacht van de lezer.
3 Deze tekst is vooral bedoeld voor jongeren die nog een studie moeten kiezen. Zij krijgen veel informatie hierover en een duidelijk advies.
4 B Er zijn meer banen dan werknemers.
5 Door de groeiende economie zal er zelfs nog meer vraag zijn naar medewerkers, terwijl het aanbod niet altijd groot is.
6 A krapte in bepaalde beroepen, tegenover krapte in algemene zin
7 C er in de meeste beroepen krapte is, maar niet in elk beroep
8 Je herkent de voorwaarde aan het signaalwoord als….dan.
9 Witjes geeft een tip voor werkenden met een krapte-beroep: kijk verder qua functies.
Witjes geef teen tip voor aankomende studenten (die nog geen keuze hebben gemaakt): bekijk het lijstje met krappe en ruime beroepen.
10 Het doel van de tekst is informeren. Je krijgt meer informatie over de krappe en ruime beroepen en hoe je hiermee rekening kunt houden.
11 A Een krapte op de arbeidsmarkt biedt meer kansen voor werknemers.
12 De titel past goed bij de tekst. In de tekst wordt uitgelegd wat krappe en ruime beroepen zijn. Er wordt verteld dat je goede en bewuste keuzes moet maken, of je nu student bent of al werkt.
13 eigen antwoord, bijvoorbeeld: mijn beroep staat ertussen (receptioniste), maar ik ga dit toch doen.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 5
1 daarom, in plaats van, maar, kortom
2 De functie van de afbeelding is de aandacht trekken van de lezer.
3 knuffelmbo’ers, mensen met de gouden handjes.
4 De functie van de vragen aan het einde van alinea 1 is bewustwording. Mensen laten zien dat er een tekort is in beroepen die heel noodzakelijk zijn. De lezer moet zich dit nu ook gaan afvragen.
5 C Mbo’ers krijgen niet genoeg waardering van iedereen.
6 Er zijn geen geschikte werknemers in ons land, mensen die dit werk willen doen in ons land en dus zullen er uit een ander land werknemers moeten komen. Dat zal dan zeer waarschijnlijk uit Oost-Europese landen zijn.
7 B Er moet bij ons allemaal een omslag in het denken plaatsvinden.
8 Er wordt opgesomd hoe mensen nu denken over het mbo.
9 Veel mensen zijn namelijk opgegroeid en opgevoed met het idee dat een hoge opleiding statusverhogend werkt. Daarnaast geloven ze dat een hoge opleiding automatisch betekent dat je meer verdient en dat een hoge opleiding meer kansen biedt op ontwikkeling in de toekomst.
10 Als er geen omslag in ons denken plaatsvindt, zullen we de mbo’ers niet gaan waarderen en zullen er dus te weinig mensen zijn die een mbo-opleiding gaan doen. Gevolg: groot tekort aan vakmensen.
11 Goud geld verdienen betekent heel erg veel geld verdienen.
12 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ik vind het goed als mbo’ers meer gaan verdienen. In de tekst lees je dat er een tekort is aan dit soort mensen en ze zijn wel heel belangrijk voor onze samenleving. OF Ik vind het geen goed idee, als je langer studeert en dus meer tijd stopt in je studie moet je ook met meer geld beloond worden.
13 eigen antwoord, bijvoorbeeld: wakker schudden of merkbare gevolgen.

Slide 8 - Tekstslide

14 D omdat we op deze manier het tekort aan mbo’ers niet snel oplossen
15 Als je verwarming het bijvoorbeeld een weekje niet doet of als je een maandje moet wachten totdat de wc weer door kan spoelen, dan zal de waardering voor ‘de gouden handjes’ vast wel snel groeien en zal de mbo’er weer in zijn waarde hersteld worden!
16 Als…dan
17 Misschien moeten we de gevolgen van het tekort aan vakmensen eerst maar eens echt merken
18 eigen antwoord, bijvoorbeeld: meer geld naar het mbo en meer positieve reclame maken.
19 eigen antwoord, bijvoorbeeld: een tabel met loon van mbo beroepen en hbo/w beroepen. Een tabel met waarderingscijfers van beroepen.

Slide 9 - Tekstslide

Oefenopgaven toets
Hierna volgt een quiz over leesvaardigheid hoofdstuk 6. 

Maak de vragen heel geconcentreerd, het is een belangrijke oefening voor de afsluitende leesvaardigheidstoets die jullie op 26 juni hebben. 

Slide 10 - Tekstslide

1. Noteer drie redenen voor het
gebruiken van een tabel bij een tekst.

Slide 11 - Open vraag

2. Waaraan kun je zien voor welk publiek een tekst bedoeld is?

Slide 12 - Open vraag




Bekijk de advertentie en beantwoord daarna de vragen. 

Slide 13 - Tekstslide

1. Voor wie is de advertentie bedoeld?
A
voor mensen die een abonnement op het NRC overwegen
B
voor mensen die een iPad willen aanschaffen
C
voor mensen die hun vakantie aan het water doorbrengen
D
voor mensen die tijdens de vakantie een krant willen lezen

Slide 14 - Quizvraag

2. Wat is de belangrijkste functie van het beeld bij de advertentie?
A
Het beeld maakt de advertentie begrijpelijk.
B
Het beeld spoort de lezer aan iets te gaan doen.
C
Het beeld trekt de aandacht van de lezer.
D
Het beeld voegt een nieuw inhoudselement toe.

Slide 15 - Quizvraag

3. Wat is het belangrijkste doel van deze advertentie?
A
de lezer aansporen om een abonnement op de NRC of nrc.next te nemen
B
de lezer informeren over een nieuwe vorm van krantlezen van het NRC
C
de lezer overhalen om de internetsite van NRC te bezoeken
D
de lezer overtuigen dat het lezen van de krant met een iPad goedkoop is

Slide 16 - Quizvraag

5. Waarom noemt de maker van de advertentie het aantal van 214 journalisten?

Slide 17 - Open vraag

4. Wat wil de maker van de advertentie vooral aantonen met de rode blokken tekst?
A
dat een abonnement goedkoper is dan een cappuccino
B
dat je iets tegelijk kunt doen: koffiedrinken en een krant lezen met een iPad
C
hoe goedkoop een abonnement op de krant is
D
wat je allemaal krijgt voor weinig geld

Slide 18 - Quizvraag

Advertentie 2
Je krijgt in de volgende slide een nieuwe advertentie te zien. Lees deze verkennend (oriënterend) en maak daarna de quizvragen.


Slide 19 - Tekstslide

Bekijk
de adver-tentie en beantwoord daarna de quizvragen. 

Slide 20 - Tekstslide

Voor wie is de advertentie bedoeld?
A
Voor mensen die op zoek zijn naar een baan in het ziekenhuis
B
Voor mensen met een familielid of vriend met borstkanker
C
Voor mensen die informatie willen over borstkanker
D
Voor mensen die geld willen doneren aan het borstkankerfonds.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste functie van het beeld bij deze advertentie?
A
Het beeld maakt de advertentie begrijpelijk.
B
Het beeld spoort de lezer aan iets te gaan doen.
C
Het beeld trekt de aandacht van de lezer.
D
Het beeld voegt een nieuw inhoudselement toe.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel van deze advertentie?
A
Overtuigen
B
Informeren
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 23 - Quizvraag

Je ziet duidelijk dat de advertentie in twee delen verdeeld is. Waarom is daar voor gekozen?
A
Dit maakt de advertentie overzichtelijk
B
Anders paste de afbeelding er niet goed bij.
C
De praktische informatie is op deze manier gescheiden van de inhoudelijke informatie.
D
Zo zie je wat het belangrijkste is dat in de advertentie staat.

Slide 24 - Quizvraag

Waarom staat er een vrouw afgebeeld?
A
Omdat vrouwen het beter doen op beeld.
B
Omdat deze vrouw de informatieavonden verzorgt.
C
Omdat vrouwen het grootste deel uitmaken van de doelgroep.
D
Dit is geheel willekeurig gedaan.

Slide 25 - Quizvraag

Een samenvatting maken
Deze lesson-up zit erop. 

Je gaat nu aan de slag met het maken van een samenvatting van de theorie uit hoofdstuk 1 t/m 6 van leesvaardgiheid.

Je mag er ook voor kiezen om aan je boekverslag te werken.

Slide 26 - Tekstslide