6.5 les 2 ingezonden brief 2hv

Lezen (en schrijven)
de ingezonden brief
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lezen (en schrijven)
de ingezonden brief

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van deze les
  • weet ik wat een ingezonden brief is;  
  • begrijp ik hoe een ingezonden brief is opgebouwd.

Slide 2 - Tekstslide

Wat staat er in de inleiding van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver
D
Het standpunt van de schrijver

Slide 3 - Quizvraag

Wat staat er in de kern van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver
D
het standpunt van de schrijver

Slide 4 - Quizvraag

Wat staat er in het slot van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver

Slide 5 - Quizvraag

Hoe wordt de mening van de schrijver ook wel genoemd?
A
het argument
B
het standpunt

Slide 6 - Quizvraag

In de conclusie herhaalt de schrijver zijn standpunt of mening.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

En dan nu (eindelijk): de ingezonden brief 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een ingezonden brief?
  • Een reactie op een artikel in een krant of tijdschrift.
  • Het is een mini-betoog: je geeft je mening, onderbouwt met argumenten, waarmee je de lezers van jouw brief wil overtuigen.

Tekstdoel: overtuigen 
--> betogende tekst 
--> mening van de schrijver + argumenten

Slide 9 - Tekstslide

Waarom een ingezonden brief?
  • Je bent het niet eens met een artikel dat je eerder in een krant hebt gelezen.
  • Je wil iets zeggen over iemand die is geïnterviewd in de krant.
  • Je wil iets extra's uitleggen over iets wat eerder in de krant heeft gestaan
  • Je bent heel erg enthousiast over een artikel dat je hebt gelezen.


Slide 10 - Tekstslide

Voor wie is de ingezonden brief?
Je publiek bestaat uit twee doelgroepen:
  • Allereerst moet je ervoor zorgen dat de redactie van de krant jouw ingezonden brief wil plaatsen.
  • Het belangrijkste is dat de lezer van de krant jouw brief uiteindelijk gaat lezen. --> Je zult uiteindelijk de lezer van iets moeten overtuigen.

Slide 11 - Tekstslide

Wat heb je nodig om je lezers te overtuigen?
  • Argumenten

  • 'Bewijsmiddel' om je mening mee te onderbouwen.

Slide 12 - Tekstslide

De opbouw van een ingezonden brief

Slide 13 - Tekstslide




(Denk aan correcte spelling!)

Inleiding:

  • artikel waarop je reageert: bron (krant) + titel van artikel + datum
  • samenvatting van artikel in een zin.
  • aanleiding noemen
  • jouw mening




Kern:
  • argumenten (minimaal twee)
  • één alinea per argument


Slot:

  • conclusie 
  • herhalen mening  + eventueel advies/uitsmijter

Naam, plaats




Indeling van de ingezonden brief: I K S

Slide 14 - Tekstslide

kenmerken ingezonden brief:
  1. subjectief
  2. kort en bondig (max. 100 woorden)
  3. verwijs naar waar de brief een reactie op is (eerste zin)
  4. geen aanhef, wel een titel
  5. onderteken de brief

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Mening geven

- Uitleg geven over jouw mening

- Subjectieve argumenten
(Sentimenteel = met emotie)
Overtuigen

- Anderen overhalen jouw mening te delen

- Objectieve argumenten
(Ongevoelig = emotieloos)

Slide 17 - Tekstslide

Ik kan het verschil tussen objectief en subjectief benoemen.

😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Reflectie:
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter?

Slide 19 - Open vraag

Feedback
Wat vond je fijn/goed aan deze les?
Wat zou je liever anders zien?

Slide 20 - Open vraag