Les 3 - Lezen H5 en Lezen H6

Les 3 - Lezen H5 en Lezen H6
PWW bespreken
Doel: Je leert over mening, argument en conclusie.
Je leert over de lay-out van een tekst.
Lezen in een boek

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Les 3 - Lezen H5 en Lezen H6
PWW bespreken
Doel: Je leert over mening, argument en conclusie.
Je leert over de lay-out van een tekst.
Lezen in een boek

Slide 1 - Tekstslide

PWW 2 
Antwoorden bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Lezen H5
Huiswerk: opdracht 1 en 2

Gemaakt? Nakijken!

Slide 3 - Tekstslide

Mening, argument en conclusie
Met een mening, ook wel standpunt genoemd, kun je het eens of oneens zijn. Een mening herken je vaak aan signaalwoorden zoals: ik vind, volgens mij, naar mijn mening, mijn opvatting is. 

Een argument herken je aan signaalwoorden zoals: want, omdat, namelijk, immers.

Aan het einde van de tekst, als de schrijver alle argumenten heeft gegeven, trekt hij soms een conclusie. De schrijver kan dan kort zijn mening en argumenten herhalen. Een conclusie herken je aan signaalwoorden zoals: dus, concluderend, dat betekent. 

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 1
Opdracht 1
1 De titel is een mening. Uitleg: ‘gaat geen windeieren leggen’ betekent dat er iets gaat gebeuren. De verwachting is dat ….iets oplevert. Dat is een mening, want je kunt nog niet controleren of het waar is.
2 Dat je wel degelijk voordeel van iets hebt.
3 Dat hij mede-eigenaar is geworden van een windmolen.
4 Een periode van voorspoed, gevolgd door een tijd van tegenspoed.
5 want
6 De uitdrukking betekent: ervoor zorgen dat je ergens tegen kunt of geen last van hebt. Hier betekent de uitspraak van Dekker, dat hij er geen last van heeft als er de komende jaren minder zon is, omdat hij als mede-eigenaar van een windmolen een opbrengst heeft die het verlies kan opvangen.
7 Ik vind dat ik geen stroom van de windmolen hoef te ontvangen, omdat de opbrengst van mijn zonnepanelen op jaarbasis al zo'n beetje mijn hele stroomverbruik dekt. Ik hoef geen stroom van de windmolen te ontvangen, want ik dek met de opbrengst van mijn zonnepanelen mijn hele stroomverbruik al af.


Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 1
Opdracht 1
8 alinea 5
9 Hij verwacht dat hij zijn bijdrage binnen 18 jaar heeft terugverdiend en dat hij een rente van vijf procent kan verdienen.
10 ‘draag ik voortaan toch ook bij aan de productie van duurzame energie’
11 ‘dat je hebt bijgedragen aan het vergroenen van ons energiesysteem’
12 dus



Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 2
Opdracht 2
1 een interview
2 A De aanleiding te noemen voor het schrijven van de tekst.
3 door de taalbarrière met haar Turkse en Marokkaanse buren
4 omdat het daar bloedheet werd
5 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ik vind stadstuinieren een echte aanrader.
6 vier
7 Nee, je bespaart relatief weinig door ze zelf te kweken, omdat groenten over het algemeen niet zo duur zijn.
8 1: Een gezamenlijke tuin schept natuurlijk verplichtingen (samenwerkdagen en de boel niet verwaarlozen).
   2: Het is lastig dat ik er telkens naartoe moet.
9 dat een gezamenlijke tuin verplichtingen met zich meebrengt
10 Is stadstuinieren wel gezond?
11 feit
12 namelijk en immers



Slide 7 - Tekstslide

Lezen H6
 Lay-out van een tekst

Slide 8 - Tekstslide

Start
Bekijk de poster blz 142

Wat wordt er bedoeld met 'Jouw mobieltje was er niet zonder mbo'ers?'

Slide 9 - Tekstslide

Lay-out van een tekst
Een tekst heeft een bepaalde opmaak of lay-out. De titel, de tussenkopjes, het lettertype, de lettergrootte, het gebruik van kolommen en de tekstkleur bepalen de lay-out.

 

Bij de opmaak horen ook de afbeeldingen: tekeningen, schema’s, (land)kaartjes, tabellen, grafieken en diagrammen.
Een afbeelding kan verschillende functies hebben. Veelgebruikte functies zijn:
• de aandacht van de lezer trekken
• nieuwe informatie aan de tekst toevoegen
• informatie uit de tekst duidelijker maken of benadrukken
• de lezer aansporen om iets te doen

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
blz 142-144
Opdracht 1, 2
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Nakijken

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 1
Opdracht 1
1 De doelen van de posters:
Afbeelding 1: bewustwording creëren en/ of mensen wijzen op het feit dat er geen/weinig tijgers meer in de jungle van India leven.
Afbeelding 2: overtuigen patat te kopen, waarvan € 0,20 naar WarChild
2 De functie van de afbeelding op de poster:
Afbeelding 1: A de aandacht van de lezer trekken
Afbeelding 2: A de aandacht van de lezer trekken
3 eigen antwoord, bijvoorbeeld: het doel is vaak overtuigen en de functie van de afbeelding hierbij is de aandacht trekken. Blijkbaar hoort dit dus bij dit soort afbeeldingen.
4 eigen antwoord, er moet iets gezegd worden over lettergrootte (veel hoofdletters) over lettertype (veel verschillen) en tekstkleur (felle kleuren tegenover koele kleuren bij poster wwf).
5 eigen antwoord, bijvoorbeeld: mij spreekt de poster met de pup het meeste aan, omdat puppy’s zo schattig zijn.



Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 1
Opdracht 1
6 De achterliggende gedachte is dat er in India in de jungle dus blijkbaar bijna geen tijgers meer zijn. Ze willen je daarvan bewust maken.
7 Den Bosch is expres gekozen, omdat daar met carnaval altijd veel gevierd en verkleed wordt, ook tijgers dus. Een andere stad die bekend staat om carnaval had natuurlijk ook gekund.
8 ‘Maak van je patatje een frietje vrede’ slaat op ‘patatje oorlog’ dat je bij de snackbar kunt bestellen. Je kunt met je frietje bijdragen aan het herstellen van vrede, doordat er geld naar Warchild gaat.
9 eigen antwoord, bijvoorbeeld: een poster met Marco Borsato erop (ambassadeur Warchild).




Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 2
Opdracht 2
1 eigen antwoord, bijvoorbeeld: 1. De tekst is in geheel groene achtergrond opgemaakt. 2. De kop is helemaal in hoofdletters geschreven. 3. De tussenkopjes zijn groen.
2 A de aandacht van de lezer trekken
3 De tabel heeft als doel extra informatie geven.
4 Het onderwerp van de tekst is VeVa-opleiding.
5 A door de tabel te bekijken
6 Er staat een symbool, omdat er extra informatie bij gegeven wordt. Dit staat onder de tabel: numerus fixus.
7 Je kunt de opsommende verbanden snel herkennen aan de opsommingstekens (dots en streepjes).
8 Een baan bij defensie is zo anders, vanwege het bijzondere karakter van defensie als werkgever.



Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 2
Opdracht 2
9 B Je werkt binnen drie gebieden: verdediging, bescherming en ondersteuning.
10 Nee, een afgeronde VeVa-opleiding is niet genoeg. Je moet ook zijn goedgekeurd en het veiligheidsonderzoek met goed resultaat hebben doorlopen.
11 D Ze nemen net zoveel mensen aan als dat ze plekken hebben.
12 B Ja, want je hebt een mbo-diploma en hebt goede kennis van andere zaken
13 Voor niveau 2 moet je een diploma bb of kb hebben, voor niveau 3 moet je een kb, gl of tl hebben.
14 B Diploma bb met wiskunde of scheikunde en positieve uitslag SMA.
15 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Verklaring omtrent gedrag: om aan te tonen dat je geen strafblad hebt. Nodig bij bijvoorbeeld pabo.
16 A informeren en activeren



Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 4
Opdracht 4
1 D nieuwe informatie aan de tekst toevoegen
2 De afbeelding trekt de aandacht van de lezer.
3 Deze tekst is vooral bedoeld voor jongeren die nog een studie moeten kiezen. Zij krijgen veel informatie hierover en een duidelijk advies.
4 B Er zijn meer banen dan werknemers.
5 Door de groeiende economie zal er zelfs nog meer vraag zijn naar medewerkers, terwijl het aanbod niet altijd groot is.
6 A krapte in bepaalde beroepen, tegenover krapte in algemene zin
7 C er in de meeste beroepen krapte is, maar niet in elk beroep
8 Je herkent de voorwaarde aan het signaalwoord als….dan.
9 Witjes geeft een tip voor werkenden met een krapte-beroep: kijk verder qua functies.
Witjes geef teen tip voor aankomende studenten (die nog geen keuze hebben gemaakt): bekijk het lijstje met krappe en ruime beroepen.




Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 4
Opdracht 4
10 Het doel van de tekst is informeren. Je krijgt meer informatie over de krappe en ruime beroepen en hoe je hiermee rekening kunt houden.
11 A Een krapte op de arbeidsmarkt biedt meer kansen voor werknemers.
12 De titel past goed bij de tekst. In de tekst wordt uitgelegd wat krappe en ruime beroepen zijn. Er wordt verteld dat je goede en bewuste keuzes moet maken, of je nu student bent of al werkt.
13 eigen antwoord, bijvoorbeeld: mijn beroep staat ertussen (receptioniste), maar ik ga dit toch doen.




Slide 18 - Tekstslide

Lezen

timer
20:00

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen H6: opdracht 1, 2, 4 (blz 142-144)
Leesboek 3 meenemen

Slide 20 - Tekstslide