KuA eindex 24 les 3, 4 en 5

KuA eindex 24 les 3, 4 en 5
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 6

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

KuA eindex 24 les 3, 4 en 5

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud:
- Renaissance architectuur
- Vlaamse polyfonie
- Opera
- Theater 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Opdracht:
Hoe heeft Paladio de omgeving betrokken in zijn werk La Rotonda?
(Tip: Kijk goed hoe het gebouw eruit ziet, en kijk goed naar de omgeving)

Slide 4 - Tekstslide

In de volgende slides zie je telkens twee gebouwen: Geef telkens aan welk gebouw, A of B, uit de renaissance is. Schrijf de antwoorden in je schrift, voor later. 

Slide 5 - Tekstslide

1:                         A
B

Slide 6 - Tekstslide

2:                          A             
B

Slide 7 - Tekstslide

3:                           A
B

Slide 8 - Tekstslide

4:                            A
B

Slide 9 - Tekstslide

5:                            A
B

Slide 10 - Tekstslide

6:                              A
B

Slide 11 - Tekstslide

Oplossingen
Renaissance          1:   A 
                                     2:   B
                                     3:   B
                                     4:   A
                                     5:   B
                                     6:   A

Slide 12 - Tekstslide

Kenmerken vd renaissance architectuur

Slide 13 - Woordweb

Kenmerken
Centrale bouw
wiskundige vormen
harmonieuze verhoudingen / symmetrie
weinig kleur
klassieke elementen
horizontaliteit. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Vlaamse Polyfonie
Grondlegger:
Guillaume Dufay
Kenmerkend: Cantus Firmus dient als basis voor voor meerstemmige muziek.
Oorspronkelijk in de gregoriaanse zang toegepast, later in 15e eeuw ook in wereldlijke liederen toegepast.

Slide 16 - Tekstslide

Vlaamse Polyfonie 2
Steeds complexere muziek, soms 24 stemmig tegelijk zingend
Johannes Ockeghem
Josquin des Préz (hij gebruikte voor het eerst de emoties uit de tekst in zijn muziek)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Hoe noem je de leer van muziek die gebaseerd is op gemoedstoestand, emotie en gevoel?
A
psychologie
B
motusleer
C
sensologie
D
affectenleer

Slide 20 - Quizvraag

Hoe heet in een opera het gedeelte waar de hoofdmelodie door instrumenten in akkoorden wordt begegeleid?

Slide 21 - Open vraag

DE EERSTE OPERA'S
MADRIGAAL | L'ORFEO 
PRIMA PRACTICA | SECONDA PRACTICA
VENETIAANSE OPERA

Slide 22 - Tekstslide

MADRIGAAL
  • Speelt belangrijke rol bij ontstaan van opera; een niet-kerkelijk lied in moedertaal (Italiaans)
  • Inhoud van de tekst bepaalt steeds meer de muziek; emotie en gevoel zijn bepalend
  • Affectenleer; theorie over hoe en wanneer muzikale middelen emotie van publiek bespeelt
  • Afwisseling van eenstemmige melodie naar vloeiende meerstemmige melodie

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

L'ORFEO
  • Monteverdi schrijft in opdracht van het hof muziek bij een klassiek verhaal: Orpheus
  • Vertelling door één zangstem onder begeleiding van basso continuo
  • Schrijft voor zang en bas noten uit; instrumenten kleuren deel vrij in met akkoorden
  • Introductie Seconda pratica; expressie van de tekst is leidend!




Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Tekstslide

VENETIAANSE OPERA
  • Vermaak voor breder publiek; 1637 opent eerste openbaar operahuis 
  • Publieks opera; commerciëler en eenvoudiger dan hofopera. 
  • Personages krijgen menselijke trekken gebaseerd op mythologische figuren
  • meer Aria’s; etaleren van zangkunsten 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Hoe heet het theater in de Renaissance in Italië?
A
comedia di strada
B
comedia di risate e lacrime
C
comedia dell' arte
D
comedia della notte

Slide 30 - Quizvraag

Kenmerken van de comedia dell'arte

Slide 31 - Woordweb

Comedia dell'arte
focus op het fysieke, groot spel
vermaak
actualiteit
vaste verhaallijn, rest improvisatie
acteurs speelden hun 2 personages levenslang
herkenbaar door maskers en bewegingen

Slide 32 - Tekstslide

Het zich in de buitenlucht afspelende theater, verhuisde naar binnen, in grote gebouwen. 

Slide 33 - Tekstslide

renaissance
oudheid

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Wat is een belangrijk verschil tussen het Engelse en het Italiaanse theater?
A
In Engeland reisden de groepen door het land
B
In Engeland waren er weinig theatergroepen
C
In Engeland had elk theater zijn eigen groep
D
In Engeland speelden de groepen buiten

Slide 36 - Quizvraag

Wie zette een stempel op het theaterspel?

Slide 37 - Open vraag

Slide 38 - Video

Bekijk in je tekstboek pagina 59/ 5.2 Elektriciteitscentrale.
Beschrijf hiervan de aspecten VORM, COMPOSITIE en RUIMTE. 
Het gaat dus om voorstelling! Het is 2D werk.
VORM: Geometrisch / organisch
VORM: abstract / figuratief
COMPOSITIE: Horizontaal / verticaal / diagonaal / driehoek /overall
COMPOSITIE: Statisch / dynamisch
COMPOSITIE: Symmetrisch / asymmetrisch - Herhaling
RUIMTE: Suggestie van dieptewerking, door overlapping en 
(lijn-, kikvors-, vogelvlucht) perspectief of door plasticiteit (licht / schaduw)

Slide 39 - Tekstslide

Bekijk in je tekstboek pagina 59/ 5.2 Elektriciteitscentrale.
De vorm is geometrisch en figuratief. 
De compositie komt vanwege de dikke zwarte lijnen diagonaal over. 
Door de dikke zwarte lijnvoering doet de compositie statisch aan.
De vormgeving is asymmetrische
Het werk doet ruimtelijk aan omdat het standpunt vanuit kikvorst perspectief is genomen.

Daarnaast heeft de elektriciteitscentrale een warme kleur tegenover de koude lucht 
en achtergrond.  

Slide 40 - Tekstslide