2111_4 b/k_oefenen kijk- en luistervaardigheid









Kijk-en luistervaardigheid oefenen
4 basis en kader
12 oktober 2021
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les









Kijk-en luistervaardigheid oefenen
4 basis en kader
12 oktober 2021

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Oefenen met kijk- en luistervaardigheid.
Waarom? Voorbereiden op de toetsing na de herfstvakantie.

- Een verhaal - 5 vragen.
- Podcast over de coronatijd van een scholier - 3 vragen.
- Fragment over deep fake video's - 5 vragen
- Fragment over matchfixing - 5 vragen

Slide 2 - Tekstslide

Eerst een verhaal: luister goed, want ik stel je er later vragen over.

Slide 3 - Tekstslide

Afspraak
Telefoon alleen tijdens LessonUp in je hand.

Niet nodig? Omgekeerd op tafel.

Slide 4 - Tekstslide

1 Waar staat de No escape room?
A
Op de 3 oktober-kermis.
B
Op een festival.
C
Op de midwinterkermis.
D
Op een pretpark.

Slide 5 - Quizvraag

2 Hoe heten de twee vrienden?
A
Oscar en Hassan
B
Oscar en Bilal
C
Nick en Hassan
D
Daniël en Oscar

Slide 6 - Quizvraag

3 Oscar beschrijft de sfeer van de No escape room als...
A
sprookjesachtig
B
middeleeuwse fantasy
C
spookachtig
D
science fiction

Slide 7 - Quizvraag

4 Waar leek de ruimte van de No Escape room op?
A
een schoollokaal
B
een gevangeniscel
C
een lift
D
een tandartsruimte

Slide 8 - Quizvraag

5 Waarom is de escape room zo goedkoop?
A
Omdat het geen escape room is, maar bedoeld om onderzoek te doen naar reacties van mensen in angstaanjagende situaties.
B
Omdat ze spannende escape rooms toegankelijk willen maken voor scholieren met weinig geld.

Slide 9 - Quizvraag

Een podcast: luister goed, want ik stel je later 3 vragen over het fragment.

Slide 10 - Tekstslide

1 Na hoeveel maanden gaan de scholen weer gedeeltelijk open?
A
2 maanden
B
2,5 maand
C
3 maanden
D
3,5 maand

Slide 12 - Quizvraag

2 Wat vindt Fatima het leukst aan weer naar school gaan?
A
Dat ze haar vrienden weer ziet.
B
Dat ze weer in de klas mag zitten.
C
Dat ze haar docenten weer ziet.

Slide 13 - Quizvraag

3 Wat wordt genoemd als nadeel van online onderwijs?
A
De docenten weten vaak te weinig van online lesgeven.
B
Het is slecht voor de motivatie en zorgt voor achterstanden.

Slide 14 - Quizvraag

Een video: kijken en luisteren (1)
In de volgende video vertelt een presentator over deep fake video's.

Je gaat eerst de video bekijken en daarbij goed opletten. Na de video krijg je 5 vragen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

1 Wat zijn deep fakes?
A
Video's waarin mensen dingen doen die niet echt zijn
B
Video's die echt lijken, maar die met de computer zijn bewerkt of aangepast.
C
Video's die fake news laten zien.

Slide 17 - Quizvraag

2 Welke twee soorten deep fake zijn er?

A
'Face swap' en oude nieuwsberichten gebruiken.
B
Stem vervormen en 'face swap'.
C
Iemand iets laten zeggen en 'face swap'.

Slide 18 - Quizvraag

3 Hoe herken je deep fakes?
A
Het gezicht heeft een andere kleur en de mond lijkt erop geplakt.
B
Randen van het gezicht zijn onduidelijk en beweging van de mond klopt niet.

Slide 19 - Quizvraag

4 Wat noemt de presentator als voorbeeld van slechte dingen die je met een deep fake kunt doen.
A
Het gezicht van Willem-Alexander wordt in een video van een vechtpartij geplakt.
B
Een video van zomaar iemand die een ander land de oorlog verklaart.
C
Premier Rutte verklaart in een video een ander land de oorlog.

Slide 20 - Quizvraag

5 Waarvoor gebruikt men in films geen deep fake?
A
Om acteurs dingen te laten zeggen die niet kloppen.
B
Voor stunts die acteurs zelf niet kunnen doen.

Slide 21 - Quizvraag

Een video: kijken en luisteren (2)
In de volgende video vertelt een presentator over matchfixing.

Je gaat eerst de video bekijken en daarbij goed opletten. Na de video krijg je 5 vragen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

1 Welke sport noemt de presentator niet?
A
darten
B
hockey
C
voetbal

Slide 24 - Quizvraag

2 Wat gebeurt er bij matchfixing?
A
Iemand beïnvloedt het spel geheel of gedeeltelijk.
B
Er wordt voor gezorgd dat het spel aantrekkelijker wordt.

Slide 25 - Quizvraag

3 Waardoor ontstaat matchfixing?
A
Door mensen die graag gokken.
B
Door spelers die geen eerlijke wedstrijd willen spelen.

Slide 26 - Quizvraag

4 Gokken op een hattrick geeft niet veel zekerheid. Wat wel?
A
De eindstand van de wedstrijd.
B
Wie de eerste goal scoort.
C
Wie een gele kaart krijgt (slecht speelt).

Slide 27 - Quizvraag

5 In wat voor wedstrijden wordt er meer gefixt?
A
Eredivisie, want daar verdien je meer mee.
B
Lagere divisies, want dat valt minder op.

Slide 28 - Quizvraag