In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Getallen
Succes!
Slide 1 - Tekstslide
voordat je begint...
...als je op het plaatje in de vraag klikt, vergroot het plaatje.
...let op, op hoeveel decimalen je moet afronden
...gebruik een komma in je antwoord, geen punt
...geef je antwoord alleen in cijfers, dus geen € of % of m erachter
Slide 2 - Tekstslide
13389,78511 Rond dit getal af op 2 decimalen
Slide 3 - Open vraag
4-4 Afronden Rond af op een heel getal: 4,7
A
4,0
B
4
C
5,0
D
5
Slide 4 - Quizvraag
Afronden op 1 decimaal achter de komma 12,76
A
14
B
12.5
C
12.8
D
13
Slide 5 - Quizvraag
Afronden op 1 getal achter de komma 16.22
A
16.3
B
15
C
16
D
16.2
Slide 6 - Quizvraag
Groter of kleiner? 0,4 ......... 5
A
<
B
>
C
=
D
?
Slide 7 - Quizvraag
< betekent:
A
kleiner dan
B
groter dan
Slide 8 - Quizvraag
Groter of kleiner? 7,5 .......... 7,51
A
<
B
>
C
=
D
?
Slide 9 - Quizvraag
Is dit een verhoudingstabel?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
Is dit een verhoudingstabel?
A
ja
B
nee
Slide 11 - Quizvraag
7. Bij een verhoudingstabel doe je boven en onder hetzelfde.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Maak zelf een verhoudingstabel! Bij winkel A betaal je voor 8 pennen €7,20. Bij winkel B betaal je voor 11 pennen €8,80. Bij welke winkel ben je goedkoper uit?
A
Winkel A
B
Winkel B
Slide 13 - Quizvraag
Hoeveel decimale getallen heeft dit getal? 345,23762
A
5
B
4
C
6
D
7
Slide 14 - Quizvraag
4+-3=
A
7
B
1
C
-1
D
-7
Slide 15 - Quizvraag
−7−8
A
-1
B
1
C
-15
D
15
Slide 16 - Quizvraag
negatieve getallen aftrekken
12−−11
A
-1
B
1
C
-23
D
23
Slide 17 - Quizvraag
7 + -7
A
0
B
14
C
-14
D
-7
Slide 18 - Quizvraag
5 x -5
A
20
B
-20
C
0
D
-25
Slide 19 - Quizvraag
-5 x -5
A
25
B
-20
C
0
D
-25
Slide 20 - Quizvraag
Beheers je de stof van het hoofdstuk getallen? Zo nee, welke onderwerpen vind je lastig?